Canon:1980 - Premiére De komiek van Freek de Jonge

Uit TheaterEncyclopedie
(Doorverwezen vanaf Canon:1980 (1))
Ga naar: navigatie, zoeken
NB: De onderstaande tabel is alleen zichtbaar voor beheerders van de TE en dient voor het semantisch vastleggen van een op deze pagina betrekking hebbende "Gebeurtenis" (plus bijbehorende info) op een "Tijdlijn"; de gebeurtenis en bijbehorende informatie kan zo (o.a.) weergegeven worden in de "slides" van een tijdlijn.



Gebeurtenis
Titel: Premiére De komiek van Freek de Jonge
Afbeelding: media:Repro-R1980-040-1.jpg
Datum: 1980-04-01
Beschrijving: De komiek van Freek de Jonge: cabaret in verhaalvorm
Tijdlijn(en): Tijdlijn van het Nederlands Theater
Perso(o)n(en): Freek de Jonge
Productie(s): De komiek - Freek de Jonge - 1980-04-01
Gezelschap(pen):
Theater(s): Carré, Amsterdam

Canonlogo.jpgDe komiek van Freek de Jonge: cabaret in verhaalvorm

De carrière van Freek de Jonge kende een vliegende start: van 1968 tot 1979 vormde hij samen met Bram Vermeulen het populaire cabaretduo Neerlands Hoop. Kort nadat Bram en Freek, zoals de twee werden genoemd, hun samenwerking verbroken hadden, stond De Jonge een maand lang in Carré met het programma De komiek. Daarmee voegde hij een hele nieuwe dimensie toe aan het cabaret.

Bram en Freek, 1971. Fotograaf onbekend. Collectie TIN Publiciteitsfoto Neerlands Hoop 1972-1973 Foto: Milan Konvalinka. Collectie TIN Bram en Freek op de fiets in Amsterdam. Publiciteitsfoto voor Neerlands Hoop in Panama. 1972. Fotograaf onbekend. Collectie TIN

Neerlands Hoop

Bram en Freek waren kinderen van de jaren zestig. Net als de cabaretgroep Lurelei toonde het duo zich maatschappelijk zeer geëngageerd. Hoogtepunt in dat opzicht was het programma Bloed aan de paal. Daarmee wilden ze voorkomen dat het Nederlandse voetbalelftal in 1978 zo maar af zou reizen naar het WK in Argentinië, waar door een militair regime de mensenrechten met voeten werden getreden. Maar Bram en Freek waren ook de eersten die lieten horen dat cabaretiers ook popmuzikanten konden zijn. In hun programma’s speelden popsongs een belangrijke rol.

Bloed aan de paal, 1978. Foto: Hans-Willem de Haan. Collectie TIN Bloed aan de paal, 1978. Foto: Hans-Willem de Haan. Collectie TIN Bloed aan de paal, 1978. Foto: Hans-Willem de Haan. Collectie TIN

Een maand in Carré

Na een periode waarin het duo langzaam van elkaar vervreemdde, besloot Freek de Jonge in 1979 de samenwerking te verbreken. Er moesten echter nog wel enkele verplichtingen worden nagekomen. De twee besloten de taken te verdelen. Bram Vermeulen nam het geplande optreden op het Holland Festival voor zijn rekening. Freek de Jonge ging een maand in Carré staan.

Het speciaal voor Carré gemaakte programma liet pers en publiek in grote verwarring achter. De Jonge vond met dit programma niet alleen zichzelf, maar ook het genre opnieuw uit. Tot op dat moment bestond een cabaretprogramma altijd uit een aaneenschakeling van grappen, liedjes en conferences. Maar de voorstelling De komiek had een dwingende verhaallijn en verschillende personages die, op één na, allemaal door De Jonge zelf gespeeld werden. Hoewel de personages zich zo nu en dan lieten meeslepen door gedachtesprongen en associaties, werd de verhaallijn nooit uit het oog verloren.

