Biografie
Ovidius werd geboren uit een welgestelde ridderfamilie te Sulmo, nu het stadje Sulmona in de Abruzzen, op 100 km ten oosten van Rome. Hij had een broer die net één jaar ouder was. De beide jongens kregen een verzorgde opvoeding, ze studeerden onder meer retorica en rechten, eerst in Rome en later in Athene. Dit was de gebruikelijke opvoeding voor welgestelde Romeinen in die tijd. De dood van zijn broer, die op twintigjarige leeftijd stierf na terugkeer uit Athene, was een zware slag voor de jonge Ovidius. Ovidius trouwde drie keer, maar de namen van zijn echtgenotes zijn niet bekend.[1]
In een politieke of juridische carrière had Ovidius helemaal geen interesse, maar des te meer voor literatuur, tot ongenoegen van zijn vader, die het niet eens was met zijn literaire aspiraties. Niettemin debuteerde hij op 18-jarige leeftijd met zijn Amores, en maakte al vroeg naam als minnedichter, één van de vele groten tijdens de "gouden eeuw" van keizer Augustus. Hij was goed bevriend met Tibullus en Propertius. Ook Horatius behoorde tot zijn kennissen, deze droeg soms voor uit eigen werk. Met Vergilius, die de oudere generatie vertegenwoordigde, heeft hij één enkele keer kennis gemaakt. Ovidius was welgesteld genoeg om zich volledig aan de dichtkunst te wijden. Algauw volgden de Ars Amatoria (de kunst van het liefhebben) en de Remedia Amoris (Remedies tegen de liefde), zijn bekendste dichtbundels. Hij kon zich een luxueus en losbandig leventje in de mondaine grootstad Rome veroorloven, hij was een echte societyfiguur. Als gevierd dichter hield hij regelmatig voordrachten uit eigen werk, wat zijn roem alleen maar vergrootte.
Verbanning naar Tomis?
Ovidius vertelt in zijn dichtwerken dat hij in 8 na Chr. werd verbannen door keizer Augustus naar het verre Tomis (het huidige Constanţa, aan de kust van de Zwarte Zee, provincie Moesia, nu Roemenië). Van deze strafmaatregel bestaan echter geen andere vermeldingen dan die van Ovidius zelf. Er zijn daarom volgens deskundigen[2] twee mogelijkheden: A) Ovidius werd door keizer Augustus verbannen naar Tomis; B) Ovidius werd niet verbannen, hij heeft dit zelf doelbewust verzonnen, ‘in scène gezet’.
A. Verbanning naar Tomis
De reden voor deze verbanning is nooit echt opgeklaard. Ovidius zelf schrijft in zijn werk Tristia (Treurzangen) dat een carmen (gedicht) en een error (vergissing) hem ten val brachten. Het gaat volgens Ovidius om het gedicht de Ars Amatoria, dat met zijn frivole losbandigheid tegen de morele hervormingen van keizer Augustus indruiste. Deze vaardigde juist allerlei wetten uit ter bevordering van de moraliteit, omdat het volk in zijn ogen moreel was afgegleden na de burgeroorlogen. Oude normen en waarden moesten in ere worden hersteld. Ovidius’ werk stond daar haaks op.
Ovidius vertelt ook wat de vergissing inhield: hij had per ongeluk iets gezien, wat hij niet had mogen zien. Over wat hij precies zag is veel gespeculeerd. Misschien had hij Augustus betrapt tijdens een amoureuze ontmoeting? Of wellicht had hij deelgenomen aan een uitspatting van Augustus’ enige dochter Julia? We weten het niet, maar Ovidius vond kennelijk dat hij geen misdaad heeft begaan en het slachtoffer is van een misverstand.
Daar, in een uithoek van de Romeinse wereld, leed de frivole stadsmens Ovidius een troosteloos bestaan in eenzaamheid, en kwijnde langzaam weg te midden van wat hij barbaren noemde. Zijn vrouw bleef achter in Rome. Augustus stond Ovidius weliswaar toe zijn bezit en burgerrechten te behouden, maar het stak de dichter enorm uit de beschaafde wereld te zijn verstoten. Voor iemand uit de Romeinse high society was de verbanning een gruwelijke straf. Zonder ooit in eer hersteld te zijn, overleed hij in ballingschap in 17 na Chr.
