50 jaar Het Nationale Ballet - In memoriam Leonie Kramer
Onderstaande tekst is van Conrad van de Weetering en werd door hem uitgesproken op 9 juli 2016 ter gelegenheid van het 'Gedenkfeest Leonie' dat precies een maand na haar overlijden gehouden werd in Rijswijk, in de balletstudio Karen den Os, waar Leonie haar laatste inspirerende ballet lessen gaf.
Lieve Lonneke,
Er zullen maar weinig beroepsdanseressen zijn die regelmatig het Catshuis hebben bezocht. Het Catshuis, ooit gebouwd door de dichter en raadspensionaris Jacob Cats onder de naam Sorgvliet. Het kwam later in het bezit van de Redersfamilie Goedkoop en Puck Goekoop-Santhagens gaf er balletles, die Leonie dus bezocht…, tot Puk haar als veelbelovend naar de balletacademie stuurde. Nu is het Catshuis de ambtswoning van de ministerpresident… Ik geloof dat ze 15 was toen ze bij ons kwam, bij Het Nederlands Ballet Ik woonde toen in de Wagenstraat bij de architect de Ridder. Mevrouw de Ridder vertelde me later: Ik liep met mijn man door de straat en toen kwam er een enig, heel slank meisje langs, waarop ik tegen mijn man zei: ‘Wat zou het leuk zijn als dat meisje voor onze mijnheer van de Weetering kwam…’ En toen belde dat meisje bij ons aan. Mevrouw de Ridder trots…
Leonie was al hele mooie danseres toen ze bij ons kwam maar ontwikkelde zich ook razendsnel, dus toen de Russische choreograaf Alexei Tsjitsjinadze een keer in de studio in ze Koningsstraat langskwam en haar zag, vroeg hij aan Sonia Gaskell of hij voor dat meisje een pas de deuz ‘Claire de Lune’ mocht maken. Dat mocht. Met Peter Appel.
Leonie was niet alleen een goede danseres, maar ze had ook een fabelachtig geheugen. We dansten in Barcelona en Irène Skorik was gastdanseres. O.a. in ‘la Flûte’ in Suite en Blanc. Leonie zat in het corps de Ballet. Toen die variatie ‘la Flûte’ aan de beurt was, verscheen Irène niet, waarop Sonia Gaskell tegen Leonie zei: Ach Leonietje doe jij dat maar even, je kent het vast wel. Leonietje deed het prachtig, al had ze het nog nooit gerepeteerd en alleen maar gezien. Later bleek dat Irène naar de repetitiezaal was gegaan en in de plaats van het lichtknopje een losse stroomdraad had aangeraakt… drama, een beetje geëlectrocuteerd, ze knapte al heel gauw weer op.
Inmiddels waren we een paar, we dansten heel veel samen, mijn eigen pas de deux, Les Forains, De blauwe Vogel, de ballerina en de Moor enz,
Op een gegeven moment kwam Harald Lander bij ons om Etudes in te studeren. Marianna Hilarides was toen ons grote ster, dus die zou wel de hoofdrol krijgen, maar nee, We moesten allemaal auditie doen maar Leonie en Job Sanders niet. Lander was dol op lange mensen en Leonie en Job waren op dat moment de langsten die er rondliepen, Marianna vond hij veel te klein. De vrouw van Harold , Toni Lander, die eerder de hoofdrol danste, heeft Leonie fantastisch geholpen en het werd een enorm succes.
Toevallig kwam Alexei Tsjitjinadze weer langs en maakte voor Marianna, Peter Appel en mij een schitterend ballet, Francesca da Rimini, zodat de twee balletten samen een heel bijzonder programma opleverde.
We dansten veel historische balletten, zodat wij, het Nederlandse publiek en ook de balletcritici eindelijk eens konden zien waar al die mooie titels, die we uit de geschiedenisboeken kenden, nu eigenlijk over gaan…, maar we waren niet rijk, kregen toen bijvoorbeeld veel minder subsidie dan toneelgezelschappen en orkesten. (gelukkig is dat nu veel beter… ) dus we hadden maar één toneelmeester, twee kleedsters en naast Sonia Gaskell, geen balletmeesters. En omdat we maar een heel klein publiek van kenners hadden, moesten we vrijwel iedere maand een nieuw ballet uitbrengen.
Het was een spannende tijd, de opbouw van wat later HNB zou worden, een opbouw die veel van ons en ook Leonie echt hebben meegemaakt, met veel busreizen naar alle steden van Nederland, maar ook naar het buitenland, denk maar eens aan Venetië, Passau, Monte Carlo, zes weken Barcelona, Warschau… Maar ook opstanden, en het vertrek van de dansers van het NDT. Aan het eind van het seizoen waren we dan ook allemaal doodmoe. Leonie en ik gingen dan naar Italië, de eerste dagen betekende dat vooral uitslapen, dan naar het strand en pas na een dag of tien naar musea.
Voor onze laatste vakantie samen gingen we naar Sitges, zeg maar het strand van Barcelona. Alweer doodmoe aan het eind van het seizoen. In die tijd was ik van plan een boekje te schrijven. Overdag samen aan het strand bedacht ik een hoofdstuk, dat ik ’s avonds na het eten opschreef om het dan aan Leonie voor te lezen, zodat ze er commentaar op kon geven. Dat deed ze heel serieus, heel streng, zodat ik haar toen voor de grap wel eens Barse Lonnie noemde, we waren tenslotte bij Barcelona…
We groeiden uit elkaar. Het was te mooi samen… Later ging Leonie weg bij het ballet, maar ze bleef het dansen trouw, ging bij Tony Lander de Bournonville techniek leren, ging les geven, kreeg kinderen, die ze in hoofdzaak alleen opvoedde, wat een hele bijzondere prestatie is. En we volgden elkaar op afstand, natuurlijk als collega’s, maar ook als ex-geliefden.
Ik had er veel waardering voor hoe ze later André heeft begeleid en opgevangen, ook een goede collega…
Dag Leonie.