Dansers rond Netty van der Valk
Netty van der Valk was een Nederlandse danseres, die reeds vóór de WOII in Rotterdam leiding had gegeven aan dansensembles o.a. onder de namen Ballet van het Nederlandse Opera Ensemble en Dansgroep Netty van der Valk. De dansersvan deze ensembles waren voornamelijk leerlingen van haar balletschool.
In 1949 richtte zij echter een meer professioneel gezelschap op onder de naam Balletgroep van Netty van der Valk, dat van af 1952 de naam kreeg van Rotterdams Ballet Ensemble, maar in 1954 met activiteiten moest stoppen.
Sinds 1949 zijn de navolgende dansers (voor langere of kortere periode) bij deze gezelschappen in dienst gekomen, voor zover geregistreerd in de Productiedatabase.
NB: Aanklikbaar voor verdere informatie mbt hun optreden of andersoortige betrokkenheid bij een voorstelling, zijn alleen de namen van dansers die in de Productiedatabase geregistreerd zijn.
Seizoen 1949 - 1950
Netty van der Valk, Adri Slootemaker, Beeps de Bruyn, Laila Buskop, Willy Coenraad, Marlene Huijts, Ingrid Jerne, Martie Molenaar, Ria Nanninga, Gerrie Recourt, Marijke Ree, Alexandra van Rhijn, Else Schut, Vera Stahl, Pola Stol, Barry Treure, Marguerite Willemse, Anette Kamp, Hilda Koops, Veronica Kraayenvanger, Corrie Sauer, Anneke van Wijk, Tine Wieman, Nel Stolk, Bep Iburg, Bep Vis, Go van Seuns
Seizoen 1950 - 1951
Miep Vleugels, Til Svensen, Marianne Vijfwinkel, Martinette Janmaat, Hanny Mensing, Juultje Schilthuis, Bertie Vieyra, Willy Coenraad, Annemarie Verhoeven, Martin Scheepers
Seizoen 1951 - 1952
Georgina de Booy, Joke Plank, Thom de Jongh, Elly van Yperen, Greetje Bruintjes
De naam van het gezelschap wijzigt in het volgens seizoen in Rotterdams Ballet Ensemble
Seizoen 1952 - 1953
Winny Tolner, Joy Journey, Nora Punt, Anton Brevoort, Gordon Maclean, Arthur Plasschaert, Frans de Reuver, Theo van Veen, Peter Zwartjes
Seizoen 1953 - 1954
Cockie van Vliet, Nora Punt, Jeanette Struyk, Joy Journey, Victor Marc, Richard Veerkamp, Tonny van Geelen, Cobi van der Meer, Ger Frenzen
Bronnen
Aanhangsel I uit het boek: Op gespannen voet (1982) van Eva van Schaik