Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Unknown.png

TitelMonzongo, of de koningklyke slaaf
AuteurNicolaas Simon van Winter
DisciplineToneel
Gepubliceerd op1774
Gepubliceerd teAmsterdam
Wereldpremière op29 april 1775
Wereldpremière teRotterdam
Bekijk alleop deze pagina!

Synopsis

Deze pagina is onderdeel van het onderzoeksproject Toneelstukken over slavernij uit de achttiende eeuw.

Personages

  • Monzongo, Koning van Verragua, en tot slaaf gemaakte van Ferdinand Cortes, onder de naam van Zambiza
  • Melinde, Kleindochter van de Koning van Zempaola
  • Semire, Prinses van Hispanjola, echtgenote van Zambiza, en tot slaaf gemaakte van Catharina de Xuares
  • Ferdinand Cortes, Spaanse opperbevelhebber
  • Catharina de Xuares, Gemalinne van Ferdinand
  • Pedro de Alvardo, Spaanse opperbevelhebber
  • Quatimoc, tot slaaf gemaakte van Ferdinand Cortes, en vriend van Zambiza
  • Alonzo, Hoofdman van de Spaanse lijfwachten
  • Twee kinderen van Zambiza en Semire
  • Spaanse lijfwachten
  • Gewapende Spanjaarden van de Alvirado

Synopsis
Het toneel is te Veracruz; het eerste, tweede en vierde bedrijf in een bos; het derde en vijfde bedrijf in een vertrek van het Kasteel.

Monzongo was de vorst van Verragua, het kustgebied van Nicaragua, Costa Rica en een deel van Panama. Na de inval van Columbus werd hij gevangen genomen en tot slaaf gemaakt. Zijn vrouw Melinde met hun kinderen moet achterblijven in Veracruz. Monzongo wordt Zambiza genoemd, en wordt gedwongen om met Semire te trouwen. Hij moet voor Cortes goud delven.

Cortes wil het naburig rijk veroveren en zijn vrouw Catarina moet mee op veldtocht met de tot slaaf gemaakte Semire en haar twee kinderen. Semire wil niet mee, en Zambiza wil dat ook niet, want dan zou hij voor de tweede keer zijn vrouw en kinderen verliezen.

Aan het hof van Cortes is een groep tot slaaf gemaakte vrouwen aangekomen. Onder hen is Melinde, en Semire raakt bevriend met haar. Haar man Monzongo werd gevangen genomen. Ze wil graag Semires man ontmoeten.

Ondertussen ontmoet Zambiza in het bos zijn vriend Quantimoc, die hem vertelt dat een leger van duizenden oorspronkelijke bewoners op komst is, die willen strijden tegen de Spanjaarden. De twee worden bespied door Alvarado en Alonzo, die vermoeden dat er plannen worden gesmeed voor een opstand.

Semire regelt dat Melinde Zambiza kan ontmoeten. Zambiza herkent zijn echtgenote Melinde en zij herkent zijn stem. Cortes, gewaarschuwd door Alvarado en Alonzo, beschuldigt Zambiza van verraad en sluit hem in de boeien.

Catarina vraagt aan Semire om uit te zoeken wat er speelt tussen Melinde en Zambiza. Melinde zegt tegen Semire dat Zambiza met haar getrouwd is, en dat hij eigenlijk Monzongo, de koning van Verragua is. Samire ziet de oprechte liefde van Melinde voor Monzongo (Zambiza). Melinde wil zich opofferen en zich doodsteken, maar Monzongo voorkomt dat door de pook waarmee ze dat wil doen van haar af te pakken. Semire smeekt Cortes om haar man te sparen; hij is onschuldig.

Semire vlucht en besluit de opstand samen met Quantimoc voor te bereiden. Zambiza (Monzongo) wordt gevangengenomen, want er is ontdekt dat hij samenzwoer met Quantimoc. Cortes veroordeelt Zambiza tot de brandstapel. Ter verdediging beschuldigt Zambiza Cortes ervan onschuldigen te hebben vermoord. Waarom? Cortes wil afgoderij uitroeien en het heil van het Christendom brengen, maar het gaat niet over Christus maar over goud. Daarom wordt het land geplunderd en de bewoners tot slaaf gemaakt.

De opstand breekt uit. De verdedigingswerken van de stad worden in brand gestoken. Semire wordt zwaargewond op een baar van takken opgedragen, en wil als Christen sterven. Cortes zegt tegen Monzongo dat, als hij de verspreiding van het Christendom in zijn land toestaat, hij voor het heil van Monzongo zal waken. Daarop wordt er vrede gesloten met Cortes. Zijn laatste woord is: Doe steeds aan andren 't geen gy wenscht dat u geschied.

