Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Rembrandt Theater Amsterdam 337346.jpg


Het Rembrandt Theater in gebruik als bioscoop - met filmvoorstelling Leise flehen meine Lieder (de film dateert van 1933). Fotograaf onbekend, ongedateerd.Collectie TIN.


Bekijk de van Wikimedia / Wikipedia over Rembrandt Theater, Amsterdam


Unknown.png

Info Waarde
Afbeelding Geen afbeelding beschikbaar
Postcode: Geen postcode beschikbaar
Openingsdatum: 1 jan 1902
Op de kaart: Ga naar kaart...
Wikimedia Commons: Niet beschikbaar
Gelegen in: Amsterdam (Q9899)


Bekijk deze en meer informatie op de website van Wikidata, of lees de pagina <span_class= "error">Fout:_er_is_geen_lokale_variabele_“wp_paginatitel”_ingesteld. Fout: er is geen lokale variabele “wp_paginatitel” ingesteld. op Wikipedia.

Informatie

  • Opening op 10 september 1902 als Theater voor variété en operette.
  • Adres Rembrandtplein 19, Amsterdam - later als bioscoop Rembrandtplein 21-23, Amsterdam.
  • Indeling van de zaal en prijzen (in april 1914) voor operettevoorstellingen: Middenloge 2,00 # Zijloge en Stalles 1,50 # Fauteuil aan de Loge en Parquet 1,00 # Parterre 0,75 # Frontbalcon 0,60 # Zijbalcon 0,50 # Middelgalerij 0,35 # Zijgalerij 0,25.
  • In gebruikname als bioscoop vanaf 12 september 1919
  • Sloop op 1 april 1937 en heropening na volledige nieuwbouw (wederom als bioscoop) op 10 november 1937.
  • Afgebrand in de nacht van 25 op 26 januari 1943.

Het Rembrandtplein met het Rembrandt Theater te Amsterdam. Fotograaf onbekend, ongedateerd. Collectie TIN.

Geschiedenis van het Rembrandt Theater aan het Rembrandtplein te Amsterdam

De aanzet om te komen tot een theater aan het Rembrandtplein komt van de Naamloze vennootschap “De Amsterdamsche Exploitatie - Maatschappij”. In oktober 1901 [1] komen zij met het verzoek aan Burgemeester en Wethouders om op het plein hun theater te mogen bouwen. De maatschappij heeft zich bereid verklaard om ter verbreding van de Greefsteeg (aan de achterzijde van het theater) aan de Gemeente een stuk grond af te staan. Het gaat overigens om een stuk grond met een oppervlak van 22 vierkante meter. Overigens heb ik van de Greefsteeg bij het Stadsarchief Amsterdam geen enkele verwijzing gevonden.
Verder zijn zij bereid om in het verlengde van deze doodlopende steeg een doorgang te maken naar de Balk in ’t Oogsteeg. De Balk in ’t Oogsteeg liep van het Rembrandtplein naar de Amstel. Zij doen dit met de belofte dat deze doorgang nooit zal worden afgesloten en een ‘vrije breedte’ zal hebben van minimaal 2.50 meter en een ‘vrije hoogte’ van ongeveer 2.60 meter.

De bouwplannen

Gezicht op de huizen Rembrandtplein 27-33, in 1902 gesloopt voor het Rembrandt Theater. Rembrandt theater, Rembrandtplein 19. Uitgave Dr. Trenkler Co., Leipzig. Gemaakt ca. 1904, bron: Beeldbank SAA.

In het krantenartikel van 26 oktober 1901 wordt verwezen naar de staat van dit ‘onooglijke hoekje’ van het Rembrandtplein. Ter oriëntatie, het theater stond op het Rembrandtplein nummer 19, hoek Bakkerstraat (vanuit de Amstelstraat komend direct aan de rechterhand). Twee maanden later komt dezelfde krant met een vervolg artikel. Er zou zorg zijn over de voortgang van het voornoemde bouwproject. Dat is onterecht volgens de krant, die verder vermeldt dat de architecten Evert Breman (bekend van het Lloyd Hotel in Amsterdam) en Willem Molenbroek (bekend van Het Witte Huis in Rotterdam) echt niet stilzitten. Evert Breman bouwde tot ongeveer 1900 vooral in neorenaissance stijl. Na 1900 raakte deze stijl uit de mode. Het Rembrandt theater is gebouwd in de jugendstil. [2]

De krant geeft aan dat het een fraai gebouw gaat worden en geheel al zal worden ingericht naar de ‘eischen des tijds’. Het theater wordt opgetrokken in ‘Mounierbouw’ (= constructie in ijzer en cement) waardoor het brandgevaar tot een minimum zal worden beperkt. Ter aanvulling hiervan zullen er meerdere uitgangen komen die in geval van nood iedereen een snelle uitweg zal kunnen bieden naar het Rembrandtplein, de Greefsteeg en de Balk in ’t Oogsteeg.