Affiche De Komiek, 198. Ontwerp: Charlotte Fischer. Collectie TIN Freek de Jonge en Orlow Seunke in De Komiek, 1980. Foto: Marc Mildner. Collectie TIN Kostuum van Freek de Jonge in De Komiek, 1980. Ontwerp: Hella de Jonge. Collectie TIN Kostuum van Freek de Jonge in De Komiek, 1980. Ontwerp: Hella de Jonge. Collectie TIN

De worsteling van de komiek

De spil in het programma was een behaagzieke komiek die er alles voor over had om zijn publiek aan het lachen te maken. Dat het doel alle middelen heiligde, werd duidelijk toen hij bereid bleek grappen te maken over zijn doodzieke vader. De komiek was echter niet gewetenloos; hij worstelde zichtbaar met de verwachtingen van het publiek en toen hij door zijn doofstomme broer (Orlow Seunke) geconfronteerd werd met het opgebaarde lichaam van zijn vader, werd het hem teveel. Hij koos, voor het eerst, niet voor zijn publiek, maar voor zijn kunstenaarschap. De smakeloze grappen maakten plaats voor scherpe kritiek op de maatschappij.

De grappenmaker die zich geen raad weet met zijn eigen lolbroekerij en de verwachtingen van het publiek, is in De Jonges latere werk in verschillende gedaanten teruggekeerd. In De laatste lach (2007) speelde hij bijvoorbeeld een cabaretier die het beu is om altijd de leukste te zijn: ‘Humor is voor de komiek wat bloed is voor de oude verpleegster: het doet hem niets meer’.

Ongekend productief

Dat Freek de Jonge, net als zijn alter ego's op het podium, geen genoegen nam met vrijblijvende grappenmakerij, blijkt wel uit het feit dat hij ook na De komiek voortdurend is blijven vernieuwen. Hij beperkte zich niet tot het verhalende cabaret. In 1991 nam hij met het programma Losse nummers zelfs weer expliciet afstand van deze vorm. Maar De Jonge maakte ook oudejaarsconferences en verkiezingsconferences, speelde de nar in William Shakespeare 's King Lear (1993) bij het Nationale Toneel, ging op tournee met De Nits (1994), en met het Metropole Orkest (2002). Zijn enorme productiviteit bereikte een voorlopig hoogtepunt in 2004, toen hij voor de reeks De vergrijzing veertien verschillende voorstellingen maakte in ongeveer drieënhalve maand.

Hella en Freek de Jonge. Foto: Marc Mildner. Collectie TIN Affiche De vergrijzing van Freek de Jonge, seizoen 2004-2005. Ontwerp: Paul Roos. Foto: Henk Jan Kamerbeek. Collectie TIN Losse nummers van Freek de Jonge, seizoen 1991-1992. Foto: Marc Mildner. Collectie TIN Het geheugen Dankzij de dijken van Freek de Jonge i.s.m. De Nits, seizoen 1994-1995. V.l.n.r. Robert Jan Stips, Peter Meuris, Freek de Jonge, Henk Hofstede, Rob Kloet. Foto: Marc Mildner. Collectie TIN

Invloed en navolging

Bram en Freek hebben diepe sporen getrokken in het Nederlandse theaterlandschap. Bram Vermeulen heeft zich na Neerlands Hoop vooral doen kennen als singer-songwriter, die met zijn liedjesprogramma’s de Nederlandse theaters langs trok. Freek de Jonge heeft bewezen dat een cabaretier meer kan zijn dan een al dan niet geëngageerde ‘amuseur’. Hij was en is een volwaardige theatermaker, iemand die een lang niet altijd gemakkelijk verhaal te vertellen heeft, en die daarbij ook gebruik maakt van een bij dat verhaal passend, theatraal beeld (vormgegeven door zijn vrouw Hella de Jonge). De verhalende structuur die De Jonge introduceerde is door tal van cabaretiers enthousiast omarmd. Youp van 't Hek was één van de eersten, maar ook anderen, die in (bijna) niets op Freek de Jonge leken, brachten als vanzelfsprekend een verhaallijn in hun optredens aan. Onder meer onder invloed van de zapcultuur en de stand-up comedy is een nieuwe generatie daar later weer gedeeltelijk op teruggekomen.


Dit is één van de canonteksten. Voor meer informatie zie: Canon van het Theater in Nederland