Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Arthur van Schendel, dubbelportret.jpg


Arthur van Schendel, 1899, dubbelportret

NaamArthur van Schendel
Volledige naamArthur François Emile van Schendel
Geboortedatum5 maart 1874
Geboorteplaats Batavia
Overlijdensdatum11 september 1946
Overlijdensplaats Amsterdam
BeroepAuteur
DisciplineToneel
Externe databases:
DBNL
VIAF

Arthur van Schendel (1874-1946) was een Nederlandse schrijver. Tot zijn bekendste werken behoren Een zwerver verliefd en Het fregatschip Johanna Maria.

Van Schendel verloor op jonge leeftijd zijn vader. Op zijn hbs-opleiding te Amsterdam werd hij eerst opgeleid voor het toneel, daarna voor het onderwijs. Daarna was hij enige tijd leraar in Engeland en leraar Engels in Nederland. Zijn eerste vrouw verloor hij na drie jaar huwelijk; hij hertrouwde in 1908, vestigde zich als literator eerst in Ede en later in Sestri Levante, Italië (tot 1945).

Van Schendel was een bewonderaar van dichter Herman Gorter. Hij had veel vrienden in de literaire en beeldend kunsten wereld: naast Gorter onder andere Willem Witsen], Willem Kloos en Albert Verwey. Later maakte hij kennis met Jan Toorop en Aart van der Leeuw (met wie hij een uitgebreide correspondentie voerde over stijlkwesties), Henriette Roland Holst en haar man Richard Roland Holst.

Merkwaardig is dat hij in Nederland zijn in Italië spelende romans schreef en Italië zijn in Nederland spelende romans.

Na de bevrijding van Italië ging Van Schendel de straat op en kreeg daar een hersenbloeding. Vanaf dat moment was hij gedeeltelijk verlamd. Hij werd naar Nederland vervoerd, maar bleef sukkelen met zijn gezondheid en overleed in 1946 te Amsterdam.

In 1947 kreeg Arthur van Schendel postuum de P.C. Hooft-prijs voor zijn proza.


Van deze persoon is geen enkele bijdrage aan een theater- of dansproductie geregistreerd op de TheaterEncyclopedieOm dit te verbeteren, vult u op de betreffende pagina('s) over theater- of dansproducties de bijdragen van deze persoon aan..


Werk

Arthur van Schendel, borstbeeld van Jobsertheim in Amsterdam

Vroege (Italiaanse) periode

Al in zijn eerste publicatie, het middeleeuwse verhaal Drogon (1896), met illustraties van Marius Bauer, toonde Van Schendel zich een onafhankelijk auteur: een vroege symbolist in een tijdvak van heersend naturalisme. Zowel de gekozen periode als de sfeer van noodlot, voorgevoel, mysterieuze mogelijkheden enz. wekte de bewondering. Vooral de korte romans Een zwerver verliefd (1904) en Een zwerver verdwaald (1907) hebben Van Schendel evenwel beroemd gemaakt. Het zijn in hun bijna plaats- en tijdloze avontuurlijkheid verbeeldingen van een volstrekt vrij bestaan, vol geluksverlangen, eenzaamheid en melancholie. Het symbolische karakter ervan is onmiskenbaar.

Hollandse periode

Na deze sfeer nog éénmaal, zij het somberder, te hebben verbeeld in Merona, een edelman (1927), begon Van Schendel met Het fregatschip Johanna Maria (1930) een nieuwe periode, gekenmerkt door een voorkeur voor de 19de eeuw en aanwending van een concreter en reëler stijl. Het boek bezorgde de 55-jarige schrijver de aanmoedigingsprijs van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, en een grote lezerskring. Na deze roman volgen nog een aantal 'Hollandse' romans. In een bijna kroniekachtige weergave beschrijft hij daarin het lot van Hollandse burgers, schippers, handelaars en tuinders, wier kleine bestaan wordt beheerst door de wijsgerig-religieuze problematiek van determinisme of vrije wil, noodlot of toeval, erfelijkheid of omstandigheden, menselijke zonde en Gods genade. In de toonzetting van een rustig-epische stijl keren daarbij allerlei grondvragen van het naturalisme opnieuw terug.

