Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Schouwburg Weltevreden, Batavia (Nederlands-Indie)

Unknown.png

NaamSchouwburg Weltevreden
Latere naamGedung Kesenian Jakarta
PlaatsBatavia
TypeTheatergebouw
ArchitectJc. Schulte
Bouwjaar1820-1821
Openingsdatum7 december 1821
OpeningsvoorstellingOthello of de Moor van Venetië en De Trommelslager der Landsmilitie


Schouwburg Weltevreden in voorstad Weltevreden

De Schouwburg Weltevreden lag in de (toenmalige) voorstad van Batavia op 12 kilometer van het stadscentrum. Het was klimatologisch een zeer gunstig woongebied waardoor het bewoond werd, vaak in fraaie herenhuizen, door vooral Europeanen. Ook bij de overheid was het zo in trek dat verschillende regeringsgebouwen daar werden gevestigd. In 1809 liet Gouverneur-Generaal H.W. Daendels een paleis bouwen als centrum van de Nederlandse Koloniale macht.

De schouwburg, ontworpen in Indische Empirestijl door architect Jc.Schulte, heeft een zaal met 475 stoelen en een podium van 10,75 bij 17 meter.

De opening van het gebouw vond plaats op 7 december 1821 met Othello, of de Moor van Venetië, in de bewerking van Jean Francois Ducis (1723-1816). Ducis was de eerste vertaler en bewerker van Shakespeare in het Frans. Over de manier waarop hij dat deed is achteraf veel kritiek gekomen. Othello werd gevolgd door het "Vaderlandse blijspel met zang , De Trommelslager der Landsmilitie of De Gelderse Bruiloft", van Hendrik van Kesteren.

Aanvankelijk lag het beheer van het gebouw bij de Bataviaanse Toneelsociëteit, maar in 1911 ging het over naar de gemeente, waarmee de financiering gewaarborgd bleef.

De bespeling was breed in opzet met regelmatig optredens van Nederlandse artiesten wat niet altijd zonder slag of stoot ging. Immers, men moest zowel heen als terug een boottocht van 30 dagen maken wat niet altijd spelevaren was. Regelmatig werd boot en passagiers geteisterd door hevige stormen, waardoor soms 'de pudding aan het plafond ' zat aldus een opvarende.

In de jaren 1942-1945 werd de schouwburg het hoofdkwartier van de Japanse bezettingsmacht. Sinds de renovatie in 1987 is het Cultuurcentrum Gedung Kesenian Jakarta er gevestigd.

Justus van Maurik bezocht in 1897 Indië en schreef over de schouwburg : ' een keurig, ruim en luchtig gebouw, met een zeer goed tooneel, voortreffelijke decoraties en mooie verlichting. Jammer dat door de zorg om alles zoveel mogelijk open te houden, opdat versche lucht en frisheid niet ontbreken, de acoustiek veel te wenschen overlaat'.

1905 speelde Louis Bouwmeester met zijn gezelschap Voerman Henschel van Gerhard Hauptman in de schouwburg.

Een van de speelsters gaf daarover de volgende impressie: 'De schouwburg heeft wat het tooneel aangaat niet de ingewikkelde machinerieen van moderne theaters, de decorveranderingen geschieden met koelies, er wordt veel gewerkt met rotan en bamboe, maar de kleedkamers zijn ruim en electrisch verlicht, de zaal ziet er keurig en gezellig uit, de decors zijn frisch en kunnen best mee, en het publiek is charmant.
Welk een prettig, aangenaam publiek, hoe welwillend, hoe tactvol! Wat voelt men zich onmiddellijk in contact met de menschen, het is een plezier om die warme bijvalsbetuigingen te hooren; te bemerken dat men in de zaal meeleeft met het spel; dat men niet komt uit verveling maar om te genieten; niet om elkaar maar om het stuk te zien'.

Bronnen

  • Officiële gegevens
  • Justus van Maurik: 'Indische Types en schetsen'
  • J.H. van der Hoeven: 'Louis Bouwmeester 50 jaren Tooneel 1860-1910'. Een overzicht, uitgegeven door Losco in 1910