Eric Schneider: Biografie - Carrière

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Eric Schneider. Foto: Particam/MAI. Collectie TIN.

Eenlevenlangtheater Eric Schneider:

Carrière

Eric Schneider in 'Ja, ik wil!', 1968. Foto: Combi Press Service/Nederlands Fotomuseum. Collectie: TIN.

Eric Schneider is een veelzijdig kunstenaar. De liefde voor taal en het belang ervan kreeg hij mee van zijn vader, die eerst leraar Duits op een middelbare school was en later hoogleraar werd op de VU. Ook bij zijn broers is het schrijven in de genen terechtgekomen: Eric's oudste broer Carel-Jan werd de schrijver F. Springer, zijn jongste broer Hans publiceerde veel als directeur van het Oudheidkundig Museum in Leiden. De belangstelling voor theater werd hem door zijn moeder ingegeven, van jongs af aan speelde hij mee in de toneelstukjes en liedjes die zij schreef. Als kind al was hij dol op tekenen, hij is het zijn leven lang blijven doen. Intussen staat Eric Schneider al ruim vijftig jaar als acteur op het toneel en voor de televisiecamera's, was hij te zien in een tiental speelfilms, schreef en regisseerde hij verschillende toneelstukken, doceerde hij vele jaren op toneelacademies, maakt hij tekeningen die zo nu en dan gepubliceerd worden en verscheen zojuist zijn eerste roman.

Onder het hoofdstuk Repertoire vindt u gedetailleerde overzichten van alle rollen die Schneider speelde, schreef en regisseerde, hieronder vindt u een wat thematischer overzicht van de veelzijdigheid van Eric Schneider aan de hand van zijn eigen uitspraken.

De acteur

Eric Schneider als Hamlet, 1966. Foto: Particam Pictures/MAI. Collectie TIN.

"Richard Flink heeft een grote invloed gehad op mijn vorming als akteur. Hij was een bescheiden, bijna schuw mens, maar een uitstekend vakman. Als regisseur trad hij niet op de voorgrond, maar stelde zich geheel in op de persoonlijkheid van de akteur. Ik ben iemand, die zijn rollen in sterke mate verstandelijk opbouwt. Richard Flink gaf dat proces impulsen en een geweldige ambachtelijk begeleiding." (Bron: onbekend tijdschrift, 1976)

"Als acteur gaat het mij om het intellect, de taal. Dat is mij ook wel eens verweten, hoor. De koelheid. De analytische koelheid. Maar ik vond het gevecht tegen de emotie eigenlijk interessanter dan de emotie zelf." (Bron: Volkskrant Magazine, 18 mei 2013)

"Onze toneelwerkelijkheid is altijd fantastischer dan de alledaagse. Als speler breng je elke woord zodanig, dat jij alleen het beleefd hebt en jij de toeschouwer als uitverkorene kiest. Zonder kijkers bestaan we niet. Zij rechtvaardigen ons toneelbestaan." (Bron: NRC Handelsblad, 13 juli 2013)

"Eigenlijk is het een tragisch vak. Want je doet iets en weg is het weer, verdwenen, in rook opgegaan. En toch moet je er twee, drie keer per jaar voor zorgcn, páng, dat zo'n rol daar stáát. Een vreselijke eis. Een verschrikkelijke eis." (De Telegraaf, 23 februari 1990)

De schrijver

Affiche 'Theodoor, een total loss', 1970. Ontwerp: Frank Raven. Collectie TIN.

"Misschien vind ik schrijven wel het allerleukst. Ik kan het acteren niet laten, maar in de vakanties of in een rustige periode schrijf ik aan mijn toneelstukken. Van mijn vroeg zelfgeschreven stukken vind ik Theodoor goed en De stilte aan de andere kant van de heg. (Bron: Het vrije volk, 14 september 1985)

"Ik moet de rust en de tijd voor het schrijven hebben en daar heb ik door de vele rollen te weinig gelegenheid voor gehad. Dit seizoen wordt ik zestig. Ik ben bijna 35 jaar aan het toneel. Ik heb alles gespeeld wat ik wou. Elisabeth Andersen drukte het eens zo mooi uit: 'Er zit een moeras van teksten in mijn hoofd.' Dat geldt ook voor mij." (Bron: Utrechts Nieuwsblad, 28-5-1994)

