Verkoolde resten van de Amsterdamse schouwburg

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Binnenkant van het sigarenblikje met daarin de drie stukjes verkoold hout
Zijkant van het blikje

In de Theatercollectie van de UvA is een bijzonder object opgenomen: een sigarenblikje met daarin drie stukjes verkoold hout, die ooit deel waren van de Amsterdamse stadsschouwburg aan het Leidseplein. Frits Fernantzen (1883-1950) heeft deze stukjes verkoold hout aan de theatercollectie geschonken. Dit blijkt uit een briefje dat in het blikje zit. Fernantzen was jarenlang werkzaam als toneelmeester bij de schouwburg. Hoe Fernantzen aan de stukjes hout gekomen is, is onduidelijk. Misschien heeft hij ze van een voorganger gekregen. Zelf was hij op het moment van de brand pas zeven jaar oud. Het sigarenblikje heeft verder geen bijzondere achtergrond, maar is waarschijnlijk gebruikt om de verkoolde stukjes in te bewaren.

Achter dit voorwerp schuilt natuurlijk een les: een houten gebouw is brandgevaarlijk en deze restjes laten letterlijk het gevolg van zo’n brand zien. De Amsterdammers hadden er indertijd twee verbrande schouwburgen voor nodig om in te zien dat ze over moesten stappen naar een stenen schouwburg. In 1894 werd er dan eindelijk een stenen stadsschouwburg gebouwd aan het Leidseplein en deze bestaat vandaag de dag nog steeds.

Naast deze 'educatieve' waarde heeft dit voorwerp natuurlijk ook emotionele waarde. Fernantzen werkte jarenlang in de schouwburg en heeft waarschijnlijk veel over de oude schouwburg gehoord. Ook voor ander personeel, zoals acteurs en regisseurs, en toeschouwers die de schouwburg regelmatig bezochten zal de brand vast niet in de koude kleren zijn gaan zitten. Ook dragen de verkoolde resten bij aan de beeldvorming van de omvang van de brand.

Oorzaak van de brand

In de nacht van 18 op 19 februari 1890 werd de Amsterdamse stadsschouwburg aan het Leidseplein verwoest door een enorme brand. De brandweer kon niks meer doen om het gebouw te redden. Die dag vond er een groots vuurwerktafereel plaats op het Leidseplein. Waarschijnlijk is een smeulende voetzoeker, die nog niet helemaal uit was gegaan na de vuurwerkshow, de oorzaak van de brand.

Geschiedenis van de stadsschouwburg

Brand van de Schouwburg aan het Leidseplein, gezien vanaf de Lijnbaansgracht. Aquarel door J.M.A. Rieke, 1890. Collectie TIN.
Buitenkant van het blikje

In 1773 werd de stadsschouwburg gebouwd op het Leidseplein in opdracht van het stadsbestuur van Amsterdam met als architect Jacob Eduard de Witte. Dit gebeurde naar aanleiding van de brand van de schouwburg daarvoor op de Keizersgracht, die het gebouw volledig verwoestte. Deze brand ontstond tijdens een voorstelling van het Vlaamse operagezelschap Jacob Toussaint Neyts genaamd: De deserteur van L.S. Mercier. Tijdens het tweede bedrijf waren er een aantal met kaarslicht gevulde blikken bakken die als voetlicht gebruikt werden. Het kaarsvet van een bak was echter gaan smelten waardoor het over de vloer stroomde. Men probeerde het vuur nog te doven, maar daardoor verspreidde het zich alleen maar sneller over het podium en na een half uur sloegen de vlammen zelfs uit het dak. Deze brand kostte 18 mensen het leven.

Ondanks dat de vorige schouwburg van hout was en daardoor makkelijk afbrandde, werd (vanwege kostenbesparing) ook de nieuwe schouwburg op het Leidseplein van hout gemaakt. Dit gebouw kreeg echter wel een stenen voetmuur.

Bronnen

Dit artikel is geschreven voor de collegereeks 'Allemaal Theater!', waarin studenten Theaterwetenschap in oktober 2020 onderzoek hebben gedaan naar verschillende curiosa uit de Theatercollectie. Voor een overzicht van de andere onderzoeken, klikt u hier.