Interview: Francesca Lazzeri over haar bijzondere mimevoorstellingen

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

10 november 2020 - Interview door Eva van der Weerd

Francesca Lazzeri studeerde in 2016 af van de mimeopleiding. Sindsdien maakt ze fysiek werk waarin ze de positie van de mens bevraagd, eerst met collectief Wild Vlees, inmiddels zelfstandig als regisseur. "Mimers zijn op zoek naar eerlijkheid."

Hoe ben je op de mimeopleiding terecht gekomen?
"Ik was in Rusland aan het werk en zocht een opleiding in muziektheater. De mimeopleiding zag er interessant uit en de auditie was nog niet geweest. Ik stapte er vrij blanco in, maar was heel blij met wat ik had gevonden. Daarvoor deed ik een andere opleiding, maar daar zat ik niet op mijn plek. Wat ik waardeerde aan de mimeopleiding, is hoe zelfstandig je wordt opgeleid. Je krijgt vaak hele vage opdrachten, die je misschien niet begrijpt. Dan moet je niet teveel analyseren of psychologiseren, maar gewoon gaan proberen. Zo probeer je ook dingen uit waar niet per se om gevraagd wordt. Op die manier word je zowel als maker als speler vrij zelfstandig en leer je te kiezen waar je naartoe wilt."

Wat neem je in je werk nu mee uit de opleiding?
"Er wordt op de opleiding veel aandacht gegeven aan het zoeken naar jouw eigen taal en vocabulaire. Wat houdt die in en hoe kun je die gebruiken om je boodschap te communiceren? Het is belangrijk dat je niet verbergt wie je bent. Je werk kan heel rauw zijn, of heel mooi, maar het komt altijd vanuit jezelf en je maakt het niet mooier of lelijker dan het is.

Als je Jakop Ahlboms werk vergelijkt met Boogaerdt/Van der Schoot, Baukje Schweigman met Bambi, dan zie je dat mime veel verschillende dingen kan zijn. Het is aan jou om een eigen signatuur te ontwikkelen."

Wat verbindt deze mimers met elkaar?
"Veel mimers werken op een vrij intuïtieve manier. Ze denken niet in een dramaturgische lijn die vastligt volgens bepaalde regels, maar kijken naar het materiaal zelf op een intuïtieve manier, waarbij de lichamelijke taal voorop staat. Daarnaast is het bij mime belangrijk dat je in het hier en nu bent, dat je reageert op de situatie waarin je je bevindt. Ook als er iets gebeurt wat je niet had gepland, moet je dat omarmen en gebruiken."

Hoe komt dat terug in je eigen werk?
"Het publiek loopt bij mijn werk vaak rond en ik kan niet voorspellen hoe ze reageren. Bij An incomplete life viel er bijvoorbeeld zout op ons tot we helemaal zouden verdwijnen. De dag na de première probeerde een toeschouwer me te redden; diegene werd onrustig en emotioneel en probeerde het zout weg te scheppen. Gaan we dan door, voor al die andere toeschouwers die een kaartje hebben betaald voor iets wat wij van plan waren, of gaan we zien wat hier uitkomt?

Ik vond het interessant en heb die bezoeker verteld: ‘je mag alles doen wat je wilt’. Sindsdien zien we vaker dat toeschouwers in discussie gaan; sommigen willen ons redden en anderen willen het verder laten gaan. Het werk is dynamisch en nooit af, maar blijft zo afhankelijk van de context en de mensen."

Na je opleiding richtte je samen met Tamar Blom het collectief Wild Vlees op, maar inmiddels maken jullie vooral zelfstandig werk. Is Wild Vlees uit elkaar?
"Bij Wild Vlees werkten we samen, maar deden we ook individuele projecten. We merkten ongeveer anderhalf jaar geleden dat we op het moment niet zoveel behoefte hadden om iets samen te maken. Het werd meer vormelijk dan inhoudelijk zinvol. We komen nog steeds langs bij elkaars werk, maar doen het nu onder eigen naam. Ik denk wel dat dit definitief is, maar je weet het nooit.

Tamar Blom is veel meer richting installatiekunst en beeldende kunst gegaan en is bezig met een studie om vormgever te worden. Zelf ben ik meer als regisseur doorgegaan. Ik werk wel op de grens tussen beeldende kunst en performance, maar het zijn wel echt voorstellingen met een begin en een einde."

Waar begin je bij het maken van een voorstelling?
"Een concept schrijven en onderzoek doen naar theoretische bronnen werd voor mij de afgelopen jaren steeds belangrijker. Ik begin meestal met het lezen van boeken, maar die hebben wel vaak een beeldend karakter. Ik lees nu bijvoorbeeld The life of plants van Emanuele Coccia. Hij stelt een theorie voor waarin planten de basis zijn van hoe ons universum in elkaar steekt. Hij schrijft vrij theoretisch, maar wel op een manier waar ik gelijk beelden bij zie. Tijdens het lezen ontstaat de vorm dus al in mijn hoofd. Ik zie er meteen opdrachten bij.

