Tijdlijn Theater:1839

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

1839: op 2 september opent de Salon des Variétés in de Nes haar deuren: een klein theater voor aanstormend talent in Amsterdam.

Op de eerste kermisdag van 1839 werd de Salon des Variétés in de Nes op de hoek van de Nes en de Kuipersteeg geopend. De exploitant was Joseph Duport. In de nieuwe Salon ging tijdens de voorstellingen de bediening gewoon door. Het publiek kon drinkend en rokend de voorstelling op het klein toneel volgen. De Salon des Variétés in de Nes was geen gewone schouwburg, geen café-chantant, maar een amusementstheater met een eigensoortig repertoire. Er werden daar, naast opera en operette, vooral licht pikante blijspellen, zogenaamde vaudeville gespeeld. Een succesvolle vaudeville-voorstelling was bijvoorbeeld de 'Een bankbiljet van duizend gulden' van Nathan Judels. Later, wegens onenigheid, heeft hetzelfde Nathan Judels samen met Samuel Kapper en Salomon van Biene hun eigen salon in de Amstelstraat geopend. Ze noemden die zaal eveneens Salon des Varietés. Ze brachten daar en zelfde type repertoire en hadden met hun theater overweldigend succes.

Het gebouw van de Salon des Varietés in de Nes , wat ook de Salon van Duport wordt genoemd, vertoonde een stijl die vaag aan een Griekse tempel deed denken: een ‘vleeschkleurige’ gevel, bekroond door een timpaan en gedecoreerd met pilasters. Boven de pilasters waren plaquettes aangebracht, met daarop de namen ‘Duport’ en ‘Salon des Variétés’. Het gezelschap van de Salon van Duport was behoorlijk constant: Nathan Judels de uitstekende vaudeville-speler, de dames Meldola, Lamé en Tormijn, Samuel van Biene en Pier Boas. Vele, later beroemd geworden toneelspelers begonnen hier hun carrière. Mevrouw Kleine-Gartman maakte bijvoorbeeld hier naam als actrice. In 1856 ging zij naar de Stadsschouwburg. Verder speelden hier onder meer August Morin, Pieter Barbiers en de komiek August Vink.

Het gezelschap werd in 1856 na 23 jaar succes om onduidelijke redenen ontbonden. De Salon des Variétés in de Nes verloor daarmee haar eigen karakter. Uiteindelijk werd de zaal in 1868 gesloten.