“De schouwburg zal ongeveer ruimte bieden voor 1500 toeschouwers; op alle rangen zullen klapstoelen worden aangebracht tot op den tweeden rang of galerij toe. Gelijkstraats krijgt men stalles en parterre dan komt de eerste galerij met logeplaatsen; daarna de tweede galerij of eerste rang; ten de derde galerij. De drie rijen hebben elk een groot promenoir, vanwaar men een even goed uitzicht op het toneel zal hebben als van de zitplaatsen, terwijl achter die promenoirs flinke foyers worden gebouwd en overal uitgangen worden aangebracht. De gehele inrichting zal zijn die van de best ingerichte Londensche Music-halls. Onder vestibule en parterre wordt gebouwd, een z.g. Rathskeller, zodat degenen, die geen voorstelling willen bijwonen, uit de vestibule daar heen kunnen gaan en er hun glas bier drinken; deze Keller is ook te bereiken voor de parterrebezoekers. Het voornemen is daar gedurende de pauzeringen muziek te doen geven door de een of andere kleine kapel. Het theater wordt geheel ingericht voor het optreden van specialiteiten-gezelschappen, waarmede het toneel in overeenstemming wordt gebracht. De directie is reeds opgedragen aan den heer Levin, die op dit gebied in het buitenland zijn sporen reeds heeft verdiend en ook te Amsterdam geen onbekende is.”[3]

Een nieuw theater

Het duurt nog tot in maart 1902 voor er gesloopt en gebouwd gaat worden in bovengenoemde hoek van het Rembrandtplein. Maar in nog geen vijf maanden tijd staat er een volledig nieuw theater. De architecten Evert Breman en Willem Molenbroek kunnen wat dat betreft trots terugkijken op wat er is gepresteerd door hun uitvoerders. Op 16 september 1902 is er officiële opening voor genodigden. Onder hen onder meer een groot aantal leden van de Gemeenteraad, de commandant van de Brandweer en de waarnemend hoofdcommissaris van Politie. Het programma dat werd voorgeschoteld voldeed nog niet aan ieders wensen, maar daar kan nog aan gewerkt worden.
Met succes, want een paar dagen later is de eerste voorstelling voor publiek. Een aantal ‘onvoldoende nummers’ waren geschrapt, er zat meer doorloop in de opeenvolgende nummers. Volgens de recensent van het Algemeen Handelsblad van 21 september was het publiek meer dan enthousiast. In zijn ogen gaat de nieuwe schouwburg op het Rembrandtplein een mooie toekomst tegemoet. Maar dan moet de pauze wel iets worden ingekort zodat men na afloop nog een tram kan halen.

Leo Levin vertelt

Bij het Stadsarchief Amsterdam (via: Klein materiaal) liggen meerdere programmaboekjes van het Rembrandt – Theater. In één van de programma’s uit 1903 staat een kort overzicht van de bouw en de inrichting. Waarschijnlijk is het de directeur Leo Levin zelf die het verhaal heeft geschreven. Hij spreekt vol enthousiasme over deze ‘nieuwe Muzentempel, weelderig met zijn bijna witten voorgevel’. Vanzelfsprekend bedankt hij een ieder die dit mooie gebouw heeft mogelijk gemaakt. Hij roemt de architecten en de bouwers die in zo’n korte tijd, zo’n mooi theater hebben neergezet. Het is ondoenlijk om alles in detail over te nemen wat de directeur allemaal beschrijft. Hij gaat namelijk uitgebreid in op het interieur en de vormgeving, waarvan hier twee voorbeelden genoemd worden. Ten eerste de glasschildering tussen balkon en foyer. Het stelt voor de Indische Nationale dans bij Gamelan muziek. Het ontwerp is van Co Breman [4], de bekende sierkunstenaar. Het tweede dat zeker niet vergeten mag worden is het tegeltableau aan de voorgevel. Dit tableau is geleverd door plateelbakkerij De Distel. Helaas is van zowel de glasschildering als van het tegeltableau niets bewaard gebleven (zie verder voor de reden).