De regisseur

Na enkele zelfgeschreven stukken ook zelf geregisseerd te hebben, komt Schneider hiervan terug: "Ik heb gemerkt hoezeer je gefixeerd raakt door je eigen bedoelingen, die je heel bewust in het stuk hebt gelegd, terwijl allerlei tendensen, die buiten jezelf om zijn ontstaan en vaak de essentie van het geheel uitmaken, er niet door je worden uitgehaald. Ton Lutz, onder mijn regie spelen in een door mij geschreven stuk, heeft me daarop attent gemaakt." (Bron: onbekend tijdschrift, 1976/77) Tekening door Eric Schneider. Privécollectie.De tekenaar "Ik tekende al in de kampen in Indië. Een vriendin stal kleurpotloodjes en gaf ze aan mij." (Bron: De Telegraaf, 15-12-2000)

"Eindelijk is het tijd voor mijn hobby, ja, ik heb ook nog een hobby, en dat wat ik eigenlijk m'n hele leven al doe, maar veel te weinig, dat is tekenen en schilderen." Hij tekende over het toneel. "Ik tekende associatief over m'n vak. Dat is op een gegeven moment uitgegroeid tot 60, 65 grote tekeningen, niet zozeer over mij zelf, als wel wat ik heb ondergaan tijdens Tsjechovs, tijdens Pinters, tijdens Shakespeares. Je kunt wel iets herkennen van welke voorstellingen dat geweest zijn, maar je ziet mijzelf niet. Het is puur associatief." (Bron: radiointerview Een Leven Lang, NPS 6 januari 2000)

"Het theater is in feite een kunstmatige wereld, maar de natuur is een en al weerbarstige echtheid. Die probeer ik te vangen en dan in het bijzonder de bomen. Ik heb wat met bomen.’’ (Bron: artikel AD, 26 januari 2009)

De leraar

"Ik heb tien jaar lesgegeven aan de toneelschool. Nooit het gevoel gehad van: oude klootzak, sodemieter jij nou eens op. Echt niet. Als ik dat zou voelen, zou ik mijn koffers pakken en de Nieuwe Noordercompagnie oprichten." (Bron: Haagse Post, 22-11-1980)

"Als oudere toneelspeler geef je geheimen en vakkennis door aan de jongere generatie. Dat is een troostgevende gedachte." (Bron: NRC Handelsblad, 15 augustus 2013)

"Jonge mensen zijn onbevangen en die doen wat dan in hun hoofd opkomt. wij ouderen hebben zoveel gespeeld en we hebben zoveel aanknopingspunten met andere stukken en andere rollen die je gespeeld hebt, je hebt een soort ervaring, dat je je concentreert op het woord, wat doe ik met het woord in dit stuk en dat doen jonge mensen niet die zeggen gewoon voor zijn raap de tekst. (Bron: radioprogramma Dit is de dag, EO, 15 augustus 2013)

"Talent kun je ruiken. Het is een wildebeestengeur. het stinkt een beetje." (Bron: Volkskrant Magazine, 18 mei 2013)

In een onbekende krant, september 1979.: "Ik heb nogal veel kritiek op de toneelscholen van nu. Ze leren er het vak niet meer. Een beetje vrijblijvend is het, vind ik. Maatschappelijke geëngageerdheid vind ik geweldig maar als je het toneel ervoor wilt gebruiken, moet je eerst dat toneelvak verstaan. Het gewoon ambachtelijke van het toneelspelen: goed spreken, je goed bewegen, wèten wat je doet. Het talent is er nog net zo goed als vroeger."

"Er heerst een grote disciplineloosheid onder jonge acteurs. Wij werkten harder. Doorstonden zonder morren uren spraakles. Maar ja, de discipline is overal uit het leven verdwenen." (Bron: Volkskrant, 1-5-2010)


Eerbetoon of "bloemetjes op het behang"


Anne Wil Blankers met de Colombina; Eric Schneider met de Louis d'Or; Anny de Lange met de Theo d'Or; Luc Lutz met de Arlecchino, 1967. bron± Gahetna.nl

"Toen ik mijn eerste ridderorde kreeg stond ik tussen de genomineerden en dacht: 'gut, nu is mijn carrière ten einde, ze zijn allemaal zo oud'." (Bron: De Telegraaf, 15-12-2000)

  • 1967 Louis d'Or voor zijn vertolking van Hamlet * 1967 nominatie 'Acteur van het jaar'
  • 1967 Philipsprijs
  • 1980 Ridder in de Orde van Oranje Nassau. “Dit jaar heb ik een lintje gekregen. Ik heb het ook aangenomen. Omdat ik het eigenlijk een fantastisch wijf vind, Juliana. Het was het laatste wat ze deed als koningin.” (Bron: Haagse Post, 22-11-1980)
  • 1996 nominatie Louis d'Or voor zijn rol in De toneelmaker
  • 2000 Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
  • 2003 NRC Toneelpublieksprijs voor de voorstelling Gloed
  • 2010 50-jarig acteursjubileum wordt gevierd in de Koninklijke Schouwburg te Den Haag met twee voorstellingen van Gloed