Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


UploadenAfbeeldingDef.png

NaamPete Townshend
Volledige naamPeter Dennis Blandford Townshend
Geboortedatum19 mei 1945
Geboorteplaats Chiswick, Londen
BeroepGitarist, Songwriter

Pete Townshend is een Engelse rock gitarist, -zanger, -songwriter en -componist die vooral bekend is door zijn rol als gitarist en primaire songwriter van de Britse rockband The Who.

De carrière van Pete Townshend met The Who beslaat een periode van meer dan veertig jaar, waarin deze uitgroeide tot een van de grootste en invloedrijkste rock-'n-roll bands ter wereld. Townshend schreef in zijn rol als primaire songwriter meer dan honderd nummers voor de elf studio albums die The Who maakte, bijvoorbeeld de grootste delen van de rockopera's Tommy en Quadrophenia en tientallen nummers die verschenen op singles, bonusnummers op heruitgaven en nummers van verscheidene rariteitencollecties, zoals Odds and Sods. Hoewel hij het bekendste was als gitarist, heeft Townshend op verschillende albums (zowel solo als met de band) ook instrumenten als de basgitaar, drums en piano bespeeld.

Pete Townshend is een volgeling van de Indiase religieuze goeroe Meher Baba, wiens spirituele leringen hem in het openbaar hebben doen afstappen van zijn drugsgebruik. Tijdens zijn solocarrière, waarin hij slechts sporadisch actief is (geweest), kreeg Townshend de kans om te spelen met zowel een van zijn grote helden, John Lee Hooker als verschillende muzikanten uit de rockwereld, waaronder David Gilmour, Simon Phillips, Pino Palladino en Ronnie Lane.

Townshend is een voorstander en donateur van verschillende liefdadigheids- en andere filantropische doeleinden. Ook omdat zijn luistervermogen gedurende de afgelopen jaren flink verminderd is als gevolg van uitbundige blootstelling aan harde muziek uit koptelefoons en tijdens concerten, heeft Townshend geholpen om de organisatie Hearing Education and Awareness for Rockers op te starten (H.E.A.R.).

In 2003 werd hij door de politie officieel gewaarschuwd, omdat hij op internet een kinderpornosite zou hebben bezocht, maar na een artikel in The Guardian, waarin hij werd vrijgepleit, werd hij vrijgesproken. In 2006 bracht hij met The Who het eerste album met nieuw materiaal sinds 25 jaar uit en begon met hen een lucratieve en succesvolle wereldtournee.

1945 - 1964: Jeugd en vroege muziekcarrière

Townshend werd op 19 mei 1945, nog geen twee weken na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa, geboren in Londen, in een muzikale familie. Zo was zijn vader Cliff een professionele saxofonist in The Squadronaires en zijn moeder Betty een zangeres. Dit zorgde ervoor dat Townshend al op vroege leeftijd kennismaakte met muziek. Toen Townshend in 1956 de film Rock Around the Clock herhaaldelijk gezien had, groeide zijn interesse in de rockmuziek. Dat jaar kreeg hij met Kerstmis van zijn grootmoeder zijn eerste gitaar. Dit instrument heeft hij later afgedaan als een "cheap Spanish thing" (goedkoop Spaans ding).

Townshend werd op het gebied van de gitaarmuziek onder andere beïnvloed door Link Wray, John Lee Hooker, Bo Diddley en Hank B. Marvin van The Shadows.

In 1961 ging hij naar het Ealing Art College in Londen en vormde een jaar later met zijn oud-klasgenoot van de Acton Grammar School John Entwistle zijn eerste bandje, The Confederates, een Dixielandduo, met Townshend op de banjo en Entwistle op de hoorn. De twee speelden later nog in andere formaties, waaronder The Aristocrats en The Scorpions.

