Ton Lutz: Repertoire - Theater - Vereenigde Haagsche Spelers

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg


Ton Lutz. Foto: F.L. Lemaire/MAI. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Ton Lutz:

Vereenigde Haagsche Spelers

In 1941 meldde Ton Lutz zich bij de N.V. Het Residentie Tooneel, op dat moment hét stadsgezelschap van Den Haag en de plek waar illustere actrices en acteurs als Fie Carelsen, Mimi Boesnach, Caro van Eyk, Philippe la Chapelle en Paul Steenbergen speelden. Het gesprek dat hij in De Koninklijke Schouwburg met artistiek leider Dirk Verbeek voerde, liep uit op een beledigende teleurstelling. Toen Lutz zijn verlangen om acteur te worden aan de directeur duidelijk maakte werd hij onverwijld afgewimpeld met de woorden: ‘Jongeman, er zijn al zoveel non-valeurs aan het toneel!’

Maar Lutz was vastbesloten en hij liet zich niet ontmoedigen – er waren in de residentie immers meer gezelschappen dan alleen Het Residentie Tooneel. Hij nam de Haagse tram naar de Adelheidstraat, waar het bureau was van de Vereenigde Haagsche Spelers. Dit kleine gezelschap speelde voornamelijk voor kunstkringen – en dan met name in het zuiden van het land – tegen een vaste uitkoopsom voorstellingen van volksstukken. Sinds 1932 werd er de scepter gezwaaid door Pierre Balledux, die gevestigde acteurs als Frits Bouwmeester jr. en diens vrouw Dogi Rugani aan zijn troep wist te binden, maar ook jonge talenten als Guus Verstraete sr. en Jaap Hoogstra engageerde. Balledux was dan ook wel bereid om de gedreven sollicitant de kans te bieden waar hij zo ijverig naar zocht: hij kon meteen aan de slag.

Bij de Vereenigde Haagsche Spelers maakte Ton Lutz zijn professionele toneeldebuut in het stuk De Notre Dame van de sloppen van Grégoire Leclos. Daarna speelde hij in nog één ander stuk van het gezelschap. Pierre Balledux was één van de weinige toneelleiders die weigerde over de Kultuurkamer in gesprek te gaan met de bezettende macht. Die principiële daad hield natuurlijk wel de opheffing in van de Vereenigde Haagsche Spelers – en zo werd Ton Lutz’ beginnende toneelcarrière al snel onderbroken.

Bron: tekst grotendeels overgenomen uit het boek Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).

Overzicht

  • 1941: Grote Fernand in Notre Dame van de sloppen van Grégoire Leclos. Regie: Jules Verstraete
  • 1941: Graard de Bijl, een rijke boer in Kinderen van ons volk van Anton Coolen. Regie: Jan van der Linden