Eerste directeur Leo Levin, foto uit een programmaboekje van het Rembrandt – Theater 1902. Zwaaf en Soesman, komisch duo, optreden in het Rembrandt – Theater in oktober 1902.

Van het programmaboekje kan zonder meer worden vastgesteld dat het zeer zorgvuldig is samengesteld met veel beeldmateriaal. Misschien wel wat aan dure kant. Het is echter onbekend of en wat er voor deze programmaboekjes betaald moest worden.
In één van de programmaboekjes zijn foto’s van de directeur Leo Levin en van kapelmeester J. Kwast afgedrukt. Daarnaast een mooie foto van een deel van de voorgevel en van de komische duo’s ‘Zwaaf en Soesman’ en ‘Wood en Bates’. Niet opvallend, maar wel belangrijk is de plattegrond van de zaalindeling. Daardoor krijg je in ieder geval een goede indruk van het aantal plaatsen. Alleen al in de zaal zijn 700 zitplaatsen. Tel je de overige zitplaatsen mee, dan kom je op ongeveer 1500 zitplaatsen.

Bouwtekening Rembrandt-Theater Bouwtekening Rembrandt-Theater Het gebrandschilderde raam van het Rembrandt – Theater, ca. 1902

Financiële problemen

Hoewel de kaartverkoop het eerste jaar naar tevredenheid is, is er een financieel probleem ontstaan. Dit blijkt uit een speciale aandeelhoudersvergadering van de Amsterdamsche Explotiatie Maatschappij in december 1903. De uitgaven overstijgen de inkomsten. Tijdens deze speciale aandeelhoudersvergadering wordt gezocht naar de oorzaken. Uitgebreid wordt ingegaan op het toch wel erg ruimhartige uitgavenbeleid van de directeur, de heer Leo L. Levin. Hij heeft teveel gage betaald aan een aantal artiesten, soms wel 4 to 6 keer zoveel als gebruikelijk. Wat hem zeker wordt aangerekend, is het feit dat hij op een gegeven moment wel 40 kaaimannen op het toneel heeft losgelaten. Dit moet een toch wel heel bijzonder spektakel zijn geweest, al heeft dit de kranten niet gehaald. Dit spektakel kostte wel 10.000 gulden. Tegenover dit alles stond de wel heel karige betaling van bijvoorbeeld de orkestleden. Wat hem natuurlijk niet kan worden aangerekend, is het feit dat de bouwkosten het begrote bedrag van 6 ton ruim overschreden met 3 ton.[5]

Nieuwe (3) opeenvolgende directeuren

Voor de directeur Leo L. Levin betekent dit, dat na ongeveer anderhalf jaar een einde is gekomen aan zijn directeurschap. Hij zal worden opgevolgd door een zekere Henri Verstraete, bekend van het Nouveau Cirque uit Gent. Heel lang heeft zijn directeurschap ook al niet geduurd, in juni 1904 neemt hij afscheid van het Rembrandt Theater. Het moet een moeilijke tijd zijn geweest, wat in maart 1904 wordt bekend dat het NV Rembrandt Theater ‘in staat van faillissement’ is verklaard. De schuld wordt gelegd bij het slechte beheer door de voormalige directeur Levin. Gelukkig stelden de curatoren het theater in staat om de voorstellingen te laten doorgaan, maar wel onder toezicht van ‘bewakers’. Zolang de voorstellingen winst blijven maken is dit in belang van de crediteuren. De boeken en de afgestempelde kaarten worden daarvoor gecontroleerd. [6]

Directeur Max Gabriël, 1904

Henri Verstraete wordt opgevolgd door Max Gabriël. Daarna lijkt het tij aardig te keren, er zijn veel voorstellingen, veel Duitse en ook Weense operettes. Eigenlijk te veel om op te noemen. Daarbij komt ook nog eens het probleem van de naam. Rembrandt – Theater is lastig opzoeken, beide woorden of begrippen komen in grote frequentie voor indien je op zoek gaat bij Delpher.