Ik laat me ook inspireren door de dingen die ik om me heen zie. Het boek van Coccia is nu extra interessant vanwege de coronacrisis; een situatie die suggereert dat wij niet de ultieme soort zijn. Geen nieuwe gedachte, maar wel eentje die nu in een ander licht komt. Zo’n virus heeft de kracht om ons tot stilstand te brengen, terwijl we dat een jaar geleden ondenkbaar vonden. Zo grijpt wat ik lees samen met de dingen die om me heen gebeuren."

In je vorige voorstelling onderzocht je al de sociale gevolgen van de coronacrisis. Hoe ben je te werk gegaan?
"In My shadow used to have a density onderzocht ik hoe onderlinge communicatie wordt beïnvloed doordat we allemaal via een scherm communiceren. Soms zorgt het voor meer brutaliteit, omdat je anoniemer bent. Eén van de spelers vertelde bijvoorbeeld dat hij ’s nachts veel gesprekken op Grindr had; niet voor seks, maar vooral om existentiële dingen te bespreken. Je ziet elkaar niet; hij gebruikte die vrijheid om heel direct te zijn.

We wilden een ervaring creëren waar we elkaar zonder aanraking konden ontmoeten op een directe en eerlijke manier. Voor corona was het soms té vanzelfsprekend dat we elkaar aanraken. Zeker in de theaterwereld omhelzen we elkaar bijvoorbeeld heel snel, terwijl je daar misschien niet altijd behoefte aan hebt.

In de voorstelling werd een speler vacuüm gezogen. Hij had een mobiele telefoon bij zich. De toeschouwer werd gebeld en dan hadden ze een gesprek van 15 minuten. De gesprekken waren steeds anders; de spelers hadden slechts een paar richtlijnen. Het ging niet zozeer om een onderwerp, maar wel ‘hoe kunnen we ervoor zorgen dat we deze 15 minuten geen bullshit of small talk hebben, maar dat we ons kwetsbaar opstellen?’ Daarmee bedoel ik niet dat je me moet vertellen dat je een moeilijke relatie had met je vader of een moeilijke jeugd. Een ingang kon bijvoorbeeld zijn hoe je je gedraagt in een gesprek. Ben je bijvoorbeeld meer bezig met het luisteren naar je eigen gedachten en wat jij kunt vragen in plaats van echt te luisteren naar de ander?"

Vacuüm zuigen, jezelf bedelven onder zout. Hoe zorg je ervoor dat je voorstellingen veilig blijven?
"Mijn inspiratie voor het vacuüm zuigen kwam van Japanse fotograaf Hal. Hij gebruikt geen luchtslangen, maar zuigt mensen vacuüm voor 10 seconden. Hij heeft dan 10 seconden de tijd om de foto te maken. Wij doen het met luchtslangen, 10-15 minuten lang. Het is emotioneel ook intens, want de ontmoetingen proberen we zo oprecht mogelijk te maken. Misschien heeft een speler een ontmoeting die voor hem ook iets betekent en drie minuten later moet hij schakelen naar de volgende toeschouwer. Er staat altijd iemand op stand-by, mocht er iets gebeuren.

Eerst speelde ik zelf ook in mijn eigen werk. Ik gaf me makkelijk over aan het onderzoek en kon mijn eigen grenzen bepalen. Soms ik ging daar wel te ver in. Dan probeerde ik net zo lang dingen uit tot ik mijn grens bereikte. Nu ik als regisseur met andere mensen werk, ben ik veel voorzichtiger, want ik wil niet dat ze dingen doen die ze niet willen. We bouwen het rustig op en gaan veel in gesprek. Als het te ver gaat, gaan we direct terug en proberen we een andere manier te vinden."

Fysieke uitputting komt vaak voor in mimevoorstellingen. Waarom is dit?
"Ik denk niet dat het met uitputting op zich te maken heeft. Mimers vaak op zoek gaan naar een vorm van eerlijkheid en waarachtigheid. Door middel van uitputting kun je daar bij. Je zet jezelf in een kwetsbare staat en daardoor kun je verbinden met de ander. Je bent dan oprecht kwetsbaar. We gaan in mime op zoek naar transparantie, eerlijkheid, contact van mens tot mens waarin we niet doen alsof, maar echt een ontmoeting. Jezelf fysiek uitdagen kan daar een ingang voor zijn.

In mijn eigen werk wil ik ook die kwetsbaarheid van de mens laten zien, om te laten zien dat de mens niet onbreekbaar is. Mijn werk is een poging om de uitzonderlijkheid van de mens te relativeren en ons in een groter geheel te plaatsen, waarbij we niet op een voetstuk staan. Ik probeer onze hegemonie als individu, maar ook als soort of bijvoorbeeld nationaliteit te bevragen en relativeren en ons te zien als niet meer dan wat er om ons heen is."

Dit interview komt voort uit het thema rondom Mime. Zie ook het interview met Igor Vrebac.

Kijk voor het actuele thema op de Nu Centraal-pagina.

Nieuwsgierig naar alle andere interviews op de Theaterencyclopedie? Kijk snel op de overzichtspagina!