Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Stadsgehoorzaal Leiden.jpg

NaamStadsgehoorzaal, Leiden
PlaatsLeiden
TypeTheaterzaal
Bouwjaar1826
 Website
De volgende coördinaat is niet herkend: Geocoding failed.


Informatie

De Stadsgehoorzaal is een concertgebouw aan de Breestraat in Leiden. Het gebouw omvat naast de gelijknamige hoofdzaal een nieuwe kleine zaal met een aparte entree aan de Aalmarkt, de Aalmarktzaal.

Bouwgeschiedenis

Leiden beschikt reeds meer dan twee eeuwen over een Stadsgehoorzaal. Het eerste gebouw met die naam bevond zich in de Lokhorststraat, en werd behalve voor de muze ook gebruikt voor onder meer godsdienstonderwijs aan minvermogenden. In 1826 werd aan de Breestraat de tweede Stadsgehoorzaal gebouwd.

De aan de Breestraat gelegen linkervleugel van het Sint-Catharinagasthuis werd in 1826 ingericht tot "Stadsgehoorzaal". Andere delen van het complex werden onder meer bestemd tot "industrieschool", en zetel van verschillende wetenschappelijke en kunstverenigingen. De Grote Zaal van deze Stadsgehoorzaal mat 21 x 8,5 meter, en de kleine zaal deed met haar breedte van slechts 5 meter haar naam eer aan. In de loop van de 19e eeuw voldeed dit gebouw dan ook niet meer. In 1871 kreeg gemeentearchitect J.W. Schaap dan ook de opdracht een nieuwe gehoorzaal te creëren, tegen het krappe budget van f 45.000,—. Deze nieuwe zaal voldeed aanvankelijk, maar al in 1889 werd zijn schepping verguisd als “tochtig, brandgevaarlijk en derhalve onbruikbaar”. De gemeenteraad bleek ontvankelijk voor de aanhoudende klachten en besloot tot een verbouwing. Daartoe werd een pand ter linkerzijde aangekocht om te worden geïncorporeerd in het gebouw. Deze zaal werd in augustus 1889 door een grote brand verwoest.

De opvolger van Schaap, de gemeentearchitect ir. D.E.C. Knuttel, kreeg de opdracht ontwerpen in te dienen voor een nieuwe Stadsgehoorzaal. Samen met directeur D. van der Horst van de gasfabriek ondernam hij een studiereis naar onder meer het Gewandhaus in Leipzig, de Opera in Frankfurt, het Mellinitheater te Hannover, en de Philharmonie in Berlijn. Naar aanleiding van de nieuwe ideeën die zij mee terugbrachten, ontstond in de gemeenteraadsvergadering van 2 januari 1890 enige opschudding, daar verschillende raadsleden van mening waren dat een gebouw van zo grote allure vrij zou moeten staan. Raadslid Sturler suggereerde het Gravensteen maar af te breken, H.S. Jutta stelde voor de Waalse kerk te slopen en weer anderen vonden dat een prijsvraag moest worden uitgeschreven.

Het herbouwplan werd uiteindelijk op 24 april 1890 bij de raad ingediend, en de volgende dag reeds ging de eerste spade de grond in. Met de Waalse kerk werd afgesproken de achter de kerk gelegen consistoriekamer en de kosterij af te breken, om plaats te maken voor een kleine zaal. In ruil hiervoor liet de gemeente aan de andere kant van de kerk een nieuwe consistoriekamer en kosterij bouwen. Aanvankelijk zat de bouw tegen; resten van bebouwingen uit vroeger eeuwen vormden aanzienlijke obstakels. Toch werd al in de herfst van 1891 de bouw voltooid.

Tegelijkertijd werd de ‘Kasteleinswoning’ aan de Aalmarkt (nr. 7) opgeleverd. In dit gebouw woonden gedurende lange perioden beheerders van de Stadsgehoorzaal. De aanvoer van goederen en de artiesteningang verliep via dit pand.

De nieuwe Stadsgehoorzaal was (en is) een imposant voorbeeld van neorenaissance-architectuur, dat in Nederland nauwelijks meer voorkomt. De voorgevel met de zuilengalerij geeft aan het gebouw een bijzondere allure. Versieringen en ornamenten zijn uitgevoerd in zink en zandsteen. Van het oorspronkelijke interieur (van na de brand in 1889) zijn onderdelen, zoals de lambriseringen en balkons in de grote zaal en het gehele interieur van de Breezaal tot op de dag van vandaag behouden gebleven. Gedurende decennia werden vele aanpassingen en uitbreidingen aangebracht.

Het complex was, na tientallen jaren intensief gebruik voor vele doeleinden, dringend toe aan een structurele vernieuwing en uitbreiding met een kleine zaal. In 1996 werd de Stadsgehoorzaal ingrijpend gerenoveerd onder auspiciën van architect Kees Spanjers, ook verantwoordelijk voor de renovatie van de Beurs van Berlage in Amsterdam.

Uitgangspunten waren naast herstel, behoud en conservering openheid en verbetering van het comfort. De in de loop der tijd geheel dichtgezette gevel achter de zuilengalerij werd in oorspronkelijke staat hersteld, waardoor de karakteristieke negen bogen weer tot hun recht kwamen en de begane grond een veel lichter en opener aanzicht kreeg. Ook in het interieur van de Grote Zaal werd een aantal belangrijke verbeteringen aangebracht. De verdieping van de zaal en het (flexibele) tribunesysteem verbeterden het zicht op het podium. Door het verwijderen van de in de jaren zestig aangebrachte toneellijst werd de eenheid van podium en zaal hersteld en het podiumoppervlak vergroot. De plaatsing van een drietal lichtbruggen en de vernieuwing van de technische installatie betekenden een vergroting van het aantal gebruiksmogelijkheden. De comfortabele theaterfauteuils, de nieuwe kleuren en het sfeervolle sterren-plafond verrijkten het monumentale concertgebouw. Het Adviesbureau Peutz Associés werd gevraagd te onderzoeken hoe de waardevolle zaalakoestiek van de Stadsgehoorzaal kon worden behouden na de renovatie. De Breezaal aan de Breestraatzijde bleef nog vrijwel geheel intact.

In 2004 werd door de gemeente Leiden besloten tot de uitvoering van de 2e fase van de renovatie, als onderdeel van het Aalmarktproject. Architectenbureau Architecten Van Mourik uit Den Haag maakte hiervoor een ontwerp met een moderne concertzaal met een nieuwe kleine zaal, foyers, kantoren en winkelruimte.

Premieres

Zie Category:Premieres Stadsgehoorzaal, Leiden

Bronnen