Column Jacques Klöters 22 september 2013
Column Jacques Klöters 22 september 2013
Ik moest vanmorgen denken aan het huisje van Annie Schmidt in Frankrijk. Iemand was er in de buurt en wilde er langs rijden om te kijken of het nog bestond. Ik zocht op Google Earth, reed in gedachten - vijfentwintig jaar later - in mijn Citroen HY weer de slingerende wegen op boven het plaatsje Le Rouret in de Alpes Maritimes. O ja na die bocht moest ik altijd even stoppen om hem in zijn één te zetten en dan gromde m’n busje lekker het laatste stukje naar boven, naar de Chemin de Beaume Mêle. En als ik omlaag reed dan hoorde je een reeks ontploffingen uit de uitlaat komen, bam, bam, bam, bam!
Annie had begin jaren zestig een hectare grond gekocht voor 4 frank per vierkante meter op advies van Wim Sonneveld die in het volgende dorp woonde. Het was een ongerepte heuvel met vervallen terrassen er tegen waar kuddes schapen de brousse tussen de olijfbomen en de eiken kort hielden. Soms zag de berg geel van de brem en als die uitgebloeid was, begon het grote concert van de cicaden dat de hele zomer zou duren. Als de mistral geweest was, werd de hemel helder en zag je de blauwe zee met witte zeilen twintig kilometer verderop. Een rommelig karrespoor liep de berg op naar boven naar waar niemand meer woonde en waar Dick, Annies man, met de plaatselijke aannemer een traditioneel huis had gebouwd dat buitengewoon slecht van constructie bleek te zijn. Annie had er enigszins tegen haar zin in gewoond en wilde eigenlijk na Dicks dood nooit meer terug.
Maar ze liet er allemaal jonge acteurs, schrijvers en cabaretiers logeren en die vonden het er fijn en haalden Annie over om er toch weer heen te gaan. Wij gingen naar zee en kwamen ‘s middags terug om met Annie te drinken, haar voor te lezen, te discussiëren en te koken.
De buurt was in de twintig tussenliggende jaren veranderd. Er waren veel rijke mensen gekomen, goed onderhouden gazons en ook angst. Het karrenspoor was een geasfalteerde weg geworden, er waren allemaal perceeltjes grond verkocht waar een beetje blufferige huizen op stonden met car-ports, zwembaden, zoemende metalen hekken en camera’s die keken of de accountant er al aankwam.
Alleen de ruime wildernis rond Annie’s huis deed nog enigszins denken aan hoe het vroeger was geweest en alleen bij Annie werd de schaapsherder met zijn kudde nog uitgenodigd. Dan klaagde de buurt over stank en keutels op de weg. Ook al die artistieke types die om haar huis heen hingen met hun feesten en dronkenmans geschreeuw waren eigenlijk een smet op dat prachtige elitebuurtje geworden.
Zeg George ik heb een brief van de bank gekregen zei Annie, ze willen dat ik langs kom. Vrijdags was er markt in Grasse en dan brachten mijn vrienden George en Anke Groot, Annie naar een terrasje daar en dronken er uitgebreid koffie. Nu moest ook de bank bezocht worden.
De directeur van het filiaal was bijzonder aardig. Chèr Madame, u heeft bij ons een betaalrekening en dat is natuurlijk prachtig maar veel rente krijgt u daar niet op. O nee? Nee zei de bankdirecteur en er staat wel een aanzienlijk bedrag op die rekening. O ja? U zou beter een spaarrekening er bij kunnen nemen want dan krijgt u een veel betere rente van ons. Tja dat klinkt wel redelijk zei Annie. Hoeveel geld staat er eigenlijk op die rekening vroeg ze. Ja, dat weet u het beste, u krijgt toch altijd de bankafschriften van ons? Ja, die enge blauwe enveloppen, maar die maak ik nooit open. U zal toch wel weten hoeveel ik er op heb staan.?
De filiaalhouder werd nerveus en vertelde dat er nu juist een kleine computerstoring was en dat hij geen inzicht had in de actuele saldi van zijn gewaardeerde clienten. Je suis désolé!
Annie vertrok weer nadat ze gezegd had dat ze heel blij was geweest met het advies en ze hem sterkte had gewenst met zijn computer. Ik denk zeker te weten dat ze die spaarrekening nooit geopend heeft en dat ze nooit geweten heeft hoe rijk ze eigenlijk was. Haar werkelijke rijkdom stond niet op de bank.
Annie M.G. Schmidt - interview Ischa Meijer.
Terug naar Column Jacques Klöters