Canon:1964 - Koert Stuyf brengt radicale dansvernieuwing
Gebeurtenis | |
---|---|
Titel: | Koert Stuyf brengt radicale dansvernieuwing |
Afbeelding: | media:Repro-50xxxxx44.0207-1.jpg |
Datum: | 1964-12-08 |
Beschrijving: | Een jaar later zal Pauline de Groot hetzelfde doen. Vernieuwing van de dans. |
Tijdlijn(en): | Tijdlijn van het Nederlands Theater |
Perso(o)n(en): | Koert Stuyf, Pauline de Groot, Merce Cunningham |
Productie(s): | |
Gezelschap(pen): | Stichting Eigentijdse Dans |
Theater(s): |
1964: Koert Stuyf brengt radicale dansvernieuwing
Een jaar later zal Pauline de Groot hetzelfde doen. Vernieuwing van de dans.
De rebellie van de naoorlogse generatie, die zo kenmerkend was voor de jaren zestig en die binnen het toneel tot Aktie Tomaat (1969) leidde, had ook zijn weerslag op de dans in Nederland. Onafhankelijkheid en artistieke vrijheid werden het parool van een aantal radicale dansvernieuwers. De belangrijksten waren Koert Stuyf en Pauline de Groot.
Breuk met ballettraditie
Stuyf en De Groot zetten zich allebei af tegen de grote en hiërarchisch georganiseerde balletgezelschappen als Het Nationale Ballet en het Nederlands Dans Theater. Binnen deze strak georganiseerde dansorganisaties wilden en konden zij niet functioneren. Maar Stuyf en De Groot braken ook radicaal met de ballettraditie. Wat zij wilden was dans maken op basis van totaal nieuwe concepten en technieken. Om haar blik te verbreden en inspiratie op te doen vertrok De Groot al in 1957, pas vijftien jaar oud, naar het Mekka van de moderne dans, Manhattan in New York. Twee jaar later vertrok ook Stuyf die kant op.
De mogelijkheden van het menselijk lichaam
Op Manhattan werd door de dansvernieuwer Merce Cunningham het abstracte en formele karakter van de dans geëxploreerd en werd de relatie van dans met andere kunsten onderzocht. Concepten uit de moderne muziek als toeval (‘chance’) werden ook in de dans geïntroduceerd. Verder werd iedere soort beweging als bruikbaar beschouwd (lopen, rollen, huppelen, kruipen), waarbij lichaamsdelen ook geïsoleerd konden worden ingezet (een wapperende hand, een zwaaiend been). Zo ontstonden bewegingscomposities die in eerste instantie over het menselijk lichaam gingen en over de bewegingsmogelijkheden die dat lichaam had.
Wat is dans eigenlijk?
Vergeleken met een aantal jonge choreografen en dansers die in de tweede helft van de jaren zestig werkten in de Judson Church op Manhattan, was het werk van Merce Cunningham nog tamelijk gematigd. Choreografen als Deborah Hay, Yvonne Rainer en Steve Paxton bijvoorbeeld gooiden ook het laatste restje ballettraditie overboord en stelden dat danstechniek helemaal niet noodzakelijk is om danser te zijn. Daarmee werd de improvisatie een belangrijk element in de dans. Aan dit alles lag een fundamentele vraag ten grondslag: wat is dans eigenlijk?
Stuyfmanifestaties
Na een paar jaar keerden Stuyf en De Groot allebei terug naar Nederland om ook het publiek hier met deze radicale dansvernieuwing te confronteren. Stuyf richtte daartoe, samen met zijn vrouw, de danseres Ellen Edinoff, in 1964 de Stichting Eigentijdse Dans op waarmee hij tot 1975 ruim veertig producties zou maken. Van groot belang is de serie controversiële voorstellingen geweest die hij tussen 1969 en 1974 in Theater Carré organiseerde. Met deze 'Stuyfmanifestaties' bereikte hij een cultureel onderlegd publiek dat hij ontvankelijk maakte voor experimentele en compromisloze moderne dans: dans die vanuit de persoonlijkheid van de dansers was ontstaan, los van de muziek of de anekdote. Eerder al, in een coproductie met Het Nationale Ballet, had Stuyf het Nederlandse publiek – letterlijk – een enorme spiegel voorgehouden (Visibility… by Chance, 1967). Vanwege dit soort werk is Stuyf een belangrijke wegbereider geworden voor de appreciatie en acceptatie van de moderne dans in Nederland.
School voor Nieuwe Dansontwikkeling
Pauline de Groot trad na terugkeer in Nederland op als performancekunstenaar in musea en op straat en richtte in 1965 haar eigen dansgroep op. Zij maakte furore met voorstellingen als Zeezand – Strandlopertjes en Regenmakers. Haar invloed werd vooral voelbaar vanaf 1974, toen ze artistiek leidster werd van de door haar geïnitieerde School voor Nieuwe Dansontwikkeling. Deze school kreeg al snel internationale bekendheid. Leerlingen en docenten als Ineke Sluiter, Jacqueline Knoops, Bianca van Dillen en Krisztina de Châtel zouden in de jaren daarna eigen gezelschappen beginnen en een grote rol spelen in de verdere ontwikkeling van de (internationale) dans.
Dit is één van de canonteksten. Voor meer informatie zie: Canon van het Theater in Nederland