De tragische werking van een magisch liefdesmedicijn in Sophocles’ Trachiniae

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Wat moet je doen als je man verliefd wordt op een andere, jongere vrouw? Deianeira, de vrouw van de beroemde held Heracles, denkt dat ze het antwoord wel weet.

In de Trachiniae of Vrouwen van Trachis, een Griekse tragedie uit de vijfde eeuw v.Chr. van de schrijver Sophocles, is Heracles verliefd op de jonge en mooie Iole. Tijdens een van zijn avonturen heeft hij haar tot krijgsgevangene gemaakt. Zijn vrouw Deianeira grijpt naar een magisch middeltje om hem weer voor zich te winnen. Dat middeltje had ze, toen ze nog jong was, gekregen van een centaur genaamd Nessus. Deianeira besluit dit ‘liefdesmedicijn’ op een mooie mantel te smeren en stuurt die als cadeau naar Heracles, die in een andere provincie is.

Deze blogpost biedt meer achtergrond bij dit minder bekende stuk van Sophocles en licht één karakteristiek onderdeel ervan uit: de vele verhalen die Sophocles gebruikte om te spelen met de perceptie van zijn publiek.

De literaire en mythologische achtergrond

Sophocles was, voor zover we weten, de eerste die van de mythe van Heracles en Deianeira een tragedie heeft gemaakt. Zij belangrijkste literaire voorgangers waren Hesiodus en Bacchylides, die in respectievelijk een episch werk genaamd de 'Vrouwencatalogus' en in een lyrisch gedicht aandacht besteedden aan deze gecompliceerde liefdesgeschiedenis. Beide teksten zijn fragmentair aan ons overgeleverd: de handschriften met de Griekse teksten bevatten veel gaten of ‘lacunes’. Ook is het niet zeker of Bacchylides’ gedicht ouder of jonger is dan Sophocles’ toneelstuk. Wel wordt uit de teksten van Hesiodus en Bacchylides duidelijk dat er in de traditie variatie bestaat in Deianeira’s motieven: soms is het insmeren van de mantel een wraakactie met kwade bedoelingen; soms is ze het slachtoffer van het lot en waren haar intenties onschuldig van aard.

Sophocles brengt in zijn toneelstuk op ingenieuze wijze allerlei mythologisch materiaal bij elkaar. Daarbij gaat het niet alleen om de relatie tussen Heracles en Deianeira en hoe die afliep. Sophocles was waarschijnlijk ook de eerste die het verhaal van de centaur aan het verhaal van de mantel verbond. En naast die centaur betrekt hij nog meer monsters in zijn stuk: zo is er bijvoorbeeld een riviermonster dat met Heracles vecht om Deianeira’s hand. Heracles wint en dit is het begin van hun huwelijk.

Heracles vecht met het drievormige riviermonster, waarna hij met Deianeira trouwt. Tekening van een Griekse vaasschildering uit ca. 530-500 v.Chr.

(Gebrek aan) waardering van het stuk door de tijd heen

Ondanks de inventieve manier waarop Sophocles verschillende mythes bij elkaar bracht in zijn toneelstuk, werd zijn Trachiniae door geleerden vanaf de Middeleeuwen tot de moderne tijd niet bepaald positief ontvangen: zij vonden het duidelijk ondergeschikt in kwaliteit aan de rest van Sophocles’ stukken. Pas vrij recent is in dat beeld een kanteling gekomen, en is de interesse in de originele aspecten van het toneelstuk toegenomen. Waar een negentiende-eeuwse geleerde nog vond dat deze tragedie ‘buitengewoon moeilijk was om op waarde te schatten’, schrijft men in de twintigste eeuw dat het stuk met recht ‘herontdekt is als een klassieker’.

Een belangrijke reden waarom de Trachiniae de goedkeuring van vroegere geleerden niet kon wegdragen, wordt gevormd door de grote hoeveelheid verhalen die erin voorkomt. Het gaat dan om lange speeches waarin een personage, het koor of een bode zonder onderbreking een verhaal vertelt. Die verhalende passages werden tot niet zo lang geleden gezien als teken van ‘onbalans’.

Verhalen en de perceptie van het publiek

Latere lezers wisten dus vaak niet wat ze moesten met de vele lange verhalen die in het toneelstuk van Sophocles een prominente rol innemen. Toneel wordt immers, in de moderne opvatting, gedragen door dialoog. Zo niet in de oudheid: in antieke toneelstukken kwamen wel vaker lange verhalen voor die door personages werden voorgedragen. Toegegeven, in de Trachiniae zijn het er bijzonder veel, grofweg twee keer zoveel als in de andere toneelstukken van Sophocles (Ajax, Antigone, Oedipus Rex, Electra, Philoctetes en Oedipus in Colonus).

