Wim Sonneveld: Biografie - Optredens in de etalage en de schuur

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Wim Sonneveld, 1955. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Wim Sonneveld:

Optredens in de etalage en de schuur

Op de fiets met vader: Wim achterop, daarvoor de tweeling Jan en Jo, omstreeks 1925.

Wim Sonneveld: "Op de bewaarschool droeg ik al voor. En bij mijn vader in de winkel in de etalage. Op zaterdag, als het druk was in de winkel, hield ik de klanten bezig die op hun beurt moesten wachten. De etalage was maar halfdicht van achteren en zo vermaakte ik de klanten in de winkel én de mensen op straat tegelijkertijd. Ik deed dan pantomimes, verkleedpartijen met de kleren van mijn broers en zusters, en ik zong liedjes." (Uit: Sonneveld Souvenirs, vara-radio, 31 december 1955)

In de goedlopende kruidenierszaak van Gerrit Sonneveld moeten vele handen het werk wat verlichten en daarom worden ook de kinderen van tijd tot tijd geacht mee te helpen. Zo fietst de jonge Wim Sonneveld door Utrecht om klanten van hun boodschappen te voorzien.

Over het helpen in de winkel zei Sonneveld in een televisiedocumentaire in 1971: "Waar ik me erg mee vermaakt heb, dat was het thuis in de winkel te helpen. Dat was onder de meest beduvelde omstandigheden. Ik moest elke avond na school altijd helpen. Zaterdags de winkel schrobben. Ik herinner me de tijd goed. We verkochten chloor, de mensen kwamen voor een halve cent chloor kopen. Dan moest ik helemaal met m'n bovenlijf in zo'n chloorton. En altijd kuchen en niezen. En azijn, een halve cent azijn, een halve cent mosterd, één cent soda afwegen en zeep, groene zeep met zo'n grote spatel. Dat vond ik allemaal wel leuk." (geciteerd uit: Wim Sonneveld door Hubert Janssen Apeldoorn 1975)

De kinderen Sonneveld omstreeks 1923, v.l.n.r. achter: Catrien, Nel en Leen. V.l.n.r. voor: Jan, Jo en Wim.

Toch hoeft niet alle vrije tijd besteed te worden aan de winkel, zodat Sonneveld kan meezingen in een kinderkoor. Ook geeft hij toneelvoorstellingen in de schuur achter de winkel.

Wim Sonneveld: "Het toneel in die schuur was een platform van een aantal ondersteboven en tegen elkaar gezette margarinekistjes. Het onontbeerlijke voorhang was gemaakt van losgetornde en aan elkaar genaaide suikerzakken, terwijl voor de toneelverlichting een oude toverlantaarn met een petroleumlamp erin zorgde. Er waren ook zitplaatsen: margarinekistjes, koekblikken en trommels en als entreeprijs vroeg ik een speld per kind. Het zat altijd stikvol bij elke voorstelling. (…)

De solo’s waren natuurlijk van mij en bestonden uit imitaties van allerlei mensen die geregeld in onze winkel kwamen. Verder herinner ik mij dat ik voor de duetten een buurvriendje had die er in mijn ogen, met een oude afgeknipte jurk van zijn moeder aan en een kapot hoedje van zijn opoe op, als dame uitzag, terwijl ikzelf de heer speelde met een bolhoed van mijn vader tot over mijn oren. De tekst van het lied dat wij zongen ben ik nooit vergeten. Het kwam van onze dienstmeid en was hoogst dramatisch: We hebben geen thuiskomst en geen veren bed / We dragen ’s winters en ’s zomers hetzelfde tolet..." (uit: Manuscript Sonneveld, mevrouw!)

Jo Sonneveld: "Wim, mijn tweelingbroer en ik zaten op het kinderkoor van Piet Hespe. Daarvoor betaalde je f 0,35 per week, maar Wim wist mijn vader wijs te maken dat het 45 cent koste. Voor het dubbeltje dat we overhielden, kochten we moerbeien bij Jamin. Wim organiseerde ook loterijen. Dan verkocht-ie 50 loten voor 10 cent en de winnaar kreeg een fruitmand die nog geen kwartje waard was."

bron: Wim Sonneveld. De parel van het cabaret, Hilde Scholten (Terra Lannoo 2006)