Cultuurbeleid
Cultuurbeleid in Nederland kent op dit moment een vierjarige cyclus. In het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur, ookwel Kunstenplan, wordt het cultuurbeleid voor een periode van vier jaar beschreven.
Landelijk cultuurbeleid is een beleidsterrein van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
In Nederland waren de laatste jaren achtereenvolgens de volgende staatssecretarissen/ministers verantwoordelijk voor het cultuurbeleid: Elco Brinkman (CDA; Kabinet-Lubbers I en Kabinet-Lubbers II 1982-1989, Hedy d'Ancona (PvdA; Kabinet-Lubbers III 1989-1994, Aad Nuis, (PvdA; Kabinet-Kok I 1994-1998), Rick van der Ploeg (PvdA; Kabinet-Kok II 1998-2002), Medy van der Laan (D66; Kabinet-Balkenende II 2003-2006), en Ronald Plasterk (PvdA; Kabinet-Balkenende IV 2006-2010) en Marja van Bijsterveldt (CDA; Kabinet-Balkenende IV 2010), Halbe Zijlstra (VVD; Kabinet-Rutte I 2010-2012), Jet Bussemaker (PvdA; Kabinet-Rutte II 2012-2017), Ingrid van Engelshoven (D66; Kabinet-Rutte III 2017-....)[1]
Instellingen die deel uitmaken van de Basisinfrastructuur (BIS) ontvangen subsidie rechtstreeks van het Rijk. Advisering hierover is een van de taken van de Raad voor Cultuur. Verdere meerjarige subsidiëring verloopt via zes landelijke cultuurfondsen, waaronder het Fonds Podiumkunsten (FPK).
Naast het Rijk spelen ook provincies en gemeentes een rol in cultuurfinanciering. financiering kan daarnaast plaatsvinden via private fondsen of mecenaat.
Kunstenplan 2017-2020
Kunstenplan 2013-2016
Kunstenplan 2009-2012
Kabinetsperiode 1998-2002
Staatssecretaris Rick van der Ploeg (PvdA) richtte zich in deze periode op culturele diversiteit.