Het hoofd in den strop - N.V. Vereenigd Rotterdamsch-Hofstad Tooneel – 1931-04-19

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Informatie

Het hoofd in den strop (Kopf in der Schlinge / The neck in the rope, 1930) van John V. Bradley (pseudoniem van Otto Bastian), vertaling / bewerking van C. Dumoulin-Goedkoop
Producent: N.V. Vereenigd Rotterdamsch-Hofstad Tooneel
Seizoen:1930/1931
Première: Groote Schouwburg, Rotterdam op 19-04-1931

Team

Regie: Herman Schwab
Decorontwerp:

Uitvoerenden

Louise Kooiman, Wilhelmina Schwab-Welman, Henny van Merle, Mies Versteeg, Louis van Gasteren, Dick van Veen, Ludzer Eringa, Jan van der Linden, Piet Rienks, e.a.

Over de voorstelling

Bronnen

  • Productiedatabase
  • Algemeen Handelsblad; recensie 20-04-1931 (Rotterdam)
  • Het Vaderland; recensie 03-05-1931 (Den Haag)
  • Reischspost; 08-06-1930 (recensie Weense première)

Trivia

  • De duitstalige Otto Bastian schrijft een in Engeland spelend toneelstuk met de titel Indizienbeweis. De Weense toneelautoriteiten verbieden de opvoering onder die titel, omdat die al eerder is gebruikt. Geen nood, Bastian bedenkt een veel pakkender titel: Kopf in der Schlinge. En aangezien Bastian het pseudoniem John Bradley heeft gebruikt, verzint hij er ook een Engelse titel bij: The Neck in the Rope. En presto, de illusie is compleet. Als het stuk op 6 juni 1930 in Die Komödie in Wenen in première gaat, heeft men het in de Neue Freie Presse over een 'Deutsche Uraufführung' van een stuk waarvan de 'Duitse bewerking' door Otto Bastian is verzorgd. Aan de niet-idiomatische Engelse titel kan men al zien dat de auteur geen 'native speaker' was. Als het stuk later in Nederland gespeeld wordt, zijn er bovendien oplettende critici die betwijfelen of de auteur bepaalde details van de Engelse rechtsgang wel juist beschreven heeft.