Schouwburgbrand
Brand van de Schouwburg aan de Keizersgracht in Amsterdam, 1772.
Op 11 mei 1772, tijdens een optreden van een Vlaams operagezelschap in de Amsterdamse Stadsschouwburg, gebeurde er een ongeluk met een van de smeerkokers waarmee het toneel werd verlicht. Binnen korte tijd stond de hele schouwburg in lichterlaaie. Er vielen achttien doden. De ramp was koren op de molen van Amsterdamse predikanten en strenge gelovigen. Vanuit die hoek werd al sinds de opening scherp geageerd tegen de schouwburg. Toneelstukken en zeker ook opera’s zouden aanzetten tot zedeloos gedrag. In pamfletten en schimpdichten werd de brand dan ook geduid als een straf van god. Bij deze brand gingen ook alle standaarddecors die de schouwburg bezat verloren. In 1774 werd de nieuwe Amsterdamse schouwburg geopend, niet op de oude locatie, aan de Keizersgracht, maar op het Leidseplein, waar hij ook nu nog gesitueerd is.
Voor een uitgebreide beschrijving van deze brand, met illustraties, zie Brand van de Amsterdamse Schouwburg in 1772.