Column Stans Lutz: Terugblikken 11

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Terugblikken 11: Rosmersholm 1984

(Over: het ontwerpen van decor en kostuums voor de voorstelling Rosmersholm, 1984. Red.)

Decors en kostuums ontwerpen voor een stuk dat in het verleden is geschreven levert meteen al een eerste dilemma op:

Gaan we voor een historisch beeld of niet?

Je stelt je natuurlijk wel op de hoogte van de tijd waarin het stuk geschreven is. Het maakt de blik wijd en vergroot de creativiteit. Maar de beslissing om al of niet een historisch beeld te maken neem je als ontwerper niet in je eentje. Dit doe je samen met de regisseur (die soms ook al heeft voorgewerkt met de dramaturg). Die heeft, als het goed is, een visie op het stuk en die visie is sturend. Dat wil niet zeggen dat je als ontwerper geen sturende visie zou kunnen hebben.

Er zijn maar weinig regisseurs die heel beslist zijn over de stijl van met name de kostuums. In ieder geval in de tijd waarin ik kostuums ontwierp. Meestal ‘weten’ ze het nog niet en wachten liever het werkproces af met de acteurs. Die moeten de kostuums tenslotte aan willen trekken. Dat wil zeggen dat ook de acteurs het zodanig eens worden met de visie van de regisseur dat de kostuums vooral emotioneel verbonden wordt met hun personages en niet met zichzelf en hoe zij zichzelf zien. Om dat proces op gang te brengen teken ik van tevoren meestal alle personages in de tijd van het stuk of in de tijd die de regisseur zich droomt. Ter kennismaking en ter inspiratie.

Omdat theater toch een medium is van de illusie en niet van de werkelijkheid is precieze historische kostumering zelden zinvol. Het is de kunst om het dramatische aspect van het historische kostuum te bewaren en dit om te zetten naar een moderne versie. Dit kun je in zodanige gradaties doen dat het er heel historisch uitziet of juist heel modern.

Soms ‘citeer’ je een tijd om een personage relief te geven. Dit was bijvoorbeeld het geval met de jurk van Rebecca West in ‘Rosmersholm’ geschreven in 1886 door Hendrik Ibsen.

Ik tekende hiervoor veel kostuums in 20-30-er jaren stijl. Uiteindelijk werd het ontwerp een avondjurk zoals menig filmster droeg in de dertiger jaren: soepele zijde stroomt als water langs het lichaam. Van voren is de jurk heel eenvoudig, maar hij heeft een karakteristieke draperievalling op de rug.

Als het stuk begint zien we de huishoudster een vloer dweilen en dan zien we Rebecca West opdoemen uit het duister in die avondjurk. Ze pakt een keukentrap, zet die midden op de gedweilde vloer en gaat op de bovenste tree zitten. Met haar rug naar de zaal. We bewonderen de prachtige valling van de filmsterrenjurk en we vragen ons af wat ze daar doet. Ahh, Ze kijkt naar buiten, het raam is nogal hoog. Dan komt ze naar beneden en zien we dat haar jurk aan de voorkant besmeurd is met kots en begrijpen dan dat zij het was die de vloer bevuilde.

Zo hoeft Rebecca West niet meer te spelen dat er iets mis is met haar, dat ze diep ongelukkig is en verlangt naar een ander leven: Zo is meteen de toon van het stuk gezet. Zo’n scene ontstaat natuurlijk door regisseur en acteur, maar als zo’n jurk niet goed ontworpen én goed gemaakt is krijg je niet het bedoelde effect. Dan zit je vooral naar een actrice met een mislukte jurk te kijken. Deze jurk werd vervaardigd door een jonge talentvolle kostumière Janet, die met liefde a la Madame Vionnet de jurk ‘schuin’ uit de stof sneed. En met dezelfde liefde de jurk twee keer maakte vanwege dat overgeven. Dat gebeurde wel af-toneel, maar moest er echt, net gebeurd uitzien.

Het decor verbeeldde het huis van dominee Rosmer. Zijn vrouw is een jaar daarvoor overleden, gedreven door zelfmoord. Ibsen geeft een aanwijzing voor het decor, beschrijft het huis als warm en gezellig, vol bloemen. Dat is dit huis niet. Het is zoals Rebecca West het huis ervaart. En waarom dat is daar komen we in de loop van het stuk achter. Misschien werkt de decoraanwijzing van de schrijver goed in zijn opvatting, maar die was niet hetzelfde als de opvatting van regisseur Frans. Die wilde ons meenemen in de diepe krochten van Rebecca’s ziel en ook de leugens doorprikken waarmee elk personage in deze voorstelling zichzelf voor de gek houdt. Een romantisch beeld is het decor hier dan ook niet.

Decor-en kostuumontwerpen van Stans Lutz

Hieronder decor-en kostuumschetsen van Stans Lutz voor Rosmersholm, 1984; en een foto van de voorstelling.


Voorstudie voor Rebecca West Kostuumontwerp voor Rebecca West De avondjurk op de trap

Kostuumschets Kostuumschets dominee Rosmer Decorschets domineeshuis Rosmersholm

Dit zijn details van de kostuumontwerpen. Voor alle (volledige) ontwerpen zie de Blog van Stans Lutz.


Dit is één van de Terugblikken van Stans Lutz. Voor een overzicht zie Column Stans Lutz