Daarom is alleen gezocht in het Algemeen Handelsblad. Dan nog, tussen 1904 en eind 1909 zijn er al 162 advertenties, waaronder de eerste waar Gabriël als directeur wordt genoemd. [7] Max Gabriël blijft directeur tot 1 september 1907 directeur blijven. Daarna wordt zijn plaats overgenomen door de heer Sternberg, echtgenoot van de bekende actrice en voordrachtkunstenares Willy Walden. [8]

In de maanden daarna wordt regelmatig bericht over een afscheidsbijeenkomst voor Max Gabriël. Mocht die er al geweest zijn, hij wordt niet gememoreerd. Helemaal uit beeld verdwijnt Max Gabriël overigens niet, regelmatig keert hij terug in het Rembrandt – Theater met diverse gezelschappen. In 1909 wordt hij benoemd tot directeur van het nieuwe Schauspielhaus in Stuttgart.
De naam van Sternberg, zijn opvolger, is overigens nergens terug te vinden na bovengenoemde vermelding. Mogelijk dat er voor gekozen is de advertenties niet meer te verbinden aan de naam van de directeur.
Tussen 1909 en 1919 gaat het goed met het Rembrandt Theater. Eén van de laatste voorstellingen in de oude setting (die van theater) betreft het 25-jarige jubileum van Louis Davids op 12 maart 1919.
Kleinkunst Nederland kwam massaal voor zijn jubileum naar het Rembrandt Theater. Onder de optredende en eerbrengende artiesten o.a. Nap de la Mar, Zorah Dorley, Cor Ruys en Fientje de la Mar. Allen stonden op het podium om Louis Davids de loftrompet te steken. Ook Max Gabriël was naar Amsterdam gekomen om zijn mooie herinneringen aan Louis Davids met het publiek te delen. [9]

Van theater naar bioscoop, een verbouwing

Het "Algemeen Handelsblad" van 26 juni 1913 bericht, dat de vorige avond het seizoen 1912/1913 is uitgeluid. [10] In "De Telegraaf" van 16 augustus 1913 wordt de "heropening" van het theater gemeld op 31 augustus van dat jaar "dat door den Amsterdamschen decoratieschilder Ten Have geheel opnieuw gerestaureerd is". Dit kan niet veel anders geweest zijn dan een interne schilderbeurt. [11]

Kosten en Opbrengsten tijdens de bespeling door de N.V. Nederlandsche Opera en Operette (1908 tot met 1913)

Opbrengst van de kaartverkoop gemiddeld per jaar: 280.000 NLG
Hiervan voor het Rembrandt Theater 40%: 112.000 NLG
AF Kosten van het Orkest: -25.000 NLG
AF Kosten Reclame en Verlichting: -25.000 NLG
BIJ Opbrengst buffetten, programma verkoop en tekstboekjes: + 25.000 NLG
REST als huuropbrengst (en dekking overige kosten): 87.000 NLG (voor een zaal met 1.560 stoelen)
TE VERGELIJKEN MET de huren van andere theaters in Amsterdam:
Schouwburg Frascati, Amsterdam met 600 stoelen: 35.000 NLG per jaar
Hollandsche Schouwburg (Plantage Middenlaan), Amsterdam met 960 stoelen: 50.000 NLG per jaar.

Het begin van het einde als theater

Op 28 augustus 1918 wordt meegedeeld, dat Gerhardus H. Koopman, directeur van de Nederlandsche Opera (in de seizoenen 1916/1917 tot en met 1918/1919) de directie van het theater heeft overgenomen en op 31 augustus van dat jaar daar zal starten met een reprise van De Tooverfluit door zijn gezelschap.[12]
Aan het einde van het jaar 1918 eindigt de bespeling de bespeling van het theater door dit gezelschap.

In mei 1919 gaat het theater dicht om te worden verbouwd. Niet dat het theater verouderd zou zijn, maar omdat het theater een bioscoop moest worden. Het is De Telegraaf van 12 september 1919 die het meest uitgebreid ingaat op deze verbouwing. Waar de schrijver erg tevreden over is, is het feit dat de dreiging van het overhangende (derde) balkongedeelte voorbij is. Dit hing blijkbaar zo ver over het zaalgedeelte heen, dat men blijkbaar regelmatig de neiging had om ongerust naar boven te kijken. Er is genoeg in geïnvesteerd, zozeer zelfs dat De Telegraaf niet om de Duitse uitdrukking: ‘Geld spielt keine Rolle’ heen kan. [13]

