Fien de la Mar: Biografie - Een eigen theater

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Fien de la Mar, 1935. Foto: Jacob Merkelbach. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Fien de la Mar:

Een eigen theater

Fien de la Mar in Leidens Ontzet, 1945. Foto: onbekend. Collectie TIN.

Tijdens de oorlog moet het idee voor een eigen theater al ontstaan zijn bij Fien de la Mar en haar man Piet Grossouw. Een maand na de bevrijding versturen zij namelijk een brief naar het Amsterdamse college van b&w met het verzoek om de oude, in de oorlog afgebrande Spieghelschool in de Amsterdamse Marnixstraat om te bouwen tot een theater voor “internationale cabaretkunst”, met een “vaste zetel voor mevr. Grossouw-de la Mar waarbij ook de artistieke leiding in de exploitatie zou berusten” (Geciteerd uit Jenny Pisuisse, 1982).

Het zou nog twee jaar duren voordat het zover is. In die tijd speelt en zingt de bijna vijftigjarige, nog altijd zeer energieke Fien (van het verkleinwoord neemt zij voortaan afstand) zich weer in de spotlights. Na een reeks voorstellingen met een ‘bevrijdingsstuk’ van Tooneelgroep 5 mei ‘45, waarin de actrice het door Maurits Dekker geschreven fragment Leidens Ontzet speelt, sluit zij zich onder meer aan bij het cabaretgezelschap van Cor Ruys in Scheveningen, waar ook Conny Stuart haar opwachting maakt. Hier pakt de geboren cabaretière het publiek in met de op haar verzoek geschreven monoloog ‘Circusvrouwen’ van Hella Haasse. In diezelfde tijd laat toneelschrijver en regisseur Eduard Veterman haar bij het gezelschap START schitteren in de door hem gecreëerde titelrol van Lysistrata.

Dat niet alleen Fien de la Mars productiviteit, maar ook haar populariteit na de oorlog niets aan kracht heeft ingeboet, blijkt uit de nog altijd juichende kritieken. “Het is (…) alleen maar verwonderlijk, dat men zodra Fien de la Mar het toneel opkomt, niet het klikken hoort van de sloten waarmee de andere artisten hun koffers dichtsluiten om vervolgens haastig te vertrekken” (De Groene Amsterdammer, 14 september 1946), schrijft een recensent naar aanleiding van een optreden in de kleine zaal van het Concertgebouw.

Fien de la Mar en John Toer in Maya, 1947. Foto: Particam/MAI. Collectie TIN.
Omslag programma Maya, 1947, Theater De la Mar. Collectie TIN.

Op 31 juli 1947 vindt de opening van het Theater De la Mar plaats met de door toneelgroep Comedia opgevoerde voorstelling Maya, waarin Fien naast onder andere Han Bentz van den Berg en Rika Hopper de hoofdrol speelt. Het theater draagt de naam van de hele familie, in het bijzonder Nap de la Mar; een schilderij van Fiens vader in de rol van Napoleon siert de foyer. De verwachtingen van het “cultureel centrum, dat een eigen plaats in het beroeps- en amateurtoneelleven van de hoofdstad kan gaan innemen” (Algemeen Handelsblad) zijn hooggespannen.

Het Theater De la Mar herbergt diverse cabaretgezelschappen, van Fien zelf (met Willy van Hemert, Guus Hermus, Ko van den Bosch en een jonge Hetty Blok) en van Martie Verdenius (met onder andere Henk Rigters en Otto Sterman). In alle voorstellingen is de theaterdirectrice het stralende middelpunt. Met het in 1948 door Dick van Veen en steracteur Ko van Dijk opgerichte toneelgezelschap De Spieghel, dat maar één seizoen zou bestaan, speelt Fien maar liefst zes stukken in haar eigen theater, waaronder Madame Elspeth en Het heerlijke zuiden. Allemaal niet de minste namen en voorstellingen, maar het was lang niet genoeg om de boel draaiende te houden. Fien ontbrak het aan discipline en zakelijk inzicht en Piet Grossouw was geen theaterman. “Ze was ook altijd bang voor dat theater”, zou haar pianist Jo Spiers later vertellen. “Er ging natuurlijk van alles mis, want technisch zat het allemaal nogal moeilijk en de toneelknechts wisten in het begin ook niet hoe het allemaal zat” (De Tijd, 8 oktober 1982).

Wim Sonneveld in 'zijn' Nieuwe de la Mar Theater. Foto: Hasewinkel, Zeist. Collectie TIN.

“Het was een debâcle”, aldus de bondige woorden van Fien de la Mar zelf. “Soms speelden we voor twaalf mensen. We hadden geen recette en konden ook geen trekkers krijgen als Toon Hermans” (Het Parool 1964). Wim Sonneveld nam het theater na drie jaar van haar over; er werd een balkon gebouwd waardoor de plaatsen werden uitgebreid van 300 naar 500 en de nieuwe eigenaar gaf Fien ongewild een trap na door "Nieuwe" toe te voegen aan de naam. “De klap kwam hard aan. Ze voelde zich verkocht en verraden”, schrijft Wim Ibo.

“Toen dat niets was geworden, wilde ik niets anders dan gewoon samen met mijn man oud worden” (Het Parool 1964). Zeven jaar lang trekt Fien de la Mar zich terug. Haar vakgenoten en vrienden ontmoet zij enkel in artiestensociëteit De Kring en in café Schiller waar zij veel aan de bar zit te drinken, alleen en met haar man. Als Piet Grossouw in 1957 sterft, gaat het snel bergafwaarts met de beroemdheid.

Artist's impression van het DeLaMar Theater in de Marnixstraat. Maker: CIIID.

Het Nieuwe de la Mar Theater heeft nog tot 2007 onder deze naam voortbestaan. In mei 2007 werd het theater gesloopt, en begin 2008 werd een begin gemaakt met de bouw van een nieuw theatercomplex op dezelfde plaats: het DeLaMar Theater van de VandenEnde Foundation. DeLaMar opent november 2010 voor het publiek. De programmering sluit aan op de traditie van het vroegere Nieuwe de la Mar Theater: kwalitatief hoogwaardige voorstellingen voor een breed publiek. De twee zalen van DeLaMar, van respectievelijk 939 en 601 stoelen, worden bespeeld door zowel vrije producenten als gesubsidieerde gezelschappen. De naam van Fien de la Mar en haar vader Nap de la Mar zal dus ook in dit nieuwe theater voortbestaan.