Voor zichzelf liet hij een grafschrift na:
Ik, Naso, die hier rust, die speelse dichter van de liefde, ben door mijn eigen dichttalent ten val gebracht. Reiziger, wees zo goed, indien u ooit bemind hebt, te zeggen: 'Beenderen van Ovidius, rust zacht!' Tristia 3.3.73-6; vert. D. den Hengst
B. ‘Verbanning’ verzonnen als publicity-stunt
Sommige geleerden hebben de hypothese verdedigd dat Ovidius zijn verbanning ensceneerde, als raam voor zijn Tristia en Epistulae ex Ponto. Door uit het zicht van de Romeinse stadsmensen te verdwijnen wist hij zich in de belangstelling te werken. Voor deze theorie zijn deze argumenten: hij werd onwaarschijnlijk ver verbannen voor iemand die ofwel geen misdaad, ofwel een zeer lichte misdaad begaan had; ook kreeg hij nooit vergiffenis, wat het nog onwaarschijnlijker maakt. Al zijn werken zijn volledig bewaard gebleven wat erop wijst dat ze uitgegeven zijn in Rome. Door die error te vermelden en zeer geringe details te geven bouwde hij een spanning op bij zijn lezerspubliek, want de Romeinse roddelmachine zou willen weten wat hij had gezien, en zo zijn volgende werken willen lezen.
Sommige tegenstanders van de theorie van de verbanning brengen daar ook tegenin dat de Ars amatoria het nog zeer braaf houdt, en eigenlijk alleen maar tips geeft tot het versieren van een meisje, en er geen sprake is van aanmoedigingen tot decadente toestanden.
Ook werden er dingen uit zijn Metamorphosen gehaald.
Theater CV
Ovidius heeft bijgedragen aan 12 productie(s).
Ovidius heeft gewerkt in de volgende functies:
- Auteur (schrijver libretto, scenario) - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Ovidius heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:
NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.
Productie | Functie | Producent | Seizoen | Premièredatum | In regie van |
---|---|---|---|---|---|
Koning Midas heeft ezelsoren | Auteur (schrijver libretto, scenario) | Poppentheater Frank Kooman | 1962/1963 | 26 oktober 1962 | |
De vuurvogel | Auteur (schrijver libretto, scenario) | Het Muziek Lod | 1993/1994 | 18 januari 1994 | Goele Derick |
Metamorphosen | Auteur (schrijver libretto, scenario) | Theatergroep De Giraffe | 1993/1994 | 1 juni 1994 | Mieke Lelyveld |
Metamorphosen | Auteur (schrijver libretto, scenario) | De Tijd vzw | 1995/1996 | 27 september 1995 | Lucas Vandervost |
Ovidius' Metamorphosen | Auteur (schrijver libretto, scenario) | Ro Theater | 1995/1996 | 5 juni 1996 | Peter de Baan |
Apollo e Dafne | Auteur (schrijver libretto, scenario) | Apollo Ensemble | 2004/2005 | 23 april 2005 | Jehan François Boucher |
Orfeo naar Monteverdi | Auteur (schrijver libretto, scenario) | Veenfabriek | 2005/2006 | 21 mei 2006 | |
Metamorfosen | Auteur (schrijver libretto, scenario) | Theater Malpertuis | 2008/2009 | 7 april 2009 | Piet Arfeuille |
De andere kant | Auteur (schrijver libretto, scenario) | De Utrechtse Spelen | 2008/2009 | 2 mei 2009 | Miriam Luyten, Elles Leferink |
Requiem per Coriovallum | Auteur (schrijver libretto, scenario) | Gotra Ballet | 2009/2010 | 4 september 2009 | |
Daphne en Apollo | Auteur (schrijver libretto, scenario) | Colline Theaterproducties | 2012/2013 | 13 oktober 2012 | Jacques Janssen |
Metamorfosen II | Auteur (schrijver libretto, scenario) | Theatergroep Aluin | 2022/2023 | 9 november 2022 | Erik Snel |
Ovidius’ werk
Zijn werk als dichter valt in een aantal perioden uiteen:
1) Jeugdwerk
- In de Latijnse literatuur wordt de benaming "Jeugdwerk" vaak gekoppeld aan de mindere lectuur, vervaardigd als schoolopdracht of als probeersel om een eigen stijl te vinden. Dit geldt echter niet voor de Ars Amatoria, de Amores en de Epistulae Heroidum, die al gerekend kunnen worden tot zeer hoogstaande literatuur en reeds de kenmerken van de volgende werken vertonen. In de eerste periode ligt het accent in zijn werk op de liefde en de erotiek.