Een nieuwe eigenaar, de Duitse UfA

Drie jaar later wordt pas duidelijk wie er achter het bioscoop verhaal zit. In 1919 werd het Rembrandt – Theater gehuurd door de maatschappij Neerlandia met als enige aandeelhouder de Duitse UfA (UfA staat voor: Universum Film AG – Aktiengesellschaft, vergelijkbaar met Naamloze Vennootschap). Dit bericht komt oorspronkelijk van De Telegraaf, maar wordt aangehaald door De Tribune van 4 september 1922. Het artikel gaat over de benoeming van een nieuwe directeur, de heer J. ter Linden (= Jacobus Mattheus Petrus ter Linden). Hij heeft zijn sporen verdiend in de bioscoopwereld als directeur van de Victoria-Bioscoop (Amsterdam). „In dat Amsterdamse theater, hetwelk ongeveer drie jaar geleden door de maatschappij „Neerlandia" (waarvan de Duitsche „Ufa" de enige aandeelhoudster is), werd gehuurd, is namelijk een nieuwe directeur benoemd, de heer J. ter Linden, vroeger directeur van de Victoria- Bioscoop, terwijl de bedrijfsleider, de heer J. Hoelen, die jaren lang leider was van het Union- Theater op den Kurfürstendam en die positie had opgegeven om in het Rembrandt- Theater de leiding op zich te nemen, ontslagen werd en met hem de leden van het orkest, de operateur en enige programmajuffrouwen. In het Edison- Theater op de Elandsgracht volgden eveneens ontslagen. Dit theater is eveneens in handen van de „Ufa", benevens het Luxor-Theater te Rotterdam. In de Cinema Palace te Amsterdam, is de „Ufa" verder financieel geïnteresseerd". [14]

Een nieuwe aanpak, nieuwe successen

Deze benoeming had te maken met de slechte resultaten van de Duits UfA. Er moest worden bezuinigd en om de zaak op de rails te krijgen is een nieuwe directie nodig die de zaak stevig gaat aanpakken. Hoewel een en ander moeilijk is aan te tonen, is de nieuwe directeur succesvol. Succesvol genoeg om het uit te houden tot in de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog, de bezettingsjaren. Zijn naam komt regelmatig voor in de politiearchief in verband met de aanvraag voor vergunningen en voor speciale voorstellingen of activiteiten. Elke bioscoop of theater viel onder een nieuwe regeling van 1920. Behalve dat in dit archief regelmatig verslagen zijn terug te vinden van voorstellingen, zijn er ook allerlei formulieren betreffende vergunningen. Vergunning in de breedste zin van het woord. Dan gaat het om bijvoorbeeld een bouwvergunning voor een overkapping of het plaatsen van een reclamebord voor de ingang. (Het Rembrandt – theater archief is te vinden bij het Stadsarchief Amterdam (SAA) onder inv.nr. 5225-4886 en loopt vanaf 1920 tot met 11 januari 1943)
Zo doet directeur Ter Linden op 18 december 1923 het verzoek om reclamebeelden te draaien op het dak van het Rembrandt – Theater. Zijn verzoek om ook korte films te vertonen wordt aanvankelijk verleend, weer ingetrokken om uiteindelijk toch weer te worden toegestaan. Waarom verliep een en ander zo moeizaam? Dat had te maken met de verkeerssituatie. Aanvankelijk was het trottoir voor het theater aan de smalle kant. Het toegestroomde kijkerspubliek stond daardoor regelmatig op de weg en hinderde de doorstroom van het verkeer waaronder ook het tramverkeer. Onder deze toeschouwers bevonden zich ook de nodige straatjongens die uit waren op baldadigheden. Daardoor was een voortdurend politietoezicht noodzakelijk. Maar na een wijziging van de indeling van het Rembrandtplein en een aanzienlijke verbreding van het trottoir bleek het mogelijk om de kijkers van de rijweg te houden. [15]

Rembrandt – Theater wordt officieel bioscoop

In 1924 krijgt het Rembrandt – Theater de officiële vergunning voor de vertoning van films ‘alsmede voor toneelvoorstellingen’. Zoals gebruikelijk volgt een hele rits van regels en voorwaarden waaraan het theater moet voldoen (zij bijgaande afbeelding van het eerste blad van de vergunning, bestaande uit vier bladzijden).
Na directeur Ter Linden komen nog een aantal directeuren. Achtereenvolgens zijn dit (genoemde data zijn een benadering):

  • David Hartogs (adres: Keizersgracht 650) vanaf augustus 1931
  • Herman Bollongino (adres: Herengracht 592 vanaf november 1935
  • Eugène Louis Scholte (adres: Amstellaan 63) vanaf november 1939)
  • Franz Christian Wilhelm Jordans (adres: Noorder Amstellaan 192) vanaf januari 1941).