Roger Daltrey, toen nog lasser, was destijds leadgitarist bij de iets succesvollere Detours, die skiffle/rock-'n-roll speelden. Nadat hij Entwistle uitgenodigd had om in zijn band te komen spelen, vroeg Daltrey op aanraden van Entwistle of Townshend geïnteresseerd was om bij hem in de band te komen spelen. Townshend ging akkoord en Entwistle, Daltrey en hij zaten voor het eerst samen in één line-up, met Doug Sandom achter de drums en Colin Dawson als zanger. Nadat Daltrey Dawson de laan uit stuurde, ging hij zich concentreren op de zang en schoof Townshend door van slaggitarist naar leadgitarist. In 1964 veranderden The Detours hun naam in The Who en niet lang daarna verliet Doug Sandom de band omdat hij volgens Townshend niet goed genoeg drumde, waarna Keith Moon geïnstalleerd werd als drummer, wat de originele bezetting van The Who completeerde.

De band kwam in die tijd onder de hoede van Peter Meaden, die reeds sinds 1961 een diehard Mod was, die de band overhaalde om zijn naam te veranderen in The High Numbers, wat meer Mod was. Onder deze naam brachten zij één single uit ("Zoot Suit"), maar al snel werd Meaden uit de band gezet, waarna ze twee nieuwe managers aantrokken, Chris Stamp en Kit Lambert, en hun naam weer in The Who veranderden.

1964 - 1970: Doorbraak van en hoogtepunten met The Who

Na de naamswijziging schreef Townshend enkele singles voor de band, waaronder de hits "I Can't Explain", "My Generation", "Substitute", "Happy Jack" en "Pictures of Lily", waarmee hij pionierde met het experimenteel gebruik van feedback. Deze singles combineren de ironische en snuggere songteksten met harde, soms zelfs wrede muziek, een combinatie die later bekend zou komen te staan als het handelsmerk van de band. Tijdens liveoptredens komt het nogal eens voor dat Townshend concerten onderbreekt met langdradige introducties van de nummers, maar het feit waar Townshend vooral bekendheid mee verworven heeft, is het stuksmijten van zijn gitaren op het podium, alvorens ze in een versterker en bijbehorende kabinets te deponeren. Hoewel het eerste geval van het stukslaan van een gitaar een 'ongeluk' was, werd het molesteren van instrumenten, versterkt door pyrotechnische effecten, een 'normaal' onderdeel van de optredens van The Who. Townshend, die altijd welbespraakt is in interviews, schreef deze 'creatieve uitspattingen' later toe aan de theorieën van de Duits/Britse kunstenaar Gustav Metzger over Auto-destructive art (zelfvernietigende kunst), met wie hij, zoals gebleken is, op school in contact was gekomen. In zijn latere jaren meende Townshend dat de motivatie voor het kapotmaken van gitaren en het geven van de energieke optredens meer een gevolg was van jeugdige woede, die hij reeds lange tijd ontgroeid was. Een voorbeeld van deze energieke optredens is de roemruchte uitvoering van "My Generation" bij Smothers Brothers Comedy Hour, waarbij Keith Moon zijn drumstel liet ontploffen met iets meer explosieven dan van tevoren afgesproken was. Townshend stond op dat moment op luttele meters afstand.

Een ander aspect van Townshends liveoptredens is het gebruik van zijn windmolen techniek, waarbij hij met zijn rechterarm als een windmolen zwaait om de gitaar te bespelen.

Townshend is een volgeling van de Indiase religieuze goeroe Meher Baba, die de elementen van Vedanta, Soefisme en mystieke scholen combineerde. Baba's leringen waren een bron van inspiratie voor zijn werken, waaronder Tommy.

Townshend bewerkte gedurende zijn gehele carrière het concept van het vertellen van verhalen op een geheel album en blijft hierdoor de musicus die het meest geassocieerd wordt met de rockopera. Hij liet een uitzonderlijk talent voor de gitaar zien en is een invloedrijke gitarist, die een unieke stijl heeft ontwikkeld, die de aspecten van zowel slag- als leadgitaar combineert. Op veel nummers zijn de piano- en keyboardtracks ingevuld door Townshend zelf, hoewel de zwaardere pianonummers normaal gesproken werden ingevuld door gastmuzikanten als Nicky Hopkins en Chris Stainton.

