Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Chris lebeau.jpg


zelfportret, 1940 Collectie RKD

Geboortedatum26 mei 1878
Geboorteplaats Amsterdam
Overlijdensdatum30 april 1945
Overlijdensplaats Dachau
BeroepKunstschilder, tekenaar, monumentaal kunstenaar
Externe databases:
VIAF
RKD

Chris Lebeau (1878-1945) was een van de meest veelzijdige kunstenaars uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Als kunstnijveraar ontwierp hij onder meer batikwerk, keramiek, damast, glaswerk, interieurstoffen, glas-in-loodramen en muurschilderingen. Daarnaast was hij werkzaam als graficus en ontwerper van boekbanden. Van 1914 tot 1917 werkte Lebeau als huisontwerper bij Theater Verkade, 's-Gravenhage. Hier ontwierp hij de decors, kostuums en het drukwerk voor toneelgezelschap Die Haghespelers van de jonge acteur-regisseur Eduard Verkade, die er vernieuwende ideeën op nahield. In reactie op het toenmalige naturalistische ‘waarheidsgetrouwe’ toneel streefde Verkade juist naar een ‘vergeestelijking’ van de toneelkunst. De nadruk moest volgens hem niet liggen op het naspelen van de werkelijkheid, maar op het overdragen van de diepere psychologische boodschap van het stuk. ‘Met Chris Lebeau haalde Verkade een ontwerper in huis die zijn idealen kon verbeelden’

Chris lebeau 1917.jpg

Dit kwam niet alleen tot uiting in de moderne enscenering en experimentele speelstijl van Die Haghespelers, ook de toneelaffiches, programmaboekjes en het briefpapier van het toneelgezelschap droegen deze idealen uit. Met een alleskunner als Chris Lebeau, opgeleid aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid en sterk beïnvloed door de theosofische stroming binnen de Nieuwe Kunst, haalde Verkade een ontwerper in huis die deze vernieuwende ideeën als geen ander kon verbeelden.

Driedimensionaal effect Lebeau’s eerste programmaboekje voor seizoen 1914-1915 voor Theater Verkade is versierd met een oosters vrouwengezicht in drie kleuren: paars, oranje en groen. De uitvergrote letters EV in het midden verwijzen naar de initialen van Eduard Verkade en zijn vrouw, actrice en publiekslieveling Enny Vrede. Door de drie kleuren ontstaat een bijzonder “driedimensionaal” effect. Volg je bijvoorbeeld de paarse lijnen dan lijkt het alsof de ogen van de vrouw half gesloten zijn, maar als je de oranje lijnen volgt staan haar ogen juist wijd open. Hetzelfde effect zie je terug bij haar mond, waarbij de paarse afbeelding een gesloten mond laat zien en de oranje afbeelding een geopende, roepende mond. Maar wie goed kijkt, ziet nog iets anders: de groene afbeelding is een doodshoofd. Door het subtiele kleurgebruik, waarbij het lichtgroen minder opvalt dan het felle paars en oranje, lijkt het net alsof de schedel, die ons grijnzend aankijkt, onderop ligt. ‘To be or not to be, grijnst de schedel achter het masker ons toe’ Lebeau verwijst hier naar het bekende schildersthema van de vanitas, dat vaak werd afgebeeld op Nederlandse schilderijen uit de zestiende en zeventiende eeuw. De grijnzende schedel confronteert de toeschouwer met de ijdelheid en vergankelijkheid van het aardse bestaan. Hiermee verbeeldt Lebeau treffend de kern van de belangrijkste voorstelling van Die Haghespelers in die periode: Hamlet van William Shakespeare. ‘To be or not to be’, grijnst de schedel achter het masker ons toe.

Duivelskopjes Voor het volgende seizoen (1915-1916) van Die Haghespelers ontwierp Lebeau weer een bijzonder programmaboekje, dat hij zelf in steendruk uitvoerde. Ditmaal tekende hij een mannenhoofd, met lange haren die als slangen naar beneden kronkelen en uitmonden in duivelskopjes, die geïnspireerd zijn op oude Japanse toneelmaskers. Aan de gedetailleerde uitwerking te zien heeft Lebeau hun demonische grimassen met veel plezier getekend. Opvallend is ook het contrast met het grote gezicht dat juist rust en vrede uitstraalt. De gelaatstrekken vertonen veel gelijkenis met enkele zelfportretten van Lebeau, dus het lijkt erop dat hij zichzelf heeft afgebeeld. ‘De gelaatstrekken van het masker vertonen veel gelijkenis met Lebeau’s zelfportretten’ Het mannenhoofd wordt bedekt door een kroon, die deels wordt gevormd door het woord ‘programma’. De bovenrand van de kroon bestaat uit nog meer kleine maskertjes die de ene keer somber en de andere keer vrolijk kijken. Lebeau speelt hier met het motief van tragedie en komedie. Dit motief werd vaak op programmaboekjes afgebeeld en verwijst naar de oorsprong van de westerse toneelkunst: het antieke theater van de Grieken en Romeinen. En weer is er meer te zien voor de oplettende toeschouwer: in de stralende ogen zien we bijvoorbeeld een toneel met geopend gordijn. En op de tong van de middelste duivel, onder de kin van het grote gezicht, staat Lebeau’s monogram. De duivelskopjes komen ook terug op het briefpapier dat Lebeau voor Theater Verkade ontwierp.

