Canon:1887 - Oscar Carré opent circustheater aan de Amstel
Gebeurtenis | |
---|---|
Titel: | Oscar Carré opent circustheater aan de Amstel |
Afbeelding: | media:Repro-t001495.000-1.jpg |
Datum: | 1887-12-02 |
Beschrijving: | Het van oudsher circustheater is tegenwoordig een theater met koninklijke allure. |
Tijdlijn(en): | Tijdlijn van het Nederlands Theater |
Perso(o)n(en): | Oscar Carré |
Productie(s): | |
Gezelschap(pen): | |
Theater(s): | Carré, Amsterdam, Koninklijk Theater Carré, Amsterdam |
Oscar Carré opent een circustheater aan de Amstel
Op het moment dat Circustheater Carré aan de Amstel werd geopend, was de naam Carré al bijna een kwart eeuw een begrip in Amsterdam. Sinds 1863 had het circus jaarlijks met een tent op de Amsterdamse kermis gestaan. Onder Oscar Carré, directeur sinds 1869, was het circus steeds meer publiek gaan trekken en was de tent steeds groter en luxueuzer geworden.
Paardendresseur Oscar Carré
Oscar Carré zelf maakte vooral furore met zijn paardennummer. Het ging om vrijheidsdressuur, waarbij zijn befaamde Trakhener hengsten als vanzelf door de piste leken te bewegen, draaiend en fraaie figuren makend. Oscar stond in de piste met een lange zweep maar leek nauwelijks aanwijzingen te hoeven geven. Het hoogtepunt kwam aan het slot van het optreden, als alle paarden zich tegelijkertijd op hun achterbenen verhieven. Naast dressuur, deed Oscar ook aan hogeschoolrijden, samen met zijn vrouw Amalia Salamonsky. Een andere belangrijke attractie van Circus Carré was de clown Jacques Schuytenvoerder, die verschillende keren terugkwam met een komisch intermezzo. Het programma werd steevast besloten met een verhalende pantomime, waarbij wel honderd man en tientallen paarden tegelijkertijd de piste bevolkten.
Koninklijke titel
Al snel was Circus Carré zeer geliefd in Nederland. Na een optreden op Het Loo voor Koning Willem III, mocht het zich zelfs 'Het Koninklijk Nederlandsch Circus Oscar Carré' gaan noemen. De tent werd, naarmate de jaren verstreken, ook steeds luxueuzer en groter. Het exemplaar dat in 1879 aan de Amstel werd opgebouwd, had twee café-restaurants en meerdere foyers die voorzien waren van leren banken, fluwelen klapstoelen en rijk versierde wanden en plafonds.
Attractie aan de Amstel
Omdat zo’n tent van hout en doek uiterst brandgevaarlijk was, verrees in 1887 aan de Amstel een stenen circusgebouw. Dit stenen hippologische paleis – de naam geeft aan dat de nadruk nog steeds op paarden lag (hippos is het Griekse woord voor paard) – werd in korte tijd dé attractie voor het uitgaanspubliek uit Amsterdam en de wijde omgeving. Speciaal voor de mensen van buiten de stad werden op de affiches de vertrektijden van de laatste treinen naar Haarlem en Amersfoort vermeld. De zaal was avond aan avond uitverkocht. Dat betekent dat er steeds ruim tweeduizend mensen aanwezig waren.
Carré gebruikte het gebouw overigens alleen in de wintermaanden, van november tot mei. In de zomer ging hij met zijn circus op tournee, per speciale circustrein (dertig wagons lang). Aanvankelijk bleef het gebouw aan de Amstel in de zomermaanden leeg. Later zou Carré het verhuren aan variétégezelschappen. Op 22 mei 1891, toen de zomertournee net begonnen was, verongelukte die circustrein net over de Duitse grens. Carré’s echtgenote kwam daarbij om het leven. Ter nagedachtenis aan haar liet Carré toen het twee verdiepingen tellende mausoleum op Zorgvlied bouwen. Aan het begin van de twintigste eeuw stonden er ook elders in Nederland grote, vaste circustheaters. In Scheveningen bijvoorbeeld, in Rotterdam en in Zandvoort. Daarnaast kon het Nederlandse publiek voorstellingen in tenten blijven bezoeken, van onder meer grote en vermaarde buitenlandse circussen als Sarrasani en Krone. Na de dood van Oscar Carré, in 1911, werd er in het theater dat zijn naam droeg gaandeweg steeds minder circus geprogrammeerd.
Carré nu
In 1987 kreeg het theater, bij het honderdjarig jubileum, de titel 'Koninklijk'. Tegenwoordig is Koninklijk Theater Carré vooral bekend vanwege cabaretvoorstellingen, concerten en grote musicalproducties. Maar rond de kerst is het altijd weer even een circustheater.
Dit is één van de canonteksten. Voor meer informatie zie: Canon van het Theater in Nederland