Achtergrond

Het stuk Monzongo, of de koningklyke slaaf van Nicolaas Simon van Winter (1718-1795) is gebaseerd op de uit vijf bedrijven bestaande tragedie Alzire, ou les Américains van Voltaire (1694-1778). Dit stuk werd geschreven in 1734 en ging in première op 27 januari 1736 in Parijs. Jean Baptiste Claude Bauche publiceerde de tekst. Het was een van zijn meest opgevoerde stukken. Het onderzoekt de botsing van verschillende culturen in koloniale context, met als thema liefde en loyaliteit.

Een Nederlandse vertaling van Voltaires stuk werd gemaakt door Sybrand Feitama (1694-1758), al werd deze pas in 1781 in Amsterdam gepubliceerd door d'erve P. Meijer en G. Warnars. De Nederlandse vertaling, bekend onder de titel Alzire, ging op 17 oktober 1774 in Amsterdam in première, met Marten Corver (1728-1794) in de rol van Zamor. Dit gebeurde dus nog vóór de bewerking van Nicolaas Simon van Winter.

Nicolaas Simon de Winter liet zich voor zijn stuk ook inspireren door de slavenopstand van 1763 in Berbice. In het voorbericht van Monzongo verbaast hij zich erover dat de reactie van zijn landgenoten zo anders was dan de zijne. Van Winter wilde laten zien dat slavernij eigenlijk niet kon, maar dat de situatie in de wereld voorlopig geen hoop gaf dat de mensheid onderdrukking en slavernij zou afschaffen.

Opvoeringen Monzongo

De Nederlandse première vond plaats op 29 april 1775 in Rotterdam, met Jan Punt (1711-1779) als Monzongo, Catrina Elisabeth Kraijenstein (1757-1786) als Semire, en in regie en vormgeving van Johannes Lublink.

Anderhalve maand later, op 10 juni 1775, vond de Hoogduitse première plaats in de tijdelijke Hoogduitsche Comedie en Opera in Diemermeer (Amsterdam), bij het Rechthuis op de Middenweg. Daar werd het stuk vier keer opgevoerd door het theatergezelschap onder leiding van Carl Friedrich Abt.

Overzichten

Overzicht van uitvoeringen van dit werk en/of producties die op dit werk zijn gebaseerd, en die in Nederland te zien zijn geweest:

Titel Producent Premièreseizoen Regisseur Premièrelocatie
Monzongo, of De koninklijke slaaf Amsterdam Stadsschouwburg 1833/1834 Stadsschouwburg, Amsterdam (1774-1890)
Monzongo of De koninglijke slaaf Tjasink & Peters Roobol 1865/1866 Stadsschouwburg, Amsterdam (1774-1890)

Verdere opvoeringen

Na de eerste voorstelling werd het regelmatig op het repertoire genomen, zoals blijkt uit kleine annonces in kranten. Vanaf 1795 zijn er advertenties van een paar regels waaruit blijkt dat het stuk zowel in Amsterdam als in Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden en Haarlem wordt gespeeld. Tot 1865 werd het op het repertoire genomen in de Stadsschouwburg van Amsterdam. In sommige advertenties wordt het stuk aan Van Winters echtgenote Lucretia van Merken toegeschreven.

Op 12 februari 1782 werd er aangekondigd dat in de boekwinkel en uitgever van d’erve Meyer en G. Warnar de tekst van Monzongo en een toneelstuk van Lucretia van Merken te koop was. Daarnaast kon er op groot papier Alzire of de Americaanen, een treurspel in de vertaling van Sybrant Feitama worden aangeschaft.

De tekst van Monzongo werd twee keer herdrukt, in 1790 en 1800.

In het Amstel schouwtoneel uit 1909 heeft Barbaz kritiek op het stuk. Hij vindt dat Van Winter schone verzen schrijft, maar dat hij geen goede schrijver is van tragedies. Vooral het gegeven dat de held van het stuk is opgescheept met twee vrouwen, die hij beiden bemint, met als gevolg dat daarom één van de twee ontrouw zou moeten zijn, vindt hij weerzinwekkend.

Historische achtergrond

Op 4 mei 1493 werd door Paus Alexander VI (1431-1503) de bul Inter caetera uitgevaardigd, waarin stond dat elk land dat niet door christenen werd bewoond beschikbaar was om te worden opgeëist door christelijke heersers, en dat de christelijke religie overal moest worden verspreid. Bij het verdrag van Tordesillas in 1494 verdeelde de Paus in opdracht van de Spaanse koning de overzeese gebieden tussen Spanje en Portugal. Het rijk van de Azteken werd geclaimd voor de Spaanse troon door de gouverneur van Cuba, Diego Velázquez.

