Boudewijn Büch
Naam | Boudewijn Büch |
---|---|
Volledige naam | Boudewijn Maria Ignatius Büch |
Geboortedatum | 14 december 1948 |
Geboorteplaats | Den Haag |
Overlijdensdatum | 23 november 2002 |
Overlijdensplaats | Amsterdam |
Beroep | Schrijver, Dichter |
Discipline | Toneel |
Trefwoorden | Literair theater, Cabaret |
Externe databases: | |
DBNL | |
IMDb | |
VIAF |
Biografie
Theater CV
Boudewijn Büch heeft bijgedragen aan 8 productie(s).
Boudewijn Büch heeft gewerkt in de volgende functies:
- Vertaling - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Auteur (schrijver libretto, scenario) - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Uitvoerende - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Decor - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Kostuums - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Licht - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Persoon - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Producent - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Boudewijn Büch heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:
NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.
Levensloop
Jeugd
Boudewijn Büch werd geboren in Den Haag en groeide op in Wassenaar in een katholiek gezin met vijf broers. Zijn ouders scheidden in 1963. Zowel Boudewijn als zijn broers herinnerden zich hun vader later als een tirannieke persoonlijkheid; het huwelijk van zijn ouders was volgens Boudewijn nooit zeer gelukkig geweest.[1] Büchs moeder was van Italiaans-joodse afkomst; zijn vader was eveneens van joodse afkomst - het echtpaar was na het einde van de Tweede Wereldoorlog de assimilatie door middel van bekering tot het katholicisme toegedaan. Ondanks de gezinsproblemen, die door de oorlogstrauma's van zijn vader veroorzaakt waren, had Boudewijn als klein kind altijd een innige band met zijn vader.[2]
Büchs schoolopleiding verliep niet voorspoedig. Hij bracht enige jaren door op het gymnasium en de hbs maar eindigde zijn schoolcarrière met een mulo-diploma. Vanwege zijn dramatische ontwikkelingen vertrouwden zijn ouders de jonge Boudewijn toe aan de Wassenaarse leraar Nederlands en latere televisiepersoonlijkheid Sipke van der Land. Die leerde Boudewijn in een strenge leerschool de kunst van het schrijven.
Romantisch-decadente nietsnut
Ondertussen was zijn aanleg voor het dichterschap opgevallen. Hij vond contact met diverse mentoren in het circuit van kunstenaars en academici in Leiden, en werd aan het begin van de jaren zeventig door steeds meer mensen beschouwd als een erudiet wonderkind. Hij verwierf die status door zijn grote weetgierigheid, een flinke dosis bluf en in sommige gevallen door bewust in te spelen op homo-erotische gevoelens bij zijn bewonderaars, die vaak toonaangevende posities in het Nederlandse cultuurleven bekleedden. Büch mat zich het imago van romantisch-decadente nietsnut aan. Koketteren met een homoseksuele of pedofiele geaardheid was daarvan kennelijk een onderdeel; de serieuze liefdesrelaties die hij tijdens zijn leven had waren echter zonder uitzondering heteroseksueel.
Dichter, romancier en publicist
Vanaf omstreeks 1973 begon Büch serieus werk te maken van een loopbaan als dichter. Hij legde contact met Harry G.M. Prick, dankzij wiens bemiddeling in 1976 zijn debuutbundel Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs uitkwam. Mede dankzij de geestdriftige aanbevelingen van uitgever Martin Ros werd Büch al snel als een literaire sensatie beschouwd. De hype ging vergezeld van de fantasiecarrière die hij in de loop der jaren voor zichzelf had bedacht en waarmee zijn vrienden al langer bekend waren: hij zou zijn doctoraal in zowel Duits als filosofie hebben behaald en was bovendien psychofarmacahistoricus — een zeldzame wetenschap waarvan hij in alle bescheidenheid moest toegeven dat hij er 's werelds belangrijkste expert in was.
Büch schreef ontelbare columns, recensies en artikelen, gaf lezingen en liet bij diverse uitgeverijen een stroom aan literair werk verschijnen. Hieronder viel een reeks romans met een deels autobiografische, deels fictieve inslag, waarin steeds dezelfde thema's terugkeerden (waaronder depressie en psychiaterbezoek, de problematische relatie met de ouders, het maatschappelijke klimaat in de jaren vijftig en het muzikale fandom, in het bijzonder ten opzichte van de Rolling Stones). Het werd Büch wel kwalijk genomen dat hij in zijn romans de waarheid geweld aandeed, waarop hij zich verweerde door te stellen dat het literatuur was.