Hoewel er een vergunning is voor toneelvoorstellingen gaat het na 1924 toch vooral om de functie van bioscoop. Naast kunstfilms, commerciële films en een kort uitstapje naar de sport (een korte documentaire over de voetbalwedstrijd tussen Nederland en Duitsland) vertoonde het Rembrandt – Theater ook films met een zekere wetenschappelijke inslag. Zo werd in februari 1931 een fantastische reis in de film “Wonderen van het Heelal" vertoond. Het draait om een expeditie in een wonderlijk luchtschip dat op reis is naar de maan.
Naast de bioscoopfilms waren er zo nu en dan ook andersoortige voorstellingen. Zo traden in maart 1926 de gebroeders Gerhardt op. Rio Gerhardt was met zijn 16 jaar al een talentvol dirigent en pianist, Zijn twee jaar jongere broer Ferry was ook een begenadigd pianist (klavierspeler). Samen met het orkest van het Rembrandt – Theater speelden ze enkele pianoconcerten terwijl Rio als orkestleider pianoconcerten van Beethoven en Mozart dirigeerde. [16]

Een omslag, 1933

In 1933 gaat er iets veranderen. Mogelijk heeft dit te maken met het veranderde politieke klimaat in Duitsland. In het begin van 1933 komt de partij van Adolf Hitler (de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij – NSDAP) aan de macht. In de loop van 1933 komt de UfA onder invloed van het Ministerie van Propaganda van Joseph Goebbels. In maart 1933 worden alle Joodse medewerkers ontslagen. De invloed neemt in 1937 nog verder toe als het Duitse Rijk 51% van alle aandelen UfA in haar bezit krijgt (in 1939 zelfs 99%).

Onrust na vertoning van de film Morgenrot

Advertentie van de film Morgenrot uit De Telegraaf 16 maart 1933

Ook in het Rembrandt – Theater is de verandering merkbaar. In februari 1933 is de première van de film ‘Morgenrot’ in Duitsland waar de top van de NSDAP, waaronder Adolf Hitler, bij aanwezig is. De film gaat over de lotgevallen van de bemanning van een Duitse duikboot tijdens de Eerste Wereldoorlog. De film had een sterk patriottische inslag. De film portretteerde deze bemanning als helden en hun Engelse tegenstanders als ‘de booswichten’. In Engeland wordt de vertoning uitgesteld, niet vanwege het anti-Engelse karakter, maar vanwege de anti-Joodse politiek van Hitler Duitsland! [17]

Als in maart 1933 duidelijk wordt dat ‘Morgenrot’ ook in Amsterdam vertoond gaat worden in het Rembrandt – Theater maakt dit veel los. In de politiearchieven bij het Stadsarchief Amsterdam is daarover veel te vinden. Op 18 maart 1933 schrijft de Hoofdcommissaris van Politie een verslag aan de Burgemeester van Amsterdam. Omdat er een nogal ‘verontrustend artikel’ in de krant ‘De Tribune’ was verschenen, is hij de film op 17 maart in het Rembrandt – Theater zelf gaan zien. In zijn ogen is de film geen verheerlijking van oorlogsgeweld, is er geen sprake van een anti-Engelse gezindheid en is er geen uitgesproken militaristische tendens. Om eventuele verstoringen van de openbare orde tijdens de vertoning van de film te voorkomen heeft hij de nodige politiemaatregelen genomen. [18]

De laatste jaren

De laatste jaren van het theater stonden in het teken van de bezetting door de Duitsers. De bioscoop werd veel door Duitse soldaten bezocht. Niet verwonderlijk vanwege de vele Duitstalige films die er werden gedraaid: “Vrijwel alle bioscopen kwamen in handen van de UfA en de bezetters bepaalden centraal de programmering. In het Rembrandt draaiden nog altijd veel films om bij te zwijmelen of te lachen, maar dat waren Duitse films, zoals Wiener Geschicht’n, Kora Terry, Dreimal Hochzeit en Quax der Bruchpilot. Er verschenen steeds meer nazipropagandafilms, bijvoorbeeld Hitlerjunge Quex, Heimkehr en Feldzug im Osten. En ook als de hoofdfilm een zoet liefdesverhaal was, werd in het voorafgaande filmjournaal de nazistische boodschap luid verkondigd. Die foute films draaiden in alle Amsterdamse UfA-bioscopen, maar het Rembrandt – Theater was het vlaggenschip. Grote reclames voor de antisemitische films domineerden de gevel.” [19]

Aanslag of toch gewoon brand?