Een van de belangrijkste Conquistadores die in de voetsporen van Columbus trad, was Fernando (Hernan) Cortés (1485-1547). Op 18 februari 1519 vertrok hij uit Havana met tien schepen om het gebied te veroveren. Twee maanden later stichtte hij aan de golf van Mexico de eerste Spaanse stad in Mexico, Villa Rica de la Vera Cruz (Veracruz). Hij liet daar de Catedral de San Ildefonso bouwen op de plek van een voormalige Maya tempel. Ook werden stenen van de tempel gebruikt bij de bouw van de kathedraal. Samen met inheemse volkeren zoals de Tlaxcaltecas, tegenstanders van de Azteken, slaagde Cortes erin het gebied te bezetten en de hoofdstad Tenochtitlan in 1521 te verwoesten. Tenochtitlan was toen met zo'n 200.000 inwoners een van de grootste steden ter wereld. Op de ruïnes werd later de hoofdstad Mexico stad gesticht.

Monzongo was de vorst van Verragua: het tegenwoordige kustgebied van Nicaragua, Costa Rica en een deel van Panama. Tijdens zijn vierde reis probeerde Columbus dit gebied te veroveren, maar slaagde daar niet in. Later werd het onderdeel van het Spaanse rijk. Bartolomé de las Casas (1484-1566), een dominicaanse priester, wilde verandering brengen in slechte situatie van de tot slaaf gemaakte bevolking. In 1612 had hij zich gevestigd in het net veroverde Cuba. Op zijn haciënda werd gedwongen arbeid verricht door oorspronkelijke bewoners. Hij zag dat de andere landeigenaren hun tot slaaf gemaakten wreed behandelden. Van Karel V kreeg hij in 1522 toestemming een modelkolonie te stichten, maar door tegenwerking van slavenhandelaren mislukte dat.

Tijdens het Dispuut in Valladolid in Spanje in 1550, kreeg Las Casas het onder meer voor elkaar dat werd beslist dat de oorspronkelijke bewoners van het gebied een ziel hadden, en daarom werden erkend als mensen. Het lukte hem niet dit ook te laten gelden voor de zwarte bewoners van Afrika, want dat waren volgens hen beesten. Dit maakte de weg vrij voor de slavenhandel vanuit Afrika.

Bronnen

  • Albach, Ben. Helden, draken en comedianten. Uitgeversmaatschappij Holland, Amsterdam 1956.
  • Algemene Winkler Prins Encyclopedie. Elsevier Amsterdam Brussel. Deel 3 1956, Deel 7 1958, Deel 10 1960.
  • Barbaz, A.L.. Amstels schouwtoneel 2e deel. No 48 maandag 10 april 1809. Te Amsterdam by Willem van Vliet op de Heiligeweg.
  • Coffeng, Joh. M.. Lexicon van Nederlandse tonelisten. Polak& van Gennep, Amsterdam 1965.
  • Hoeven, M.B. van der. Fasen en Facetten. geschiedenis voor het eindexamen. J.M.Meulenhoff, Amsterdam 1962.
  • Laan, ter K.. Letterkundig woordenboek voor noord en zuid, 1952.
  • Leemans, Inger en Johannes, Gert-Jan. Worm en Donder, Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800: de Republiek. Hoofdstuk 'Op reis naar 'de ander', 2013.
  • Melle, A.G. van. De bronnen van van Winter’s Monzongo en Menzikoff. Tijdschrift De Nieuwe Taalgids, jaargang 52, 1959.
  • Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Hoofdredactie M.A. Schenkeveld- van der Dussen. Uitgeverij Martinus Nijhoff Groningen, 1993.
  • Sens, Angelie. Mensaap, heiden, slaaf. Nederlandse visies op de wereld rond 1800. Nederlandse cultuur in Europese context ijkpunt 1800. Sdu Uitgevers, Den Haag 2001.
  • Stipriaan, Alex van. Uit Stilte Niet Storen. De Slavernij is afgeschaft.
  • Vries, Cor H.H. de. In tranen wegsmelten bij Monzongo. Reacties op de opvoering van het eerste anti-slavernij toneelstuk in Nederland. Historica uitgave vereniging voor gender geschiedenis nr.3, 2018.
  • Wikipedia. Donderdagsgenootschap.