Op financieel gebied wist hij geen overzicht te bewaren. Büch leefde op te grote voet en zijn schulden liepen zo hoog op dat hij in 1978 in staat van faillissement werd gesteld. Zijn financiële zaken stonden vanaf dat moment onder toezicht van een curator. Als gevolg van diens lankmoedigheid en Büchs zorgeloosheid liepen de schulden alleen maar op. Pas aan het einde van de jaren tachtig waren Büchs inkomsten toereikend om zijn uitgavenpatroon te dekken.
Presentator
Büchs werkzaamheden voor televisie begonnen in 1982 met het VARA-kunstprogramma De Verbeelding, waarvoor hij een boekenrubriek verzorgde. Zijn vlotte c.q. oppervlakkige aanpak sprak aan en hij kreeg vanaf 1984 een eigen programma: Büch's Boeken, vanaf 1985 verbreed tot Büch. Door zijn optreden op televisie raakte zijn carrière in een stroomversnelling, al werd hij door literaire kringen inmiddels afgewezen: Büch was geen serieus te nemen dichter meer maar een mediapersoonlijkheid die kennelijk tot alles bereid was, als het maar geld opbracht. Büch nam op zijn beurt eveneens afstand van de literaire wereld. Zijn gedichten verschenen nog slechts in bibliofiele minioplages en hij bracht zijn tijd bij voorkeur buiten Nederland door. De reisprogramma's die hij vanaf juli 1988 onder de titel De wereld van Boudewijn Büch maakte, stelden hem daartoe in staat Büchs stokpaardjes kwamen in zijn televisie-uitzendingen veelvuldig aan bod. Hij had grote belangstelling voor eilanden, de dodo, rockmuziek (met name Mick Jagger) en bovenal voor Goethe. Voor zijn reisprogramma's reisde hij veelal naar afgelegen eilanden. Ter plaatse schafte hij wat boeken aan over de betreffende locatie en een dag later legde hij aan zijn cameraman, en de kijkers, uit wat hij daarin had gelezen. Ook bezocht hij regelmatig bibliotheken en musea waar hij gesprekken voerde met de medewerkers. Kenmerkend voor de reisprogramma's was Büchs fanatieke, aanstekelijke interesse voor de vele historische en culturele onderwerpen die erin behandeld werden.
Programma's
- Büch denkt hardop (1995-1996)
- Verschrikkelijk gemeen (1996-1997)
- Een avondje televisie (1997-1998)
- Hoe word ik schrijver? Een cursus (1998-1999)
- Op reis theatertoer (2001)
- Boudewijn Büch op reis - een diavoorstelling zonder dia’s (2002)
Kluizenaar
In 2001 besloot de VARA geen nieuwe programma's meer bij Büch te bestellen en ook andere opdrachtgevers zaten steeds minder om zijn bijdragen verlegen. Büch zelf had al veel eerder laten merken dat zijn werk hem steeds minder interesseerde. Zijn laatste televisieoptredens waren wekelijkse bijdragen aan het programma Barend en Van Dorp. Verder bracht hij zijn tijd bij voorkeur door in zijn herenhuis aan de Amsterdamse Keizersgracht, dat hij tot een drie verdiepingen tellende bibliotheek in empirestijl had omgetoverd. Zijn collectie boeken, waaronder zeer zeldzame exemplaren, besloeg inmiddels rond de 100.000 banden.
Op 20 november 2002 was Büch voor het laatst te gast bij de 500e aflevering van Barend en Van Dorp. Op 23 november 2002 werd Büch dood aangetroffen in zijn bed. Hij was overleden aan een hartstilstand. Büch ligt begraven op begraafplaats Westerveld. Van zijn laatste boek, de roman Het geheim van Eberwein (een vervolg op De kleine blonde dood), was in de zomer van 2002 het manuscript naar de directeur van de Arbeiderspers, Lex Jansen gestuurd[3]. Boudewijn Büch is bijna 54 jaar geworden.
