Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Context

De eerste serie in Amsterdam wordt uitgevoerd als middagvoorstellingen in de Kerstvakantie.

Betrokkenen

De onderstaande personen hebben een (in)directe bijdrage geleverd aan de realisatie van de theaterproductie (in voorkomende gevallen op basis van- of uitgaande van een bestaand werk). Aanvullingen zijn welkom.

Auteurs en makers

NB: Op dit moment worden specificaties (bijv. 'assistent', 'dialogen', 'ontwerp') nog niet meegenomen vanuit de premièredatabase. Deze informatie is op te vragen via de Theatercollectie.

Aan de realisatie van deze productie hebben meegewerkt:




    Rolverdeling en uitvoerenden

    NB: De rolbenamingen zijn veelal direct overgenomen zoals in het originele programmaboekje vermeld, en kunnen zodoende verouderde termen bevatten. Zie ook deze pagina.

    Mr. Gardigan Thornbill: Jaap van der Poll
    Carry Fresing: Dogi Rugani
    Dé'tje Mertens Mary Smithuysen
    Truus Slikker: Enny Meunier
    Langenout, vertegenwoordiger van de Kingford Maatschappij: Willem de Vries
    Dolf Fresing: Emile van Stuwe
    Mr. Edward Burns: Henk Schaer
    Van Woerden, boekhouder: Hans Tiemeyer
    Dirk, loopjongen: Ko van Dijk jr.
    Lenan Dupont: Lou Hertz


        Vastlegging


        Debuut van Ko van Dijk

        De Kingfordschool was een toneelbewerking door P. Schröder van het gelijknamige boek van Cissy van Marxveldt. Ko van Dijk jr. speelde de rol van Dirk, een brutale loopjongen met zwaar Amsterdams accent. De Haarlemse toneelcriticus J.B. Schuil schreef in zijn recensie van het stuk op 21 januari 1933 in het Haarlemsch Dagblad:
        '(...) En dan was er nog een opmerkelijk debuut van Ko van Dijk Jr., zoon van den ouden Ko, die zijn vader alle eer aandeed in de alleraardigst gespeelde rol van een brutalen loopjongen. Ko van Dijk Sr. heeft de regie gevoerd en aan hem danken wij dus de zeer vlotte en levendige vertooning...' (geciteerd uit: Ko van Dijk van Guus Verstraete sr. (Semper Agendo 1973).
        'In de Kingfordschool speelde ik Dirk de looplongen en ik mag zeggen dat ik er àlles voor meehad want ik was een magere, miezerige knaap van zestien en ik sprak zó plat Amsterdams, dat mijn vader zijn oren ontzet dichthield als hij mij hoorde.' (Ko van Dijk geciteerd uit: Het Parool 28 december 1957)

        Bronnen