Er waren eenvoudige praktische redenen om lange verhalen te vertellen op het Griekse toneel: het was bijvoorbeeld not done om gruwelijkheden zoals moorden op het toneel te laten zien, maar wel om erover te vertellen. Voor Sophocles waren lange verhalende speeches daarnaast een manier om de mythologische achtergrond zijn toneelstuk in te brengen. Naast deze praktische redenen hadden lange verhalen ook hun eigen theatrale kracht: voor Sophocles vormden ze een manier om zijn publiek te engageren en soms op het verkeerde been te zetten. De verhalen waren, hoewel lang, verre van saai. Dat maakte ze populair bij de contemporaine toeschouwers. Voor Sophocles waren de verhalende speeches dus een creatieve tool waarmee hij zijn publiek kon prikkelen en verwarren.

De centaur Nessus draagt Deianeira over een rivier. Kort hierna geeft hij haar het ‘liefdesmedicijn’. Schilderij van Guido Reni uit de jaren 1610.

Verhalen over een merkwaardig geschenk

Een goed voorbeeld zijn de verhalen waarin Deianeira vertelt hoe ze het liefdesmedicijn van de centaur Nessus ontving, en wat daar vervolgens mee gebeurde. Daarin brengt ze het publiek aan het twijfelen over haar bedoelingen. Ze citeert de centaur, die zei dat Heracles door het liefdesmedicijn ‘nooit meer een andere vrouw dan zij zou zien en liefhebben’. Inderdaad, ‘nooit meer’, kon het publiek weten, want in de bekende mythe ging Heracles altijd dood als gevolg van zijn relatie met Deianeira. Dan blijkt ook nog dat Deianeira al voordat ze het cadeautje naar Heracles opstuurde, wist dat het middeltje wel heel vreemd reageerde op zonlicht. In een verhaal blikt ze terug op het moment dat ze zag dat het stuk wol waarmee ze de mantel had ingesmeerd warm werd, wegsmolt, verkruimelde en opschuimde. Waarom besloot ze dan toch de mantel op te sturen, terwijl ze al had gehoord dat Heracles snel thuis zou komen? Sophocles gebruikt de verhalen in zijn toneelstuk om een spel van leugens en waarheid met zijn publiek te spelen. Deianeira wordt eerder als timide dan kwaadaardig afgeschilderd. Anderzijds laat Sophocles in de verhalen geleidelijk bepaalde informatie los om bij zijn toeschouwers het gevoel levend te houden dat er misschien toch iets niet pluis was.

En hoe het in Sophocles’ stuk afliep met Deianeira, Heracles en de mantel? Het liefdesmiddeltje bleek giftig zodra Heracles de mantel aantrok (zie bijvoorbeeld de productie van De Appel over Heracles). Hij had vreselijke pijn en vroeg zijn zoon om een brandstapel op te zetten om hem uit zijn lijden te verlossen. Deianeira pleegde zelfmoord na het horen van het nieuws.

Een versie van deze blogpost verscheen eerder op de website van Anchoring Innovation.


Bronnen

  • Dain (1955: 8) schrijft dat de Trachiniae 'manques d’équilibre' vanwege de vele verhalen in het stuk. - Dain, A. (ed.). 1955. Sophocle. Tome I: Trachiniennes, Antigone, Parijs.
  • Heiden (1989: 3) schrijft dat de Trachiniae ‘has been rediscovered as a classic’. - Heiden, B. 1989. Tragic Rhetoric. An Interpretation of Sophocles’ Trachiniae, New York.
  • Jebb (1892: x) schrijft: ‘The play is in fact an exceptionally difficult one to appreciate justly; and the root of the difficulty is in the character of the fable.’ - Jebb, R.C. (ed.). 1892. Sophocles: The Plays and Fragments. Volume 5, The Trachiniae, Cambridge.

Andere bronnen en meer lezen

  • Easterling, P.E. (ed.). 1982. Sophocles: Trachiniae, Cambridge.
  • Easterling, P.E. 2014. ‘Narrative on the Greek Tragic Stage’, in D. Cairns en R. Scodel (eds.), Defining Greek Narrative, Edinburgh, 226–40.
  • Jong, I.J.F. de. 2007b. ‘Sophocles Trachiniae 1-48, Euripidean Prologues, and their Audiences’, in I.J.F. de Jong, R.J. Allan en M. Buijs (eds.), The Language of Literature (Volume 13), Leiden, 7-28.
  • Levett, B. 2004. Sophocles. Women of Trachis, London.
  • Maehler, H. 1997. Die Lieder des Bakchylides. Zweiter Teil: Die Dithyramben und Fragmente. Text, Übersetzung und Kommentar, Leiden/New York/Keulen.
  • Markantonatos, A. (ed.). 2012. Brill’s Companion to Sophocles, Leiden/Boston.
  • Taplin, O. 2003 [19782]. Greek Tragedy in Action, London/Berkeley.