Column Jacques Klöters 24 mei 2015
Column Jacques Klöters 24 mei 2015
Ik moest vanmorgen denken aan het terras van Annie Schmidt. Het was aangelegd door haar man, er stond een wankel tafeltje en een pot met peuken. Een afdakje tegen de regen op betonnen pilaren. Heet zoiets een pergola? Er klommen wijnranken omhoog en poezen. Ik was alleen op vakantie.
Mijn vrouw was er vandoor had ik Annie verteld en dat ik niet wist hoe ik de zomer door moest komen. Dan ga je toch in mijn huisje in zuid Frankrijk zei Annie. Ja mooi, lief van je, maar dan zit ik daar helemaal alleen op die berg met al mijn verdriet, weet je dat ik nog nooit alleen ben geweest in mijn leven? Ja dat zul je moeten uitzoeken of je dat kan, zei ze. Maar er rijdt een trein en je kan dus altijd weer terug. Ze kon ze heet doven, Annie.
In Nice had ik een scooter gehuurd en steeds als het verdriet te groot werd ging ik daarmee de bergen in, lekker schuin door de bochten in de Alpes Maritimes. Dat hielp wel.
Ik had een week alleen gezeten in het eenvoudige huisje tussen de brem en de vuurvliegjes, had uitgekeken over het dal en overdacht wat er mis was gegaan. Op zekere dag was de mistral opgestoken en veranderde het uitzicht. Er voer een wit jacht in de lucht. Even later klaarde het nog verder op en bleek wat al die tijd de lucht was geweest, de intens blauwe Middellandse zee te zijn die 20 kilometer verderop lag.
De tweede week waren er gasten gekomen. Mijn vrienden George en Anke Groot hadden Annie's schrijfhuisje betrokken, Adelheid Roosen en een vriendin kampeerden op een weitje naast het huis. Er was reuring alom, ik was blij met de afwisseling en deelde mee dat ik mijn verjaardag wilde vieren. Ik nodigde Hub en Marita Mathijsen uit die een kilometer of wat verderop zaten en zo zat ik op mijn verjaardag in een heel ander gezelschap dan anders mijn verjaardag te vieren op het terras van Annie.
Ik kreeg flessen cadeau en van George het verlof om anekdotes en verhalen te vertellen zonder dat hij me zou onderbreken. Ga maar helemaal los, zei hij, dat is ons cadeau dit jaar.
Het was een prachtige verjaardag, er kwamen verhalen los die ik in geen jaren verteld had, totdat na uren plezier Adelheid riep: Godverdomme Klöters heb je helemaal niets anders te melden dan anekdotes?! Vanaf die dag ben ik bang dat dat zo is.
(Dit is een vervolg op de column van 16 mei)
Terug naar Column Jacques Klöters