De grote klapper is niet een uitverkochte zaal maar een uitslaande brand in de nacht van 25 op 26 januari 1943. Of er sprake was van een aanslag is nooit bewezen, wel is gesuggereerd dat de Verzetsbeweging CS–6 er achter zou zitten. De eventuele aanslag zou zijn gericht tegen het feit dat de bioscoop werd gezien als Wehrmacht Bioscoop. Ook in 1943 werd er op geen enkele manier gewezen op een mogelijke aanslag, maar gezegd moet worden dat de Duitsers liever geen publiciteit gaven aan al dan niet bewezen verzetsdaden.
Het politiedossier betreffende het Rembrandt – Theater geeft geen informatie over de brand. In het bovengenoemd artikel (Ons Amsterdam) wordt nog wel Salvador Bloemgarten aangehaald, die vertelde dat hij er zeker van was dat er sprake was van een aanslag. Zijn bron was zijn broer Rudi die samen met anderen een daad van verzet wilde plegen tegen de vertoning van die Duitse propagandafilms. Rudi Bloemgarten zou hem kort daarna vertellen ‘dat anderen hen voor waren geweest’. Een paar maanden later was Rudi betrokken bij de aanslag op het Bevolkingsregister. Hij werd gepakt en kort daarna gefusilleerd.

Afbraak, herbouw of nieuwe bestemming

Wat er na de oorlog met het Rembrandt – Theater is gebeurd, is onduidelijk. Een plan om op deze plek een theater voor opera te exploiteren, heeft het niet gered. In maart 1949 koopt de Gemeente het terrein van het voormalige Rembrandt – Theater voor 250.000 gulden. Doel: “… deze ruimte in de hoek Rembrandtplein—Bakkerstraat te gebruiken voor de toekomstige verkeersverbetering naar de te saneren zg. Jodenbuurt. Het staat wel vast, dat hier geen bioscooptheater meer zal komen.” [20]

Van een verkeersverbetering is niets terecht gekomen, al vrij snel zet de Gemeente het terrein in de aanbieding om te worden verhuurd. Het open gat zoals het Algemeen Handelsblad het beschrijft, moet worden gedicht. Voorlopig lijkt de komst van een nieuw stadhuis en de aanleg van een ‘binnenring’ nog ver weg. Vandaar de gekozen optie: verhuren voor een termijn van maximaal tien jaar. [21] De verhuur van dit stuk Rembrandtplein is blijkbaar een moeilijke kwestie geweest, want in januari 1952 is nog steeds ‘een gapend gat’. [22] Of er zich nog huurders hebben gemeld, is onbekend. Uiteindelijk is op deze plek een hotel is neergezet, het Caransa Hotel geopend in 1969.

Premieres in het Rembrandt Theater, Amsterdam (locatie)

Een chronologisch en daaronder een link naar een alfabetisch overzicht van de voorstellingen, die in dit theater in première zijn gegaan voor zover geregistreerd in de Productiedatabase:

 
Vrouw Luna - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1903-05-01
In het Rijk van Indra - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1903-05-21
Die schöne Galathea - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1903-06-01
Venus op aarde - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1903-06-08
Flotte Bursche - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1903-06-08
Het hartje van de stad - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1903-09-01
Orpheus - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1903-12-16
Die Fledermaus - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1904-01-09
Das süsse Mädel - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1904-01-30
Die kleinen Lämmer (De Lammetjes) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1904-03-20
Bruder Straubinger - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1904-04-02
De Vice-Admiraal - Zuid Nederlandsch Operette Gezelschap - 1904-05-01
De Vogelhandelaar - Zuid Nederlandsch Operette Gezelschap - 1904-05-14
De arme student - Zuid Nederlandsch Operette Gezelschap - 1904-05-24
Frühlingsluft - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1904-10-01
Der Rastelbinder (De Pottenkrammer) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1904-10-15
Der Rastelbinder - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1904-10-15
Gasparone - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1904-11-01
Die Fledermaus - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1904-11-12
Das Jungfernstift (Het meisjespensionaat) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1904-11-19
Der Generalkonsul - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1904-12-28
Ein Blitzmädel (De Bliksemjuf) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-01-11
Boccaccio - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-01-18
Der Zigeunerbaron - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-02-01
Wie man Männer fesselt (Hoe men mannen ketent) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-02-09
Prima ballerina (De danseres) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-02-25
Der Mikado - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-03-09
Fatinitza - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-03-28
Das Schwalbennest (Het Zwaluwnest) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-04-18
Der Göttergarter - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-09-30
Der Bettelstudent - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-10-08
Pufferl (De Hofkapper) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-10-14
Pufferl (De hofkapper) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-10-14
Der Bettelstudent - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-10-15
Die Landstreicher - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-10-21
Die Glocken von Corneville - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-10-28
Die Dame aus Trouville - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-11-11
Madame Sherry - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-12-02
Der Postillon von Lonjumeau - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-12-05
Fra Diavolo (De herberg te Terracina) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-12-17
Er und seine Schwester - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1905-12-23
Frau Luna - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-01-06
Am Hochzeitsabend - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-01-06
Lysistrata - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-01-16
Des Löwen Erwachen - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-01-20
Venus auf Erden - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-01-27
Wiener Frauen - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-02-03
Die Herren von Maxim - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-02-16
Die Herren von Maxim - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-02-17
Die traurige Wittwe und der lustige Wittwer - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-03-06
… overige resultaten


Premieres van de Producent Rembrandt Theater (Amsterdam)

Een chronologisch en daaronder een link naar een alfabetisch overzicht van de voorstellingen die onder deze naam als producent, al of niet in samenwerking met andere producenten, in première zijn gebracht en voor zover geregistreerd in de Productiedatabase

 
Eindelijk alleen - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1916-02-19
Parijsche Lucht - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1915-12-25
Zijn ideale vrouw - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1915-11-17
De brave Hendrik (Woll'n wir noch ein bischen?) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1915-05-02
De boemel-baron (Der Juxbaron) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1915-04-27
De brave Hendrik - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1915-04-03
De thuiskomst van Odysseus - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1915-02-20
De Jonge Koning - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1914-12-24
De Boemelbaron - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1914-10-31
Een huwelijk op zicht - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1914-10-14
't Was in de Mei! - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1914-08-29
Het farmersmeisje - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1914-05-02
Polenblut (Poolsch bloed) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1914-04-04
Die ideale Gattin - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1914-03-21
De tango-prinses - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1914-01-09
Filmzauber (Duitstalige versie) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1914-01-06
Hoheit amusiert sich - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1913-12-20
Die Fledermaus - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1913-12-13
De lachende Ehemann - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1913-11-15
Puppchen - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1913-10-18
Der Zigeunerprimas - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1913-10-01
Lohengrin - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-05-23
Hans en Grietje - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-05-17
Aïda - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-05-11
Willem Tell - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-05-06
La Traviata - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-04-22
De Troubadour - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-04-20
Tannhäuser - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-04-12
De Hugenoten - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-04-09
Herodiade - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-04-05
Wiener Blut - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-03-26
Die Geisha - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-03-20
Zum rasenden Roland - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-03-07
Zum rasenden Roland - Rembrandt Theater (Amsterdam) -1907-03-06
Die schöne Galathea - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-03-06
Die traurige Wittwe und der lustige Wittwer - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-03-06
Die Geisha - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-03-02
Die Fledermaus - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-02-12
Die lustige Wittwe - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1907-01-22
1001 nacht - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-12-22
Die Tugendfalle (De brave Hendrik) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-12-08
Lachende Erben (Vroolijke Erfgenamen) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-11-24
Tat Toto - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-11-17
Die Debütantin (De debutante) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-11-03
Die Debutantin - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-11-03
Durchlaucht Radieschen (Vorstin Radijs) - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-09-01
Rigoletto - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-05-22
Mignon - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-05-18
Faust - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-05-12
Paljas - Rembrandt Theater (Amsterdam) - 1906-04-02
… overige resultaten

Bron

Referenties