Canon:1961 - Feike Boschma tovert met lapjes op de textielbeurs

Uit TheaterEncyclopedie
(Doorverwezen vanaf Canon:1961 (1))
Ga naar: navigatie, zoeken
NB: De onderstaande tabel is alleen zichtbaar voor beheerders van de TE en dient voor het semantisch vastleggen van een op deze pagina betrekking hebbende "Gebeurtenis" (plus bijbehorende info) op een "Tijdlijn"; de gebeurtenis en bijbehorende informatie kan zo (o.a.) weergegeven worden in de "slides" van een tijdlijn.



Gebeurtenis
Titel: Feike Boschma tovert met lapjes op de textielbeurs
Afbeelding: media:Repro-50xxxx371.0001-1.jpg
Datum: 1961-01-23
Beschrijving: Vernieuwing van het poppentheater in Nederland
Tijdlijn(en): Tijdlijn van het Nederlands Theater
Perso(o)n(en): Feike Boschma
Productie(s):
Gezelschap(pen):
Theater(s):

Canonlogo.jpgFeike Boschma tovert met lapjes op de textielbeurs

Vernieuwing van het poppentheater in Nederland

"Wij hebben al die lappen, jij maakt overal waar je wilt touwtjes aan en beweegt ze, het liefst als zo concreet mogelijke figuren." Feike Boschma (1921) vond het een mooie, en financieel ook interessante opdracht destijds, voor de textielbeurs in 1961. Marionettenspel was in die jaren bepaald geen vetpot. Tot in de jaren zeventig zouden poppenspelers het zonder subsidie van de overheid moeten stellen. Daarbij was het een kolfje naar zijn hand. Hij was niet anders gewend dan lapjes tot leven te wekken.


Onbewust vernieuwend

Hoewel er in de jaren twintig van de vorige eeuw belangstelling ontstond voor marionetten- en schimmenspel als kunstvorm, heeft het poppenspel nog lang een marginale positie ingenomen in het Nederlandse theaterlandschap. Feike Boschma moest zich de kunst dan ook zelf eigen maken, voor een spiegel in de Friese boerderij waar hij geboren was.

Toen hij na de Tweede Wereldoorlog contact zocht met collega’s in de Randstad, merkte hij tot zijn eigen verbazing dat hij als een vernieuwer werd gezien. Hij gebruikte namelijk geen tekst en speelde niet met traditionele handpoppen of marionetten. Eigenlijk bestonden zijn poppen voornamelijk uit lucht: transparante en lichte lappen textiel, die hij met wat houtjes en draadjes zo liet bewegen dat ze de illusie van een volledig personage opriepen. "De illusie moet uit de beweging komen", hield hij zijn collega’s dan ook steevast voor.

Feike Boschma. Opnames voor film Het gaat om de beweging, 1986. Foto: Roel Bogaards. Collectie TIN

Zwevende kopjes en een hongerig broodje

Aanvankelijk bestonden Boschma’s optredens uit korte, losse nummers, die hij ook in de cabaretprogramma’s van Wim Sonneveld en Wim Kan liet zien. Daarnaast werkte hij onder meer samen met de komische danseres Cilli Wang en de beeldend kunstenaar Peter Struyken. Zeer succesvol was zijn deelname aan een aantal programma’s van het gezelschap Funhouse, opgericht door de mimespeler Rob van Houten.

Samen met Van Houten bedacht Boschma een hele reeks acts die hem in de recensies de bijnaam ‘de magiër’ of ‘de tovenaar’ opleverde. In Funhouse repeat (1970) was dat bijvoorbeeld ‘Apollo 11’, de naam van de raket die in 1969 de eerste mensen op de maan bracht. Het ging om een nummer waarin een theepot kopjes volschonk terwijl ondertussen het aftellen begon. Bij ‘ignition’ bewoog een kopje zich zacht trillend omhoog, tot het stopte en zich in een horizontale baan ging bewegen om tenslotte leeggedronken te worden door Van Houten. Beroemd werd ook het nummer van een broodje dat een rat opat (Funhouse Horror, 1971).

Affiche Rendez vous (Illuster Duo), 1986. Ontwerp: Peter de Rijk. Foto: Marc Bakker. Collectie TIN Funhouse Classics. Fotograaf onbekend. Collectie TIN Scènefoto Rendez vous (Illuster Duo), ca. 1986. Links: Feike Boschma. Rechts: Rob van Houten. Foto: Henk Reinstra. Collectie TIN

Poppenspeler op de voorgrond

In de soloprogramma’s die Boschma in de jaren tachtig maakte, thematiseerde hij onder meer de relatie tussen poppenspeler en pop. Boschma schakelde zichzelf daarbij nadrukkelijk in. In een scène in De rode sjaal – een programma dat in 1981 op het Holland Festival te zien was – nam Boschma een pop een rood sjaaltje af. Dat sjaaltje keerde later enorm uitvergroot terug om hem te wurgen. In A romance in many dimensions (1989) was Boschma een poppenspeler die verliefd werd op een eigen creatie: een dame die hij in een oogwenk tevoorschijn toverde uit een kruishout, roze vitrage en een breedgerande hoed. Zij verkoos echter een andere pop, ook door Boschma gemaakt en bewogen.

Scènefoto Eenmaal sterft ook de zee Lorca, ca. 1991. Foto: Emilio Brizzi. Collectie TIN Scènefoto Tristan en Isolde, ca. 1994. Foto: Emilio Brizzi. Collectie TIN Scènefoto De Rode Sjaal, ca. 1980. Foto: Marijke Mooy. Collectie TIN

Nagelaten sporen

In 1983 kreeg Boschma door de Nederlandse Vereniging voor het Poppenspel de Wim Meilinkprijs uitgereikt, onder meer vanwege zijn grote invloed op collega-poppenspelers. Namen die later in dit verband genoemd zijn, zijn onder anderen die van Henk Boerwinkel, Hinderik de Groot en Jozef van den Berg. Daarbij was Boschma ook steevast betrokken bij initiatieven om de positie van de poppenspeler en het poppenspel te versterken. Hij was medeoprichter van de Kring van Nederlandse Poppenspelers (1954) en heeft zijn opvattingen over poppentheater in verschillende publicaties vastgelegd.


Dit is één van de canonteksten. Voor meer informatie zie: Canon van het Theater in Nederland