- Zijn hoofdwerk uit die tijd is de bundel Amores (Liefdeszangen), gepubliceerd 16 voor Chr.: lichtvoetige verzen waarin Ovidius zijn denkbeeldige liefde Corinna bezingt. De liefde wordt vooral als een spel geschetst.
- Ook de Ars Amatoria (Minnekunst) dateert uit deze periode: tussen 1 voor Chr. en 8 na Chr.. Het is een leerboek in verzen over verliefd worden en verliefd zijn, en een parodie op de didactische poëzie.
- In die tijd verscheen nog een klein "tussenwerk", de Medicamina Faciei (eerder dan 8 na Chr.), een boek over de gelaatsverzorging.
- Als vervolg hierop verscheen ook de Remedia Amoris (Remedies tegen de liefde).
2) Hoofdwerk
- In de tweede periode zoekt hij zijn inspiratie in de Griekse mythologie en de nationale folklore.
- Het belangrijkste werk dat in deze tijd ontstaat is de Metamorphosen (Gedaanteverwisselingen): een bundel verhalen uit de Griekse mythologie (door onder andere Vondel is dit werk later in het Nederlands vertaald).
- Ook begon hij aan zijn onvoltooide Fasti, een Romeinse feestkalender, waarin elke maand beschreven en etiologisch verklaard wordt. In zijn ballingsoord is het werk onafgewerkt blijven liggen: slechts de eerste zes maanden waren klaar. Vermoedelijk ebde zijn interesse voor de etiologische verklaring van de feestdagen weg en besloot hij het halverwege af te breken.
3) Laat werk
- Zoals 'Jeugdwerk' vaak samenhangt met mindere werken, zo wordt de term 'Laat werk' vaak gekoppeld aan herhaling, wat ook niet van toepassing is op de werken van Ovidius. In zijn Tristia en de Epistulae ex Ponto maakt hij een schitterende synthese van lyriek en epiek. De derde periode valt samen met zijn ballingschap in Tomis. Daar ontstaan twee werken:
- De Tristia (Treurzangen), een bundel autobiografische elegieën over de omstandigheden van zijn ballingschap.
- Daarnaast de Epistulae ex Ponto (Brieven vanuit het Zwarte Zeegebied), een verzameling poëtische verzoekschriften gericht aan vrienden en prominente Romeinen met de bede hun invloed aan te wenden aan het keizerlijke hof, om herziening van zijn lotsbestemming te bekomen.
- Na Ovidius zijn dood in 17 na Chr. is ook nog de Halieutica, een werk over de vissen in de Zwarte Zee, onder zijn naam uitgegeven.
Waardering
De waardering voor Ovidius verandert met de tijd. Tijdens zijn leven werd hij zeer geprezen om zijn metrisch vernuft en gevoel voor drama. Er was echter ook een groep tegenstanders die zijn werk te 'frivool' vond.
In de vroege middeleeuwen werd zijn werk amper gelezen. Het zou immoreel en heidens zijn. Vergilius genoot toen echter grote waardering, wat te verklaren valt doordat deze wel een moraliserende inslag heeft en het verhevene predikt. Pas in de 12e eeuw werd Ovidius' dichtkunst meer op waarde geschat. Men paste wel een christelijke allegorisch-moraliserende uitleg toe. Dit leidde tot de Ovide Moralisé en commentaren van onder meer Pierre Berçuire in het Reductorium Morale.
Vooral in de renaissance in de 16e en 17e eeuw grijpen velen terug op motieven uit zijn werken. Zijn vertelkunst inspireerde Torquato Tasso, Chaucer, John Milton en Vondel.