Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Geertruida Jacoba Grevelink-Hilverdink

Portret van Geertruida Jacobua Grevelink-Hilverdink als Tullia in Brutus 67946.jpg


Portret van Geertruida Jacoba Grevelink-Hilverdink als Tullia in Brutus. Stippelgravure, anoniem, z.j.

NaamGeertruida Jacoba Grevelink-Hilverdink
Geboortedatum11 augustus 1786
Geboorteplaats Amsterdam
Overlijdensdatum14 augustus 1827
Overlijdensplaats Amsterdam
BeroepActeur
DisciplineToneel
Externe databases:
VIAF
Joanna Ziesenis-Wattier (links) en Geertruida Grevelink-Hilverdink (rechts) als Klytaemnestra en Iphigeneia in Iphigeneia in Aulis. Schilderij door Louis Moritz (1773-1850). Collectie TIN.
Geertruida Jacoba Hilverdink (1786 – 1827) was een Nederlandse actrice.

Zij was een dochter van A. W. Hilverdink en diens vrouw A. M. Gisser. Haar vader was aanvankelijk apotheker van beroep, maar ging later aan het toneel. Hij had tien kinderen, waarvan er drie een werkkring binnen het toneel vonden. Jacoba Geertruida trouwde met J. Grevelink, die van beroep marineofficier was. Geertruida Jacoba was een getalenteerde actrice. Ze begon haar carrière bij een reizende groep acteurs van H. ’s-Gravesande. Vanaf 1804 speelde ze verschillende rollen in Den Haag en in de Rotterdamse schouwburg bij het toneelgezelschap van Ward Bingley, haar leermeester. Daar speelde ze twee belangrijke rollen, namelijk als Elmire in Tartuffe van Molière en als Julia in Romeo en Julia van Weisse.

In 1809 maakte ze haar debuut in Amsterdam als Olympia in het gelijknamige toneelstuk van Voltaire. Haar belangrijkste rol in Amsterdam was Tullia in Voltaires Brutus. Daarnaast heeft ze vele hoofdrollen vertolkt in toneelstukken van Racine, Von Kotzebue, Wiselius en Aarnoud van Egmond. Uit gegevens over toneelengagementen in 1809 en 1810 blijkt dat ze als belangrijke actrice in die jaren respectievelijk 1.500 en 1.700 gulden uitbetaald kreeg.

Naast haar werk als actrice in vele tragedies, schreef ze ook een bewerking van het Franse toneelstuk De geveinsde zotheid door liefde. Daarbij was ze verbonden aan de rederijkerskamer ‘Het Genootschap voor Uiterlijke Welsprekendheid in Amsterdam’. Tevens heeft ze in Amsterdam vanaf 1821 enkele meisjes les in treurspel gegeven, bij het ‘Fonds ter opleiding en verdere onderrigting van tooneelkunstenaars voor den Stadsschouwburg te Amsterdam’.

Haar zeer godsdienstige levenshouding, die haar voortdurend deed twijfelen over haar beroep als actrice, heeft haar uiteindelijk op 46 jarige leeftijd tot de verdrinkingsdood gedreven. Ze liet, behalve haar man, ook twee kinderen achter. Waarschijnlijk is ze tot haar dood in Amsterdam blijven spelen. Ze werd daar gezien als een waardige opvolgster van steractrice Ziesenis-Wattier. In 1827 werd er, vlak voor haar dood, nog een benefietvoorstelling voor haar georganiseerd.

Zie ook:


Geertruida Jacoba Grevelink-Hilverdink heeft bijgedragen aan 2 productie(s).

Geertruida Jacoba Grevelink-Hilverdink heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Geertruida Jacoba Grevelink-Hilverdink heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Curriculum Vitae Theatrum
Productie Functie Producent Seizoen Premièredatum In regie van
De geveinsde zotheid door liefde Bewerking Gezelschap Rosenveldt 1842/1843 10 mei 1843
De geveinsde zotheid door liefde Bewerking Tjasink & Peters Roobol 1864/1865 4 april 1865

Bronnen

  • Joh. M. Coffeng, Lexicon van Nederlandse Tonelisten. Amsterdam, 1964.
  • Dr. M.B. Mendes da Costa, Tooneelherinneringen III. Amsterdam: Maatschappij tot verspreiding van goede en goedkope lectuur, 1929.
  • Henny Ruitenbeek, Kijkcijfers: de Amsterdamse Schouwburg 1814 - 1841. Hilversum, 2002.