Interview Ati:1

Het begin

Ik was een jaar of acht en kreeg in Bandoeng les van Hertha Ruth, een Weense dansdocente, die Europees Modern gaf. Zij was uit de school van Kurt Jooss. Zij is weggegaan en Puck Meijer heeft in 1939 de school overgenomen en ben ik natuurlijk naar Puck overgegaan. Puck was klassiek getraind en had diploma’s gehaald bij de Imperial Society of Dancing in Londen. Dat was heel speciaal want dat was de enige officiële opleiding die er destijds bestond. Die Imperial Society of Dancing is later veranderd in Royal Academy of Dancing omdat Engeland geen imperium meer was. Men volgde de Checcetti methode. Daar heb ik eerst twee keer in de week en later drie keer in de week gedanst. Ik wou er echt mee doorgaan maar had ook de keus om door te gaan met pianoles van Johanna van der Wissel, een ‘Brunhilde’. Zij was de laatste leerling van Liszt en zei: “nou je moet doorgaan met muziek”. “Nou nee, ik wil dans”. Zij heeft toen meteen besloten om mij geen pianoles meer te geven. Dus ging ik volledig verder met de dansopleiding.

Examens

Inmiddels had ik in ‘41 mijn eindexamen gymnasium gehaald via proefschriften, want er kon geen examinator meer uit Holland komen. Daarna ben ik volledig gaan dansen bij Puck; dus elke dag. Het programma was natuurlijk anders: klassiek, Europees modern, ritmische gymnastiek, tap, Spaans, caractère en een klein beetje anatomie. Muziekgeschiedenis was eigenlijk te verwaarlozen. Vlak voor ik ‘t kamp inging heb ik de eerste twee diploma’s kunnen halen: beginners en intermediate. Dat waren in totaal 3 examendagen. Daar zat Darja Collin bij die later in Florence een balletschool heeft opgericht. Verder was Alexander Schwetzov erbij: hij was op doorreis naar Australië. Wij waren met z’n drieën die examen deden en Ida de Jong en ik zijn geslaagd. Oh, er was ook nog ballroom bij: ik heb nog hele schriften vol met ballroompassen.