Column Jacques Klöters 4 september 2014

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Column Jacques Klöters 4 september 2014

Bramvermeulen675.jpg

Ik moest vanmorgen denken aan Bram Vermeulen. Ik kwam café de Smoeshaan binnen en daar zat hij alleen aan een tafeltje te eten. Ik schoof aan. Hoe is ie? Man ik voel me zó eenzaam, zei hij, dat ik net zelfs een half uur met Jaap van de Merwe heb zitten praten!

Bram was van zijn vrouw af, doolde wat rond in verwarring, kwam in cafés waar hij anders nooit kwam en sprak met mensen met wie hij vroeger nooit sprak. Meestal zat hij opzichtig in zijn dagboek te schrijven of te tekenen. Hij had een krachtig handschrift. Als hij met je sprak dan ontvouwde hij enorme theorieën, samenzweringen vaak of bleek weet te hebben van nieuwe ontdekkingen die het aangezicht van de wereld zouden veranderen. Hij was geïnteresseerd in spiritualiteit en gooide van alles in zijn kookpot, Leylijnen, primitieve rotsschilderingen,vorige levens, kabbalisme, alles had zijn belangstelling. Ik vind zelf altijd dat samenzweringstheorieën behoren tot de wetenschap van onwetenden. Zo’n samenzwering is vaak zo ingewikkeld, dat een eenvoudigere oplossing voor de hand ligt. Maar niet voor Bram.

Alles wat hij zei, zei hij met de grootste pertinentie. Dat vond ik wel eens moeilijk. Beginzinnetjes als ‘het zit namelijk zo’ stuitten me tegen de borst. Nu snap ik zo langzamerhand dat zijn grote zelfverzekerdheid overwonnen verlegenheid en angst was, maar dat zag ik toen niet. Ik stoorde me er wel eens aan. Ik stoorde me aan veel dingen bij Bram. Die verschrikkelijke grimassen indertijd achter de conferences van Freek. Dat voortdurende aandacht trekken. Dat kabaal dat hij altijd maakte. Met Freek kon ik goed opschieten, maar Bram had altijd iets van je staat toch niet met de tegenstander te praten? Bram zag het leven als een wedstrijd. Wij waren van een concurrerend cabaret en dus de tegenstander die verslagen moest worden.

Neerlands Hoop in Panama 361953.jpg Bloed aan de paal 158257.jpg

Links: Bram Vermeulen in Neerlands Hoop in Panama, 1972. Foto: Alphons Hayes. Rechts: Bram Vermeulen in Bloed aan de Paal, 1978. Foto Hans-Willem de Haan. Collectie TIN.

Neerlands Hoop deed aan carrièreplanning en het eerste doel was het winnen van het Camarettenfestival in 1968. Maar dat wonnen wij, zij werden vierde. Dat hakte erin. Terugkijkend en luisterend moet ik zeggen dat zij op dat moment nog niet zo goed waren als ze dachten. Het festival kwam te vroeg voor ze. Wij van Don Quishocking waren een goed ingespeeld literair cabaret, we zongen goed en hadden leuke teksten en een flink succes. Freek en Bram waren verrassend, nieuw, maar Freeks teksten waren nog zeer zwak en erg onbegrijpelijk en Bram speelde wel erg simpel. Ze beheersten het vak ook nog niet, dat leer je door veel te spelen. Dat is allemaal veel beter geworden en snel ook, want eind 1968 ging hun eerste programma Neerlands Hoop in Bange Dagen in première en dat was geweldig. Bram heeft daarna ook hard gestudeerd op zijn pianospel en later gitaar en heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt.

Na de Neerlands Hoop tijd en na mijn Don Quishockingtijd leerden we elkaar beter kennen en ook meer waarderen. We waren even oud en hadden hetzelfde probleem. We moesten uitzoeken wie we waren. Wie was Bram na Neerlands Hoop? Wie was ik na Jacques van Don Quishocking? Je identiteit bleek voor een groot gedeelte vast te zitten aan wie je geweest was. We moesten om rond te komen allerlei klussen aanpakken, niet allemaal om trots op te zijn. Bram schreef stukjes in een glossy over theatertermen, kwam vaak bij me op het theatermuseum, schreef weer liedjes, maakte een plaat die het niet werd. Ik pakte van alles aan en kreeg langzaamaan voet aan de grond bij de radio.

Toen ik een serie programma’s maakte voor de NOS over de techniek van liedjesschrijven, interviewde ik ook Bram. Hij zei opmerkelijke dingen vond ik omdat hij het over popliedjes had en alle andere geïnterviewden het over chansons en cabaretliedjes hadden gesproken. Bram vond het heerlijk om over zijn schrijftheorieën te praten en klonk weer even pertinent als altijd. Ik had waardering gekregen voor zijn nieuwe liedjes, vaak gevoelige portretjes van jonge mensen en vanaf die tijd ben ik een liefhebber van zijn werk geworden.

Als ik hem sprak, had hij het toch wel veel over Freek die geen interesse meer in hem toonde en met zijn eigen ding bezig was. Freek had het maar weinig over Bram, ging ook niet kijken. Dat vond Bram rot. Het was een wedstrijd die hij bij zijn leven niet winnen kon.

Ik luister nooit meer naar de liedjes uit de Neerlands Hooptijd. Die dingen die in hun tijd geweldig opzien baarden, worden ook nooit gecovered, lijken niemand meer te interesseren. Brams eigen liedjes daarna wel. Die worden nog gezongen vandaag op de dag tien jaar na zijn dood en kunnen nog wel even voort.

De beuk erin 176421.jpg

Bram Vermeulen in De beuk erin, 1999. Foto: Philip Mechanicus. Collectie TIN.

Terug naar Column Jacques Klöters