1971 - 1999: Solocarrière en tournees met The Who

Afgezien van zijn rol als leadgitarist van The Who, is Pete Townshend sporadisch actief geweest als solomuzikant. Tussen 1969 en 1971 gaf Townshend samen met een aantal andere trouwe volgelingen van Baba een drietal aan het werk van de goeroe gewijde albums uit (I Am, Happy Birthday en With Love). Om het bootleggen de kop in te drukken, stelde hij zijn persoonlijke hoogtepunten samen (net als "Evolution"), en gaf ze in 1972 uit als zijn eerste album Who Came First, dat een middelmatig succes werd. Het album is een weergave van zijn akoestische talent en een aantal demo's van nummers van The Who. Hoewel Baba's onderricht vereist dat er een volledige afstand gedaan wordt van drugs, heeft Townshend verschillende publieke ruzies gehad over zijn recreatieve drugsgebruik. Hij gebruikte cocaïne en pillen en zijn zware alcoholgebruik en een overdosis heroïne deden hem in 1981 bijna het loodje leggen. Townshend is vaak publiekelijk wanhopig geweest over zijn excessieve drugs- en alcoholconsumptie in de zeventiger en tachtiger jaren.

Verder werkte hij samen met Ronnie Lane, de bassist van The Faces, die net als Townshend een aanhanger was van Meher Baba op het duetalbum Rough Mix (1977). Townshends solodoorbraak kwam na het overlijden van Keith Moon in 1978, toen hij in 1980 Empty Glass uitgaf, met de top-10- single "Let My Love Open the Door". Deze uitgave werd gevolgd door All The Best Cowboys Have Chinese Eyes (1982) met het radionummer "Slit Skirts". Na in 1982 een tour met The Who te hebben gedaan, deed Townshend in 1983 een poging tot het schrijven van een nieuw studioalbum, dat Warner Brothers Records nog tegoed had. The Who had namelijk van 1980 tot 1983 een contract lopen bij deze platenmaatschappij. Tegen het einde van dat jaar verklaarde Townshend daarentegen dat hij het niet voor mogelijk hield om genoeg materiaal te creëren dat aan zijn kwaliteitseisen zou kunnen voldoen. Daarop liet hij in december 1983 een persbericht uitgaan, waarin hij verklaarde The Who te verlaten. De rest van de jaren tachtig en negentig experimenteerde Townshend met het rockoperaconcept en vergelijkbare concepten, wat resulteerde in White City: A Novel (1985), The Iron Man: A Musical (1989) en Psychoderelict (1993), die allen gebaseerd zijn op een verhaal. Townshend kreeg verder ook de kans om te spelen met zijn held Hank Marvin tijdens Paul McCartneys Rockestra-sessies, samen met verschillende andere rockmuzikanten, waaronder David Gilmour, John Bonham en Ronnie Lane.

Townshend heeft als soloartiest eveneens livealbums uitgegeven, waaronder een waarop hij speelde met een door hem samengestelde supergroep Deep End, met wie hij slechts twee concerten en een televisieoptreden uitvoerde. In 1984 publiceerde Townshend een verzameling korte verhalen, getiteld Horse's Neck. Hij is ook bezig met een autobiografie. In 1993 schreven en regisseerden hij en Des MacAnuff de Broadwayversie van het Who-album Tommy, net als een minder succesvolle musicalproductie van zijn soloalbum The Iron Man, gebaseerd op het boek van Ted Hughes. MacAnuff en Townshend produceerden later samen de geanimeerde film The Iron Giant, ook gebaseerd op het verhaal van Hughes.

In 1989 steunde Townshend de oprichting van de niet-commerciële organisatie H.E.A.R. (Hearing Education and Awareness for Rockers). Townshend zelf is gedeeltelijk doof en lijdt aan tinnitus als gevolg van enorme blootstelling aan luide muziek uit koptelefoons en het hoge volume tijdens Who-concerten. Een voorbeeld hiervan is het optreden op 31 mei 1976 op de Charlton Athletic Football Ground, dat voor meer dan een decennium lang geregistreerd stond in het Guinness Book of Records als het luidste concert ooit, met een geluidssterkte van 126 Decibel op 32 meter van het podium. Ook het optreden tijdens het Smothers Brothers Comedy Hour heeft bijgedragen aan de tinnitus.

