Canon:1792 - Die Zauberflöte

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
NB: De onderstaande tabel is alleen zichtbaar voor beheerders van de TE en dient voor het semantisch vastleggen van een op deze pagina betrekking hebbende "Gebeurtenis" (plus bijbehorende info) op een "Tijdlijn"; de gebeurtenis en bijbehorende informatie kan zo (o.a.) weergegeven worden in de "slides" van een tijdlijn.



Gebeurtenis
Titel: Die Zauberflöte
Afbeelding: media:Papierentheaterprent van Die Zauberflöte 71954.jpg
Datum: 1792-09-30
Beschrijving: De invloed van de Duitse opera in Nederland.
Tijdlijn(en): Tijdlijn Opera
Perso(o)n(en): Wolfgang Amadeus Mozart
Productie(s): Die Zauberflöte - Wolfgang Amadeus Mozart
Gezelschap(pen):
Theater(s):

Die Zauberflöte (1791) – De Duitse opera

Papierentheaterprent (kostuumontwerpen) van Die Zauberflöte, door Jos Scholz (1791).

In 1793 richtte Joseph Carl Scholz (1768-1813) zijn uitgeversbedrijf Firma Jos. Scholz op.[1] In 1829 verhuisde hij met zijn bedrijf van Wiesbaden naar Mainz, waar zijn zoon Christian Scholz het directeurschap in 1832 overnam.[2] Het bedrijf sloot in 1970 haar deuren. De firma was vroeger een bekende uitgever van prentboeken en nog steeds zeer gewild onder verzamelaars.[3] Veel van dit soort litho’s beslaan een vastlegging van flora en fauna, welke ook in het Rijksmuseum te vinden zijn.[4] Ook in de Theatercollectie van het Allard Pierson is een veelzijdig aanbod theaterprenten van kostuumontwerpen, decorontwerpen en papieren miniatuurtheaters te vinden, waaronder deze kostuumontwerpen voor Die Zauberflöte.[5]

Nieuwe stijl: de Duitse opera

Voordat Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Die Zauberflöte schreef, hadden zijn eerdere opera’s een tamelijk beleefd karakter en waren deze gericht op de aristocratie. Die Zauberflöte daarentegen werd voor het commerciële theater geschreven. Op ‘commercieel gebied’ stonden de werkwijzen van Mozart en zijn tijdgenoot Franz Joseph Haydn (1732-1809) in groot contrast. De Vroeg-Klassieke componist Haydn werkte een groot deel van zijn leven als kapelmeester aan het hof van Esterházy waardoor hij werd ‘gesubsidieerd’; Mozart organiseerde juist concerten om zelf inkomsten te genereren. Rond de eeuwenwisseling is dit een duidelijke verschuiving van in dienst naar zelfstandig werken. Om deze concerten van ideeën te voorzien gaat Mozart al snel op zoek naar nieuw materiaal en vernieuwende thema’s. Het achttiende-eeuwse theater dat gewend was aan kluchten, operettes en snelle toneelmachines om zo spectaculaire effecten te bewerkstelligen, werd dankzij het commercialiseren het speelterrein van het gewone volk.[6]

Voor een nieuw werk was Mozart op zoek naar een relatie tussen de opera en de Vrijmetselarij, wat resulteerde in Die Zauberflöte. De grotendeels plechtige sfeer van de partituur weerspiegelt de relatie tussen de opera en de Vrijmetselarij. Hij verweefde verschillende muziekstijlen van de achttiende eeuw en tradities van de Vrijmetselarij in deze opera. Onder deze stijlen zijn de vocale weelde van de Italiaanse opera seria, de folkloristische Duitse humor uit het Singspiel, de solo aria, het buffo ensemble, het nieuwe soort begeleid recitatief voor Duitse woorden, plechtige koortaferelen en zelfs de heropleving van de barokke koraalpreludetechniek (met contrapuntische begeleiding) enkele zeer belangrijke technieken.[7] Deze samensmelting van oudere en nieuwere stijlen wordt al in de ouverture prijsgegeven, waar de sonatevorm (driedelig) met het fuga thema wordt gecombineerd. Door de rijke en diepzinnige muziek wordt Die Zauberflöte als de eerste grote Duitse opera betiteld.

