Visser-Neerlandiaprijs

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

De Visser-Neerlandiaprijzen worden sinds 1955 uitgereikt door het Algemeen-Nederlands Verbond voor persoonlijke verdiensten, cultuur, welzijn, drama en muziek. Het prijzengeld wordt betaald uit de nalatenschap van mr. Visser, die de helft van zijn vermogen aan het ANV heeft nagelaten. De prijs voor drama wordt sinds 1976 tweejaarlijks uitgereikt na een schrijfwedstrijd. Afwisselend wordt de prijs toegekend aan toneelschrijvers en schrijvers van hoor- en televisiespelen.

Winaars drama

1958: Max Croiset voor De medeplichtigen (toneel) en Abel J. Herzberg voor Herodus (toneel)

1960: Abel J. Herzberg voor Sauls dood (toneel) en Cees Nooteboom voor De zwanen van de Theems (toneel)

1961: Harry Mulisch voor Tanchelijn (toneel) en Lo van Hensbergen voor Het tuinfeest (toneel)

1962: Hella Haasse voor Een draad in het donker (toneel)

1964: Jef Ceulemans voor De vrouw en ik (televisie), J. van Hoek voor Het proces Socrates (televisie), Auke J. Jelsma voor Het gewees (televisie), Bob Langestraat voor Afwassen (televisie), A. Speekaert voor De verworpen hamer (televisie) en Joana Visser voor Waar is de hemel (televisie)

1965: Hans Keuls voor Johan van Oldenbarneveldt (toneel), Libbe van der Wal voor Schrijven is niet genoeg (toneel) en Manuel van Loggem voor Jeugdproces (toneel)

1966: Wim Bischot voor Halte Caulaincourt, hotel in Parijs (televisie), N. Funke-Bordewijk voor Millicent (televisie), P. Piscaer voor De barmhartige zoon (televisie) en A. Simoens voor Wittebroodseind (televisie)

1967: Manuel van Loggem voor De achtarmige inktvis (hoorspel), Wim Bischot voor Honger van Nasja (hoorspel), Anton Kuyten voor Profeet aan zee of Waar blijft de muziek nou? (hoorspel) en J.J. van Herpen voor De griffioen eet cantharellen (hoorspel)

1968: M. van Cauteren en Oscar Ferker voor Fiësta (toneel), Prosper de Smet voor De ondernemingsraad (toneel), Georges van Vrekhem voor Dood van 2 dames (toneel), Wim Bischot voor Ratten in Padenghe (toneel), Chiem van Houweninge voor Pachacamac (toneel) en H. A. Voet voor Slakken en vrouwen (toneel)

1969: Gaston Gheusens voor Het recht van de sterkste (televisie), Nel Bakker voor Ik ken hem niet, maar.. (televisie), P.H. Schröder voor De twee Egyptische dieven (televisie) en Toon Tellegen voor Als moeder ergens ziek van wordt (televisie)

1970: Anton Quintana voor De vrouw onder het schavot (hoorspel), Toos Staalman voor Remise (hoorspel) en Theun de Vries voor Een god in haar schoot (hoorspel)

1971: Achilles Gautier voor Het souterrain (toneel), Kees Holierhoek voor De kerken van Normandië (toneel) en J.B. de Kramer voor Half tarwe (toneel)

1973: Wim Bischot voor Pro Memorie (televisie), Anton Kuyten voor Het zout der aarde (televisie), Theun de Vries voor De weduwen (televisie), Elvire Veenhuijs-Spier voor De nieuwe Adam (televisie) en André Kuyten voor De huisgenoot (televisie)

1975: Johan Breedveld voor De man met de snor (hoorspel), Rudolf Bruyn voor Mister International (hoorspel), Willem Capteyn voor Gebroken dienst (hoorspel), Mark Insigel voor Een kring (hoorspel), Toos Staalman voor De sleutel (hoorspel), R.B. Barkman voor De anatomische les (toneel), Michel Desmyter voor En dat we toffe jongens zijn (toneel), Per Justesen voor De lamp hangt scheef (toneel) en Lucienne Stassaert voor Best mogelijk (toneel)

1977: Frits Enk voor Wie ben ik (televisie), W.J. Jansen voor De muzenplaag (televisie), Nel Bakker voor Ijdelheid en zonde (televisie), Yvonne Dillen voor Paradiso (televisie), Gaston Gheuens voor De kerselaar (televisie), H. A. Voet voor De grootste troef (televisie) en Herman van Winsem voor De lege doos van Pandora (hoorspel)

1978: Toos Staalman voor De koning blijft de koning (hoorspel) en Paul Vanbossuyt voor Kermis in een straatje (hoorspel)

1980: Rudy Geldhof voor Noch vis noch vlees (toneel), Michel Desmyter voor Godsenewarie (toneel) en Haye van der Heyden voor Drie jongens, drie meisjes (toneel)

1982: Ruud van Gessel voor 1401752 (televisie), Kees Holierhoek voor De schaduw van het water (televisie) en Jan Koonings voor Backstage (televisie)

1984: Ger Beukenkamp voor De wisselwoning (toneel), Herman Lutgerink voor Vogelvrij (toneel) en Kees Holierhoek voor Ter dood veroordeeld (toneel)

1986: Willem Capteyn voor Otto en Hans (televisie), Carel Donck voor Oude talen (televisie) en Luisa Treves voor Een gat in de markt (televisie)

1989: Haye van der Heyden voor Prambanam (Jaloezieën)(toneel)

1991: Koen Vereieren voor De droomexpres (toneel)

1992: Harm Dekker voor Locked-in (hoorspel)

1994: Bob vanden Eynde voor Picaturlesk (toneel)

1996: Vonne van der Meer voor Besloten kring (toneel)

1998: Guy Bernaert en Luc Van Brussel voor Slotgevallen (hoorspel)

2000: Wil Shackmann en Paul Lochtenberg voor Het leven sta je steeds weer van te kijken (toneel)

2002: Haye van der Heyden voor De belofte (Gouwe handjes)(toneel)

2005: Fernand Bernau, Patrick Bernauw en Luc Borns voor Scharpenelle (musical)

2010: Casper Vandeputte voor Stratosfeer (toneel)