Column Jacques Klöters 25 april 2012

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Ik moest vanmorgen denken aan de "smoelenbijbel". Je vindt het in ieder antiquariaat op de onderste plank, een ontilbaar dik boek met de titel Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in Woord en Beeld. Voor 20 euro kun je de 1749 bladzijden meestal wel meekrijgen. Je denkt dat het een soort Who’s who van vooroorlogs Nederland is. Het begint plechtig met inleidingen van professor Brugmans en N.Japikse, directeur van het koninklijk huisarchief. Er volgen biografieën van koningin Wilhelmina en andere leden van het Koninklijk Huis. Prinses Juliana poseert enigszins uitdagend met één hand in de heup en de andere laat nonchalant een waaier hangen. Ze weet dat ze begeerd wordt door de man op pagina 18, Prins Bernard, graaf van Lippe-Biesterfeld met wie ze bij het verschijnen van het boek 1 jaar getrouwd is.

En dan, op alfabetische volgorde de biografieën van de Persoonlijkheden die er toe doen in Nederland anno 1938. Ook hun portretten staan er bij, niet zelden afbeeldingen van schilderijen. Maar er is iets vreemds aan de hand. Minister-president Colijn staat er in, natuurlijk kamerleden, industriëlen als Henry Heineken en Anton Philips, maar ook café-eigenaren, drankenimporteurs en mensen zonder duidelijke verdiensten anders dan dat ze rijk zijn.

Er staan ook heel veel mensen niet in. Ik zoek naar de bekendste schrijvers van 1938. Marsman? Nee wel een longarts dr Michel Marsman ("dr M is liefhebber van muziek en speelt geregeld viool") Slauerhoff? Nee wel Johannes Slempkes, auteur van het openluchtspel Delvend omhoog en oud hoofd der openbare school in Roozendaal "Bij zijn afscheid van de school, waar hij zo lang de leiding had, is hem een gouden horloge met inscriptie aangeboden als blijk van waardering"). Er staan niet heel veel mensen uit het kunst en amusementsbedrijf in de smoelenbijbel waarvan de journalist H.P. van den Aardweg de eindredacteur was. Maar ook in de keuze van artiesten heerst willekeur, wel Bandy en Buziau, niet Davids en Speenhoff. Niet de toneelleider en acteur Albert van Dalsum, wèl bioscoop directeur Adrianus van Tol ("is een liefhebber van snelheid, waartoe hij buiten zijn zeer snelle auto’s een raceboot en een kruiser bezit.")

V.l.n.r. Lou Bandy (1944), Johan Buziau, Louis Davids (1925, Foto: Bernhard Jacobs), Koos Speenhoff (Foto: Henri Berssenbrugge), Albert van Dalsum (Foto: Ralph Prins).


Het Theater Instituut Nederland bezit een exemplaar van de Smoelenbijbel in de originele kartonnen omslag. De bejaarde muziekuitgever J.H.Smit gaf het me in 1977 mee. Hij vertelde me dat je heel vereerd was als je gevraagd werd om in dat boek te komen. Je mocht zelf je biografie schrijven en als je geen goede foto had, dan stuurden ze een goede fotograaf langs. Je werd wel verwacht enige exemplaren van het dure boek af te nemen. Dat was de hele opzet, de Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden werden op een aantal uitzonderingen na alleen opgenomen als ze betaalden. Er staan alleen ijdele, rijke mensen in de smoelenbijbel.

De latere hoffotograaf Marius Meijboom had veel te danken aan de smoelenbijbel. Hij was een van de fotografen, deed het gratis want hij gokte op de nabestellingen zoals hij in 1974 in Het Parool vertelde. De andere fotografen waren Cas Oorthuys die ook twee gevluchte Duitse joden aan het werk hielp, Franz Ziegler en Hannah Elkan. Toen de Duitsers binnengevallen waren, zochten ze bekende Nederlanders die ze als gijzelaars konden opsluiten in St Michielsgestel en Haren. Ze gebruikten voor hun keuze de smoelenbijbel. Vandaar dat Bandy en Buziau in het gijzelaarskamp kwamen en de andere artiesten niet. Ijdelheid is een hoofdzonde en wordt gestraft.

Zie ook: Smoelenbijbel op internet


Terug naar: Column Jacques Klöters