Column Jacques Klöters 6 augustus 2013

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Column Jacques Klöters 6 augustus 2013

Ik moest vanmorgen denken aan Wout van Liempt, de gentleman onder de impresario’s 1918-2013 las ik gisteren in Het Parool. Wout is dus toch gestorven, iets wat ik niet meer verwacht had.

Zo’n man die nog een adresje weet om zich ‘s morgens te laten scheren. Altijd knap in het pak, verzorgde nagels, grote Jaguar om de hoek. Nooit voor de deur zetten Jacques, zeker niet bij artiesten. Dan denken ze meteen: O daar gaan me centen heen! Overigens wil je aan niemand zeggen hoe oud ik ben, want ik werk nog steeds als producent en impresario en als uitkomt dat ik al boven de negentig ben, word ik niet meer serieus genomen. Ik doe nog steeds het Wereld Kerstcircus in Carré samen met Henk (van der Meyden) en wat er zo verder op mijn pad komt.

Maar waarom Wout, waarom al die toestanden, al dat gereis, voor het geld hoef je het niet meer te doen en er zijn toch leuke jonge impresario’s die ook goed artiesten aan schouwburgen kunnen verkopen. O ja? Wie dan? Nou Die en Die. Die en Die? Die kan nog geen reddingsboei aan een drenkeling verkopen!

Meestal belde Wout van Liempt mij en dan nodigde hij me uit voor een lunch in een prettig restaurant. Seinpost in Scheveningen of bij mij in Amsterdam. Hij had een paar gespreksonderwerpen in zijn hoofd en die handelde hij puntsgewijs af. Heb je die en die gezien, wat vond je ervan? Was je al in dat en dat theater, heb je gezien hoe de buffetten daar gerund worden? Wist je overigens dat de moeder van Slees de buffetten runde van het Paleis voor Volksvlijt?

Ik was voor Wout een geschikte gesprekspartner omdat ik kennis heb van het oude amusementsbedrijf. Een anekdote over Lou Bandy die met Bertha Verzwijver etc. was aan mij goed besteed omdat ik wist wie die mensen waren. Weet je dat Lou altijd rekende in meiers, hij kwam voor vijf meier, zes meier, altijd meiers.

Maar goed, waar hadden we het over, de nieuwe musical van Joop. Nee ik heb geen last van hem, ik doe mijn eigen dingen, weet je wat het is van een liefhebber kun je het nooit winnen. Joop is een liefhebber en hij heeft plenty geld. Als ik een show produceer, loop ik risico, probeer ik als zakenman mijn verlies te beperken, dus gaat een show slecht en lijd ik verlies dan probeer ik er zo snel mogelijk vanaf te komen. Joop niet, dat is een liefhebber, die houdt van die show, die gelooft in die artiest, dus blijft ie er geld in pompen en als ie er een miljoen verlies op maakt dan kan het hem nog niet schelen. Hij voelt het niet.

Heb ik je al eens verteld hoe ik Wim Kan aan de tv verkocht? Kan deed de Oudejaarshow altijd op de VARA radio, luisterde heel Nederland na en hij wilde niet op tv. Ik zat een keer bij Piet te Nuyl op kantoor en die zegt zo een beetje uit de hoogte: Zeg Van Liempt wat kost dat uurtje Wim Kan op tv? Ik zeg dat kost je een miljoen. Te Nuyl kreeg zo ongeveer een hartstilstand. Een miljoen?!! Ja een miljoen, is dat zo raar? Dat is ongeveer een dubbeltje per kijker. En een uur later schieten ze voor tien miljoen pijlen in de lucht! Nou Kan heeft het gekregen hoor. Tegenwoordig mag je blij zijn bij de tv als ze de opname willen betalen.

De laatste keer dat ik met Wout lunchte was in een visrestaurant in Amsterdam. De bevriende theaterproducent Gerard Cornelisse die oom Wout mocht zeggen, was er bij. We namen afscheid. Ik laat m’n Jaguar hier bij de Rai staan, zei Wout, ik wil nog even naar de Heiligeweg om een nieuw petje te kopen, maar dan neem ik wel de tram. Wilt u met mij meerijden, vroeg Gerard. Waar staat je auto? Nee ik ben op de scooter, stap maar achterop. De kwieke negentiger sloeg een been over het zadel en keek nieuwsgierig rond. Wanneer heb je voor het laatst op een scooter gezeten Wout? Nou dat is toch al meer dan 90 jaar geleden, ik herinner me het niet, nog nooit eigenlijk!

En daar reed Wout van Liempt mijn leven uit, echt ik had niet verwacht dat hij dood zou gaan.

Wout van Liempt (links) en Wim Kan in 1973. Foto ANP.

Wout van Liempt (links) en Wim Kan in 1973. Foto ANP.


Terug naar Column Jacques Klöters