Door de jaren heen had The Who succes en bleef succes hebben, ondanks het overlijden van twee van de originele leden. The Who wordt door veel rockcritici beschouwd als een van de beste en invloedrijkste livebands in de tijdsspanne tussen de late jaren zestig en vroege jaren tachtig, als gevolg van een unieke combinatie van een enorm geluidsniveau, showtalent, een grote variëteit aan rockbeats en rockmuziek die ergens in het midden tussen bladmuziek en improvisatie ligt. Ook in 1989 kwam The Who weer tijdelijk bijeen om ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van Tommy een tournee te doen. In 1996 en 1997 gebeurde dit eveneens, maar toen werd er een Quadrophenia-tournee gehouden en na een pauze van twee jaar ging The Who weer volop op tournee.

2000 - heden: Officiële waarschuwing en comeback van The Who

Jubileumherdenking van Live at Leeds
Paul de Kievit (l) overhandigt Endless Wire aan Freddy Haayen
The Who in 2007 in Ahoy', Rotterdam

In 2000 scheidde Townshend van Karen Astley (de dochter van componist Ted Astley), die hij leerde kennen toen hij nog op de kunstacademie zat. Het stel trouwde in 1968 en ging uiteen in 1994. De twee hebben samen drie kinderen, Emma (1969), die een singer-songwriter is, Aminta (1971) en Joseph (1989). Gedurende lange tijd heeft Townshend noch bevestigd, noch ontkend dat hij biseksueel was. Desalniettemin vertelde hij in 2002 in een interview met Rolling Stone Magazine dat hij een aantal homoseksuele experimenten heeft gedaan in de jaren zestig, maar toch heteroseksueel is. Momenteel woont hij samen met zijn levensgezellin Rachel Fuller in Richmond, Engeland.

In februari 2006 maakte The Who een grote wereldtournee bekend om het eerste nieuwe album sinds 1982 te promoten. Townshend publiceerde een semiautobiografisch verhaal genaamd The Boy Who Heard Music in een serie korte episodes op zijn blog, die begon in september 2005 en inmiddels gestopt is. De website van de blog is inmiddels niet meer in handen van Townshend. Op 25 februari 2006 vertelde Townshend dat hij in juni een mini rockopera gebaseerd op de novelle (later getiteld Wire & Glass) zou uitgeven. In oktober datzelfde jaar gaf The Who een compleet nieuw album uit, genaamd Endless Wire, waar de mini-opera in verwerkt is.

Een productie van de rockopera The Boy Who Heard Music debuteerde als een deel van het Powerhouse Summer Theater van Vassar College in juli 2007.


Pete Townshend heeft bijgedragen aan 5 productie(s).

Pete Townshend heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Pete Townshend heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Curriculum Vitae Theatrum
Productie Functie Producent Seizoen Premièredatum In regie van
Tommy, The Rockopera Auteur (schrijver libretto, scenario) Orkest van de Koninklijke Luchtmacht 2001/2002 18 januari 2002 Matthew Dickens
The Who's Tommy Auteur (schrijver libretto, scenario) Big League Theatricals Incorporation 2004/2005 26 januari 2005 Dan Stewart
De feestdagen in het LAKtheater: Musical van de eeuw Muziek LAKtheater 1999/2000 26 december 1999 Brigitte Odett
Tommy, The Rockopera Muziek Orkest van de Koninklijke Luchtmacht 2001/2002 18 januari 2002 Matthew Dickens
Musicals in Ahoy' 2002 Muziek Joop van den Ende Theaterproducties BV 2001/2002 20 juni 2002 Guus Verstraete jr.
The Who's Tommy Muziek Big League Theatricals Incorporation 2004/2005 26 januari 2005 Dan Stewart
DI-RECT doet Tommy Muziek DI-RECT 2008/2009 16 november 2008 Jos Thie


Discografie

Zie voor een uitgebreide opsomming van zijn werken: Wikipedia

Bronnen