Late periode

In zijn late werken (door biograaf Van Heerikhuizen ook wel zijn "fantastische" periode genoemd), introduceert Van Schendel een opnieuw gewijzigd mensbeeld: in De wereld een dansfeest (1938) doet hij afstand van een alwetend schrijverschap en geeft hij zijn figuren een dimensie van onkenbaarheid door ze enkel te laten bestaan in de wisselende verhalen van hun omgeving, of in de algemene wetmatigheden van de generaties (zoals Het oude huis 1946). Na het wezen van de mens te hebben gezien en verbeeld als verlangen, daarna als kruispunt van wetmatigheid en geweten, is Van Schendel geëindigd met een visie van veelvuldige schijn rondom een kern van ondoorgrondelijkheid.

Novellen

Van Schendel was ook een bijzonder begaafd novelist. Tot zijn eerste periode behoort het klassiek geworden Maneschijn. In de jaren dertig schreef hij talloze bijdragen in het Haagse dagblad Het Vaderland, waarin de kenmerken zowel van de tweede als van de derde periode duidelijk aanwijsbaar zijn. Samengebracht in talrijke bundels, vertegenwoordigen zij een groot schrijverschap in een klein bestek en voegen er nog enkele kwaliteiten aan toe: de levenswijsheid van de reiziger, de verwondering om de zichtbare dingen, de liefde voor de gewone mensen, de eenvoud van een goede vriend.

Prijzen

  • 1931 - C.W. van der Hoogtprijs voor Het fregatschip Johanna Maria
  • 1933 - Tollensprijs voor zijn gehele oeuvre
  • 1947 - P.C. Hooft-prijs voor Het oude huis

Bibliografie

1e druk Een zwerver verliefd, ontwerp S.H. de Roos
1e druk Een zwerver verliefd, binnnenzijde
  • 1896 - Drogon
  • 1904 - Een zwerver verliefd
  • 1907 - Een zwerver verdwaald
  • 1908 - De schoone jacht
  • 1910 - Shakespeare
  • 1913 - De berg van droomen
  • 1916 - De mensch van Nazareth
  • 1919 - Pandorra
  • 1921 - Der liefde bloesems
  • 1922 - Rose Angélique, de droomers van de liefde
  • 1923 - Angiolino en de lente
  • 1923 - Blanke gestalten
  • 1924 - Oude Italiaansche steden
  • 1925 - Verdichtsel van zomerdagen
  • 1926 - Verlaine
  • 1927 - Maneschijn
  • 1927 - Merona, een edelman
  • 1928 - Fratilamur
  • 1929 - Florentijnsche verhalen
  • 1930 - Het fregatschip Johanna Maria (roman)
  • 1931 - Een eiland in de Zuidzee
  • 1932 - Jan Compagnie
  • 1933 - De waterman
  • 1934 - Herinneringen van een dommen jongen
  • 1935 - Een Hollandsch drama
  • 1936 - De rijke man
  • 1936 - Avonturiers (verhalenbundel)
  • 1937 - De grauwe vogels
  • 1938 - De wereld een dansfeest
  • 1938 - Nachtgedaanten
  • 1939 - Anders en eender
  • 1939 - De zeven tuinen (roman)
  • 1940 - Mijnheer Oberon en Mevrouw
  • 1941 - De menschenhater (roman)
  • 1941 - De fat, de nimf en de nuf (verhalenbundel)
  • 1942 - Een spel der natuur
  • 1942 - De wedergeboorte van Bedelman (verhalenbundel)
  • 1946 - De Nederlanden (gedicht)
  • 1946 - Het oude huis (roman)
  • 1948 - Voorbijgaande schaduwen
  • 1951 - De pleiziervaart (verhalenbundel)
  • 1976 - Verzameld werk (1976-1978, 1983)

Bronnen

  • Wikipedia
  • G.J. van Bork en P.J. Verkruijsse: "De Nederlandse en Vlaamse auteurs"; 1985.
  • F. van Heerikhuizen: "Het werk van Arthur van Schendel, Achtergronden, karakter en ontwikkeling"; Amsterdam 1961.

Externe links