Nederlandsch Concert en Theaterbureau Een andere opdrachtgever waar Lebeau programmaboekjes voor heeft gemaakt, is het Nederlandsch Concert en Theaterbureau in Den Haag. Het programmaboekje voor het seizoen 1928-1929 is ontworpen in de stijl van de Amsterdamse School. Kenmerkend voor deze stijl zijn bijvoorbeeld de zware bonkige en daardoor wat moeilijk leesbare letters. Inhoudelijk blijft Lebeau echter voortborduren op dezelfde thematiek. Weer zien we een oosters vrouwenhoofd met roepende mond, ditmaal met een haardracht die bestaat uit twee flankerende maskers die wederom tragedie en komedie verbeelden (zie het verschil in de monden). Op de achterzijde van het boekje staat een door Lebeau ontworpen advertentie voor de Duitse piano- en vleugelfabrikant Ibach. Het boekje met de harp dat eind jaren 30 werd gebruikt, heeft een modern omslagontwerp. De strakke vormgeving doet denken aan de platenhoezen die Lebeau in deze periode ontwierp. Het vrouwengezicht met de maskers is alleen nog klein als logo afgebeeld.

Maskernummer van Wendingen Lebeau’s fascinatie voor oosterse maskers stond niet op zichzelf. In de eerste helft van de twintigste eeuw bestond er onder Nederlandse kunstenaars een grote belangstelling voor niet-westerse culturen en voor maskers in het bijzonder. In 1920 gaf het toonaangevende kunsttijdschrift Wendingen zelfs een speciaal ‘maskernummer’ uit met foto’s van Griekse, Romeinse, Afrikaanse, Japanse, Indonesische en Tibetaanse maskers. Vooral de oosterse maskers die werden gebruikt bij rituele dans- en toneelvoorstellingen, zoals het Japanse noh-theater en Indonesische maskerdansen, kregen veel aandacht in Wendingen. Een van de artikelen die de belangstelling voor deze maskers goed verwoordt, is geschreven door Die Haghespelers-acteur Herman Kloppers, die goed bevriend was met Lebeau. ‘Het masker kan weidsch zijn en diep, een rijke harmonie van verre klanken’ ‘Ik geloof in het masker’, schrijft Kloppers in zijn artikel. ‘Het masker kan weidsch zijn en diep, een rijke harmonie van verre klanken. Het kan zijn van een daimonische verschrikkelijkheid grooter dan die van eenige vertrokken tronie. Het kan zijn van een groteske kracht grooter dan die van eenige acteursgrimas. Als geen gesminkt gelaat kan het zijn van goddelijke verhevenheid. En het kan teeder zijn als de teederste liefde.’

Maskerdansen Niet zozeer het idee dat de drager van het masker bezeten was door de geest of godheid die hij uitbeeldde, sprak toneelvernieuwers als Kloppers en Verkade aan; maar wel de grote natuurlijke zeggingskracht die van de oosterse toneelmaskers uitging. Het was juist deze zeggingskracht die zij misten en wilden terugbrengen in de Nederlandse toneelkunst. Sommige theatermakers gingen daarbij zo ver dat zij het masker weer op het toneel gingen gebruiken. Zo baarde de Duitse danseres en choreografe Gertrud Leistikow begin jaren 20 veel opzien met haar expressieve maskerdansen. Beeldhouwer Hildo Krop ontwierp een aantal maskers voor haar optredens in Nederland. Ook de Haghespelers in Limburg/het Voorhout, een latere voortzetting van Die Haghespelers, weer onder leiding van Verkade, gaven begin jaren 20 enkele voorstellingen met toneelmaskers van Krop.

Spiegel van de ziel Het oude toneelmasker werd zo een symbool voor het moderne toneel, dat door veel kunstenaars werd overgenomen. Lebeau gaat hierbij echter een stap verder. Hij vermengt de symboliek van het masker met de thematiek uit de voorstellingen, zoals het vanitas-motief uit Hamlet. En zijn maskers hebben nog een andere symbolische betekenis. Het masker is volgens het artikel in Wendingen ook een ‘spiegel van de ziel’. Dit is de impliciete boodschap van de programmaboekjes van Lebeau. Zijn maskerkoppen herinneren ons aan het masker dat wij mensen dragen om onze ware aard en gevoelens te verhullen. ‘Het zijn de maskers die het leven ont-maskeren’ Of zoals Kloppers in Wendingen schrijft: ‘O, deze onbewegelijken. (…) Zij dwingen ons met hun oneindigen blik, magnetisch voeren zij ons met zich naar hunne eenzame hoogten. Zij zijn de maskers die het leven ont-maskeren. O, een maker te mogen zijn, tevens drager, van maskers!’

Sipke van de Peppel is verzamelaar van Nederlandse boekbanden en gelegenheidsgrafiek tussen 1890 en 1940.


Chris Lebeau heeft bijgedragen aan 2 productie(s).

Chris Lebeau heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Chris Lebeau heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Curriculum Vitae Theatrum
Productie Functie Producent Seizoen Premièredatum In regie van
Totok en Indo Decor Die Haghespelers (1913-1917) 1914/1915 10 april 1915 Eduard Verkade
Het krekeltje achter den haard Decor Die Haghespelers (1913-1917) 1915/1916 25 december 1915 Eduard Verkade


Chris Lebeau was gefascineerd door de zeggingskracht van het oosterse toneelmasker. Dit thema keert telkens terug op de omslagen van zijn programmaboekjes voor het theater. Maar wie goed kijkt, ziet nog veel meer...

Bronnen

• Mechteld de Bois – Chris Lebeau 1878-1945 – Drents Museum Assen/Frans Hals Museum Haarlem 1987 • Herman Kloppers – Het toneelmasker – Wendingen jrg. 3 nr. 6/7 1920 • De Theatercollectie – Bijzondere Collecties/Theater Instituut Nederland