Singspiel

Die Zauberflöte is een Singspiel; een type operavorm met veel gesproken dialogen in plaats van recitatieven.[8] Dit type opera is de Germaanse variant van het dramma per musica en toont gelijkenissen met het Franse opéra-comique.[9] Veel scènes en personages zouden in hedendaagse komedies en cabaret uitstekend uit de voeten kunnen. De eerste kenmerken van het Singspiel zijn terug te herleiden naar de Middeleeuwen en de Renaissance, maar in 1743 begon het genre in Berlijn meer vorm te krijgen en zich te manifesteren met de vertaalde ballade-opera Der Teufel ist los (naar The Devil to Pay).[10] Met Die Zauberflöte werd het hoogtepunt van het genre bereikt.

De Duitse opera in Nederland

Waar de oogst van oorspronkelijk Nederlandse opera’s en zangspelen als summier kan worden bestempeld, was de interesse in nieuwe werken uit het buitenland des te groter. Zo snel als de opéra-comique omstreeks 1720 de harten van de Nederlandse operaliefhebber sneller deed kloppen, bleek dit gegeven ook voor Duitse zangspelen op te gaan.[11] Vanaf 1787 begon de Duitse opera in Nederland aan een opmars.[12]

De interesse voor Duitstalige opera’s bleef niet onopgemerkt in theaterminnend Nederland. Met de grote bloei en oprichting van verschillende operagezelschappen, die alle een eigen theater tot hun beschikking hadden, werd een zeer groot draagvlak voor het genre opera gecreëerd. De Hoogduitse opera zette haar eerste voetstappen in het gebouw ‘Kunstmin’ aan de Keizersgracht, waar het ledental door voornamelijk opvoeringen van Mozarts werk bleef groeien.[13] Het gezelschap moest hierop kort in de zaal [[Utile et Amusant, Amsterdam|Utile et amusant in de Utrechtse Dwarsstraat verblijven. Met de bouw van de nieuwe Hoogduitse Schouwburg aan de Amstelstraat in 1790 het gezelschap definitief een vaste plek en kreeg het Nederlandse theater een nieuwe impuls.[14] Met deze impuls werd dan ook een doel geformuleerd: het vormen van een college dat het opvoeren van Hoogduitse toneelspelen en opera’s mogelijk maakt. Op 19 januari 1791 werd het theater met de opvoering Das Kind der Liebe van August von Kotzebue feestelijk geopend.[15] In 1794 maakte het Joods Hoogduits Toneelgezelschap in de Hoogduitsche Schouwburg de dienst uit en werd F.H. Hunnius (met zijn gezelschap) als directeur aangetrokken.[16] Het feit dat er in het begin van 1795 geen voorstellingen in de Hoogduitsche Schouwburg te zien waren, is volledig te wijten aan de brisante situatie die de uitbraak van de Bataafse Revolutie opleverde.[17]

Dit is één van de teksten binnen de Tijdlijn Opera, geschreven door Rudolf van Schaik. De complete tijdlijn is te vinden op de pagina Tijdlijn Opera.

Bronnen

  1. “Jos. Scholz”, BoardGameGeek, geraadpleegd op 15 september 2021.
  2. “Scholz, Christian”, Hessische Biografie, geraadpleegd op 16 september 2021.
  3. “Uitgave Jos. Scholz - 19e eeuw. 5 litho;s betreffende veldslagen uit o.m. Tweede Italiaanse Onafhankelijkheidsoorlog”, Michiel Vliegenthart, Catawiki, geraadpleegd op 13 september 2021.
  4. “Jos. Scholz”, Rijksstudio, Rijksmuseum, geraadpleegd op 13 september 2021.
  5. “Scholz, Jos”, Theatercollectie, geraadpleegd op 16 september 2021.
  6. J.D. McClatchy, Seven Mozart Libretto’s (New York & London: W.W. Norton & Company, 2011), 979.
  7. Ibid.
  8. J. Peter Burkholder, A History of Western Music (New York & London: W.W. Norton & Company), 550.
  9. Joyce Kennedy, et al., The Oxford Dictionary of Music (Oxford: Oxford University Press, 2013).
  10. Bertil van Boer, Historical Dictionary of Music of the Classical Period (Lanham, Toronto & Plymouth: The Scarecrow Press, 2012), 521.
  11. S.A.M. Bottenheim, De opera in Nederland (Leiden: Martinus Nijhoff, 1983), 39.
  12. Ibid., 76.
  13. H.C. Rogge, “De opera te Amsterdam, eene bijdrage tot de geschiedenis der opera in Nederland,” Oud Holland, vol. 5 (1887): 180.
  14. Ibid., 66.
  15. Ibid.
  16. Ibid., 183.
  17. M. Rutjes, “Niet geheel applicabel op deze tijd': de klassieke oudheid in het politieke discours van de Bataafse Republiek, 1795-1801,” Congresreeks Werkgroep 18e eeuw, vol. 1 (2012): 75.