Discussie over fantasie en werkelijkheid
Over Büch is vooral na zijn dood veel geschreven omtrent het waarheidsgehalte van zijn boeken en de feiten in zijn leven. Sommigen vinden dat Büch een groot fantast was. Büch heeft in interviews dingen verteld die later niet waar bleken te zijn. De belangrijkste hiervan zijn:
- Vanaf 1970 vertelde Büch aan vrienden dat hij een zoontje had. Het ging in werkelijkheid om Boudewijn Iskander Pronk - het kind van een bevriend echtpaar met wie hij nu en dan uitstapjes maakte. Toen het kennelijk steeds moeilijker voor hem werd om dit fantasieverhaal vol te houden, deelde hij mee dat het kind was overleden. Hij verwerkte het thema onder andere in zijn prozadebuut De blauwe salon (1981), in de dichtbundel Dood kind (1982) en in de roman De kleine blonde dood (1985). In 2004 betitelde Boudewijn Iskander Pronk Büchs verhalen over dit onderwerp als "Ziek. Absurd. Bizar." [4]
- Büch beweerde dat zijn vader een gevluchte, in het toenmalige Duitse Danzig geboren, Poolse of Duitse jood was die als piloot bij de RAF zijn eigen geboortestad moest bombarderen. Volgens dit verhaal werd in het gezin Büch alleen Duits gesproken, en pleegde zijn door zijn oorlogservaringen getraumatiseerde vader zelfmoord naar aanleiding van berichten dat de Drie van Breda zouden worden vrijgelaten. In werkelijkheid was Büchs vader een Haagse gemeenteambtenaar die in 1975 stierf aan een hartaanval.
- Na de dood van zijn vader verspreidde Büch het gerucht dat hij miljoenen had geërfd. In de extreemste variant van het verhaal wilde hij daarvan dertig miljoen schenken aan de Rote Armee Fraktion. Ook deed hij toezeggingen van miljoenen voor projecten die met literatuur te maken hadden. Potentiële ontvangers van Büchs giften namen zijn verhalen serieus genoeg om te beginnen met de oprichting van een Beheerstichting Erfenis Boudewijn Büch. Uiteindelijk gaf Büch echter niet thuis. In werkelijkheid bedroeg zijn erfdeel ongeveer 750 gulden.
- Volgens Büch was hij in zijn jeugd een jaar lang gedwongen opgenomen geweest in een jeugd psychiatrische inrichting, te midden van 'echte debielen'. Tevens zou hij in het ziekenhuis hebben gelegen wegens 'een vreemd soort keelkanker'. De psychiatrische inrichting was in werkelijkheid de vakantiekolonie De Lindenlust in Boxtel. Veel stadskinderen uit heel Nederland brachten in de jaren '50 en '60 een periode in een dergelijke instelling door om wat gezonde buitenlucht op te doen. Ook de aanleiding tot de ziekenhuisopname was een stuk onschuldiger dan keelkanker.
- Büchs briefhoofd in de jaren zeventig bevatte fantasierijke neptitels. Hij noemde zich Drs. drs. Boudewijn Maria Ignatius Büch M.L.S. ISDD, c.m. - psychofarmacohistoricus. Volgens Büch sloeg de dubbele doctorandustitel op voltooide studies Duits en filosofie; M.L.S. betekende Member of the Linnaean Society; een 'psychofarmacohistoricus' was volgens Büch gespecialiseerd in de geschiedenis van het drugsgebruik. Büch heeft echter nooit een academische studie voltooid.
- Büch heeft een omvangrijke geschiedenis van niet terugbetaalde leningen en andere financiële oneffenheden die begeleid werden door fantasierijke uitvluchten.
Umlaut
Over de correcte schrijfwijze van de naam Büch/Buch bestaat onduidelijkheid. Boudewijn Büch volgde het voorbeeld van zijn vader en schreef zijn achternaam met een umlaut, zoals het eveneens op zijn geboortekaartje stond. Sommige andere familieleden, zoals zijn broers Menno en Patrick Buch, gebruiken dit teken daarentegen niet.
Planetoïde
Büch leeft ook voort in het heelal. Tijdens de 8e Internationale Boudewijn Büch Dag 13 december 2009 in Amsterdam is aangekondigd dat een planetoïde is vernoemd naar de in 2002 overleden kenner van de dodo, Goethe en de Rolling Stones.
De vernoeming is gepubliceerd door Tom Gehrels, Amerikaans astronoom van Nederlandse afkomst. Hij deed dat op voordracht van de wetenschapsjournalist Carl Koppeschaar. De Internationale Astronomische Unie (IAU) heeft de vernoeming bekrachtigd.
