Canon:1887 - Het ballet wordt opgeheven in het Paleis voor Volksvlijt

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
NB: De onderstaande tabel is alleen zichtbaar voor beheerders van de TE en dient voor het semantisch vastleggen van een op deze pagina betrekking hebbende "Gebeurtenis" (plus bijbehorende info) op een "Tijdlijn"; de gebeurtenis en bijbehorende informatie kan zo (o.a.) weergegeven worden in de "slides" van een tijdlijn.



Gebeurtenis
Titel: Het ballet wordt opgeheven in het Paleis voor Volksvlijt, het einde van de Paleisballetten.
Afbeelding: media:Het Paleis voor Volksvlijt 70374.jpg
Datum: 1887-05-01
Beschrijving: Anderhalf decennium trokken de voorstellingen veel publiek
Tijdlijn(en): Tijdlijn Dans
Perso(o)n(en): Jan Eduard de Vries, Jan David Geerling Grootveld, Jan Maandag, Eduard Witt, Johannes Meinardus Coenen
Productie(s):
Gezelschap(pen):
Theater(s): Paleis voor Volksvlijt, Amsterdam

Het ballet wordt opgeheven in het Paleis voor Volksvlijt, het einde van de Paleisballetten

Het Paleis voor Volksvlijt

Met de ingang van de samenwerking tussen Grootveld en Maandag in 1871 als vaste decorschilders voor het Paleis voor Volksvlijt komen de grote balletten van het gezelschap van Jan Eduard de Vries tot een ongekende hoogte. Grootveld is als leerling van decorateur Jan Eduard de Vries bij het Paleis al enkele jaren actief, na de dood van de Vries blijft hij aan het werk in samenwerking met decorschilder Maandag.

De animator van de balletvoorstellingen in het Paleis voor Volksvlijt is balletmeester Eduard Witt. Hij werkt samen met componist en dirigent Johannes M. Coenen die verantwoordelijk is voor de muziek van de balletvoorstellingen. Door de combinatie van de balletmeester, de componist/dirigent en de decors van J.D.G. Grootveld en Jan Maandag vormen deze balletten een succesvolle formule. Anderhalf decennium lang worden de honderden balletvoorstellingen door veel publiek bezocht. Vanaf circa 1885 verliest het grote romantische ballet buiten ons land steeds meer terrein aan andere soorten vermaak. Uiteindelijk raakt het publiek in Amsterdam ook uitgekeken op de gedateerde balletten. Ondanks de succesvolle formule van Witt en Coenen, in samenwerking met Grootveld en Maandag, komt er na het seizoen van 1885-1886, toch een einde aan het "paleisballet":

"Op 16 maart 1887 besluit het bestuur van de vennootschap dat de onkosten van het ballet hen niet te hoog voor komen, maar aangezien de directe baten die de balletgelden entrees voor niet-leden, bespreekgelden, verhoogingen, enz. opleveren de uitgaven niet dekken, zoude het overweging verdienen deze balletten door andere voorstellingen te vervangen, vooral omdat het genre ballet langzamerhand zijne oude aantrekkelijkheid voor het publiek begint te verliezen."

Datzelfde jaar wordt besloten om het ballet per 1 mei 1877 te ontbinden. De laatste voorstellingen betrof een opvoering van Herman de Ruiter op Loevestein. Ter vervanging zouden er specialiteitengezelschappen worden geprogrammeerd die per discipline gespecialiseerd waren. Hierna zou er nog slechts incidenteel ballet te zien zijn in het Paleis voor Volksvlijt.

Bronnen