Tijdlijn Theater:1811
1811: Napoleon ziet op 23 oktober in Amsterdam de actrice Johanna Ziesenis-Wattier aan het werk en roemt haar optreden.
Op 23 oktober 1811 ziet Napoleon, tijdens zijn triomftocht door het ingelijfde Nederland, in Amsterdam de actrice Johanna Ziesenis-Wattier in de rol van Fedra en roemt haar optreden.
Johanna Cornelia Wattier werd als jongste van vijf kinderen in april 1762 te Rotterdam geboren. Ze groeide op in deze stad, waar ze op jonge leeftijd, in 1777, ook haar loopbaan als toneelspeelster begon. In het najaar van 1780 verliet Johanna Wattier het Rotterdams toneel en vertrok naar Amsterdam, waar ze bij de Amsterdamse Schouwburg op het Leidseplein direct grote rollen te spelen kreeg. In 1815 nam Wattier, na een 35-jarig dienstverband, om gezondheidsredenen afscheid van het Amsterdamse toneel. Samen met haar echtgenoot Bartholomeus Wilhelmus Henricus Ziesenis vertrok ze naar Den Haag, waar ze in 1827 op 52-jarige leeftijd overleed. Ziedenis-Wattier werkte in haar loopbaan onder meer met toneelspelers Marten Corver, Ward Bingley en Andries Snoek.
Tijdens het bezoek van Napoleon in 1811 aan Amsterdam, vond daar van 2 oktober tot en met 3 november een theaterfestival plaats. Topacteurs van de Comédie Française te Parijs waren overgekomen om modelvoorstellingen te geven van meesterstukken van het Frans classicisme. Daarbij traden ook de Nederlanders op met een gevarieerd programma. Fedra van Racine werd de ene avond door de Française Duchesnois gespeeld en de andere avond door de Nederlandse Ziesenis-Wattier. Napoleon zou bij die gelegenheid tegen generaal Berthier, die achter hem zat, gezegd hebben dat hij haar de grootste actrice van Europa vond. Ondanks dat zij in haar eigen taal sprak, vond Napoleon dat Ziesenis-Wattier alles overtrof wat hij eerder had gezien en gehoord. Daarom benoemde hij haar tot pensionaire van het Theatre Française, dat betekende dat zij een keizerlijke jaarwedde van 2000 francs ontving.