Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


UploadenAfbeeldingDef.png
NaamHarry de la Fuente
Volledige naamHenri August de la Fuente
Geboortedatum1914
Overlijdensdatum1996
BeroepActeur
DisciplineToneel

Harry de la Fuente (1914-1996) was een veelzijdig uitvoerend kunstenaar in Suriname. Vooral als acteur en violist genoot hij grote bekendheid.

Zijn succes als acteur viel samen met de bloeitijd van de al uit 1837 daterende toneelvereniging Thalia. Deze vereniging kreeg in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw nieuwe inspiratie door de komst van een aantal, uit Nederland afkomstige en door STICUSA uitgezonden, regisseurs. Harry beleefde zijn doorbraak op het toneel in 1954, toen hij in de operette 'Victoria en haar Huzaar' van Paul Abraham met veel succes de rol van vioolspelende zigeuner vertolkte.

Andere hoogtepunten uit die tijd waren 'Sjinnie', de door Wim Salm voor Suriname bewerkte versie van het toneelstuk 'Boefje' van M.J. Brusse en een Vaudeville productie van de Surinaamse schrijver Albert Helman in de regie van Edwin Thomas. Jarenlang vormde hij een komisch duo met Hans Fernandes, die zijn talent voor het imiteren van stemmen had ontdekt.

Ook als radio- en televisieacteur maakte hij naam. In 1950 was hij voor het eerst te horen op de radio als Surinaamse wasvrouw in een commercial voor het wasmiddel Tide. Met dit typetje was hij vanaf 1965 gekleed in kotto (Surinaamse klederdracht) ook op de Surinaamse televisie te zien.

Vanaf 1958 toen de nieuwe radiozender Apintie de lucht in ging, was hij 24 jaar lang als hoorspelacteur te beluisteren. Veel succes had hij met de 'famirie Mi Sma' (‘Mijn mensen’), een hoorspelserie geschreven door Wilfred Teixeira, over de belevenissen van een Surinaamse familie. Harry vertolkte behalve de rollen van Oma Misma en het dienstmeisje Joosje ook allerlei personages uit de Surinaamse multi-culturele samenleving, zoals een Javaan, een Chinees of een Hindoestaan die hij elk met hun karakteristieke stemgeluid en taalgebruik liet horen.

Als violist was hij betrokken bij de begeleiding van veel theater- en dansvoorstellingen. Vanaf de oprichting in 1948 speelde hij in het Surinaams Philharmonisch orkest dat aanvankelijk onder leiding stond van de initiator Eddy Wessels. Hij volgde Harry U A Sai op als concertmeester; een functie die hij in de jaren 70 ook bekleedde bij het Surinaams Strijkorkest onder leiding van Haakon Nicasie, waar hij ook als solist optrad. In 1956 ging de CCS Muziekschool van start, na de onafhankelijkheid Volks Muziek school genoemd, waar Harry viooldocent werd.

Laffie, zoals hij in de volksmond genoemd werd, is zijn hele leven in Suriname gebleven. Mede daardoor heeft hij nooit volledig van zijn kunstenaarschap kunnen leven. Zijn inkomen betrok hij grotendeels van zijn bedrijf voor reclameschilderwerk. Veel van de reclames voor Coca-Cola en andere fris- en alcoholische dranken op muren en daken, in en buiten Paramaribo, werden door dit bedrijf vervaardigd.

Aan zijn carrière kwam onverwachts een einde toen hij in 1988 een hersenbloeding kreeg. Harry de La Fuente werd benoemd tot Ridder in de Ere-Orde van De Palm en kreeg de Rotary Award toegekend voor zijn uitzonderlijke verdiensten als uitvoerend musicus.


Harry de la Fuente heeft bijgedragen aan 1 productie(s).

Harry de la Fuente heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Harry de la Fuente heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Curriculum Vitae Theatrum
Productie Functie Producent Seizoen Premièredatum In regie van
Lafoe a no sjen (Lachen is geen schande) Uitvoerende Doe-theater 1976/1977 8 januari 1977 Henk Tjon

Bronnen

  • Krantenartikelen uit het Archief van Deana de la Fuente;
  • Juryrapport van de Rotary Vocational Excellence Award 1995;
  • Archief van Theater Thalia;
  • Ronald Snijders (1998 ) De man met de piccolo (een biografie over zijn vader Eddy Snijders, kapelmeester in Suriname, musicus in het Surinaams Philharmonisch Orkest en dirigent van het orkest van de Volksmuziekschool);
  • Interviews met Surinamers die betrokken waren bij bovengenoemde instellingen.