Planetoïde Boudewijnbuch verplaatst zich op een afstand van 274 miljoen tot 446 miljoen kilometer van de zon in de ruimte tussen de planeten Mars en Jupiter (in de zogenoemde planetoïdengordel). Een planetoïde bestaat meestal uit steenachtig materiaal. Soms gaat het slechts om een kleine brok ter grootte van bijvoorbeeld een voetbal, maar er zijn ook echte miniplaneten bij met een diameter van 1000 kilometer. De diameter van planetoïde Boudewijnbuch is ongeveer 4 kilometer. De ruimterots heeft een omlooptijd van 3,73 jaar.
Bibliografie (onvolledig)
(Boudewijn Büch heeft talloze boekjes laten uitgeven met geringe oplagen)
- Anabasis (reisverslag, 1966)
- Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs (gedichten, 1976)
- De taal als blauw (gedichten, 1977)
- De sonnetten (gedichten, 1978)
- Eilanden (1981)
- De blauwe salon (1981)
- Bibliotheken (1984)
- Weerzien (1984)
- De kleine blonde dood (1985)
- Links! (1986)
- Dood kind en andere lamenti (1987)
- Het Dolhuis (1987)
- Blauw, een reisverhaal (1987)
- Everywhere I look I see your eyes (1987)
- Le musée de la poésie (1988)
- Brieven aan Mick Jagger (1988)
- Boekenpest (1988)
- De verliefde schrijver (1988)
- De rekening (1989)
- Das Tollhaus (1989), in het Duits vertaald door Helmut Mennicken en Marie Thérèse Schins-Machleidt
- Goethe en geen einde (1990)
- De hel (1990)
- Plinius pinguïn (1990)
- Openbaar boekbezit (1991)
- Een reis naar Tikania (1991)
- Rock'n'roll; Een persoonlijke geschiedschrijving (1991)
- De universiteit van Tuktoyaktuk (1992)
- Eenzaam; Eilanden, tweede deel (1992)
- Het ijspaleis; Eilanden, derde deel (1993)
- Het bedrog (1993)
- Blauwzee; Eilanden, vierde deel (1994)
- Anabasis (reisverslag, 1994, herziende editie)
- Grafreizen (1994)
- Leeg en kaal; Eilanden, vijfde deel (1995)
- Verzamelde gedichten (gedichten, 1995)
- Geestgrond (1995)
- De Bocht van Berkhey (1996)
- Voorgoed verliefd (1997) (heruitgave van Brieven aan Mick Jagger) (1988)
- Een boekenkast op reis (1999)
- Een heel huis vol (2001)
- De hele wereld in een vitrinekast (2001)
- Geluk (2001)
- De Goethe-industrie (2002)
- Steeds verder weg (2002)
- Het geheim van Eberwein (2003)
- Terugkeer naar Oppidum (2003)
- In gedichten (2004)
- De Bril van Buddy Holly (2006)
Boeken over Büch
- Boudewijn Büch, een overzicht van zijn werk - Frans Mouws (2003)
- Weg uit Wassenaar - Frans Mouws (2004)
- Boudewijn Büch. Verslag van een mystificatie - Rudie Kagie (2004)
- Herkomst: Boudewijn Büch - Bert Sliggers (2005)
- Een andere Boudewijn Büch - Harry G.M. Prick (2005)
- Pakhuis Büch - Menno Voskuil (2006)
- De bibliotheek van Boudewijn Büch - Frans Mouws (2008)
Boudewijn Büch dvd collectie (ca. 500 min. per serie)
- De fascinaties van Boudewijn Büch, Serie 1: de dodo, eilanden, schrijvers (2004)
- De fascinaties van Boudewijn Büch, Serie 2: Goethe, oorlog, bibliotheken/natuurhistorie (2004)
- De fascinaties van Boudewijn Büch, Serie 3: dieren, ontdekkingsreizen, de dood (2005)
Externe links
- Koninklijke Bibliotheek - dossier Boudewijn Büch
- Boudewijn Büch Gezelschap Büchmania
- Boudewijn Büch Museum
- Foto's van Boudewijn Büch door Klaas Koppe
- "De wereld van Boudewijn Büch", een overzicht van zijn tv-programma
- Tentoonstelling in Universiteitsbibliotheek Leiden
- Biografie Boudewijn Maria Ignatius Büch Vara.nl
- Boudewijn Büch; de dichter, de dodo en het demasque (19 maart 2008)