Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


UploadenAfbeeldingDef.png
NaamMaurits Dekker
Volledige naamMaurits Rudolph Joël Dekker
Geboortedatum16 juli 1896
Geboorteplaats Amsterdam
Overlijdensdatum7 oktober 1962
Overlijdensplaats Amsterdam
BeroepToneelschrijver
DisciplineToneel
Externe databases:
DBNL
IMDb
VIAF

Maurits Dekker was afkomstig uit een joods gezin. Hij was de zoon van Joël Dekker, handelsreiziger en huisschilder, en Betje Turksma. Gehuwd op 21 februari 1923 met Maria Engelina Hellingman. Uit dit huwelijk werden 2 dochters geboren. Na haar overlijden (24 november 1954) huwde hij op 17 augustus 1955 met Hendrika Christina van Assen. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren, Mae en Noor.

Na zijn lagere school had hij allerlei baantjes. Dekker zat ook enkele maanden gevangen op verdenking van een moord. Omdat Maurits Dekker tot dan toe weinig succes had gehad als auteur, gooide hij het in 1929 over een andere boeg. Dekker ergerde zich er mateloos aan dat zijn werk nauwelijks werd opgemerkt, en zo het al gebeurde, dan alleen in negatieve zin. Teneinde de vermeende vooringenomenheid der recensenten tegen schrijvers zoals hij aan de kaak te stellen, publiceerde hij in 1929 Waarom ik niet krankzinnig ben onder het pseudoniem Boris Robazki. Het boek werd gepresenteerd als de Nederlandse vertaling van een oorspronkelijk Russische roman. Dekker bleek een zo kundige variatie op Dostojevski te hebben vervaardigd, dat men in de val liep. Na het verschijnen van enkele gunstige besprekingen onthulde hij triomfantelijk dat hij en niemand anders Robazki was. En daar was het Dekker nou allemaal om begonnen.

Hij werkte mee aan de tijdschriften De Vrije Bladen en De Stem en het tijdschrift Links Richten in 1932 en 1933.

Tijdens de bezettingstijd was hij ondergedoken. Zijn boeken werden verboden, maar Dekker bleef schrijven. Tijdens de eerste jaren van de oorlog leidde hij met enkele vrienden een fabriekje, 'de Mercuur', waar zeep- en andere surrogaten werden vervaardigd. Daardoor hield hij het hoofd boven water; in vergelijking met de voorafgaande periode ging het hem zelfs tamelijk goed. Maar ten slotte moest ook hij onderduiken voor de vijand, die het al lang op hem, jood én agitator, gemunt had. Vindingrijk was hij eveneens, en geholpen door zijn kordate vrouw slaagde hij erin de bezetters te verschalken, legde hij bovendien de hand op extra voedselkaarten, die onder de behoeftigsten werden verdeeld, vervalste hij persoonsbewijzen en zorgde hij voor een schuilplaats voor verscheidene joodse onderduikers. Tijdens de oorlog schreef hij ook mee aan het stuk Vrij Volk, naast Albert Helman, Anton Coolen, Jeanne van Schaik-Willing en August Defresne. Dit stuk werd vlak na de bevrijding opgevoerd in de Stadsschouwburg Amsterdam.[1]

Hij was bekend door zijn nogal revolutionaire en linkse standpunten, zoals blijkt in zijn roman Brood (1932). Zijn naoorlogse boek over de Duitse bezetting De laars op de nek (1945) beschrijft de bezettingsperiode. Met zijn toneelstuk De wereld heeft geen wachtkamer (1949) oogste Dekker veel bijval. Het Amsterdams Toneel Gezelschap gaf in oktober 1949 de eerste voorstelling. Dekker had zich al eerder aan het (volks)toneel gewaagd, maar pas met dit spel oogstte hij een voor Nederland opmerkelijk succes. Hoofdthema ervan was de wanverhouding die naar zijn mening bestond tussen de technische vooruitgang van de maatschappij en de geestelijke ontwikkeling van de mens, die daarbij ten achter bleef, met de atoombom als dreigend symbool. Dank zij de revenuen ervan verdwenen zijn eeuwige geldzorgen, maar alras begonnen zij, mede door een slepende ziekte van zijn vrouw, opnieuw.

En hoewel De afgrond is vlak voor uw voeten (1952), een 'anti-bolsjewistische' roman naar zijn zeggen, alweer overwegend lovende recensies kreeg, bleef de verkoop ver beneden zijn verwachtingen. Andere succesvolle boeken van Dekker zijn de voor de oorlog geschreven romans Amsterdam (1931) en De menschen meenen het goed met de menschen (1934) en zijn historische romantrilogie over Oranje en de opstand der Nederlanders (1935-1938).

In 1949 kreeg Dekker de prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet, in 1955 de Marianne Philipsprijs en in 1956 ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag de Extra prijs van de Jan Campert-stichting. Voor zijn verhalenbundel Op zwart stramien (1956) ontving hij de Prozaprijs van de gemeente Amsterdam.


Maurits Dekker heeft bijgedragen aan 9 productie(s).

Maurits Dekker heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Maurits Dekker heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Curriculum Vitae Theatrum
Productie Functie Producent Seizoen Premièredatum In regie van
Willem van Oranje Auteur (schrijver libretto, scenario) Gezelschap Saalborn en Parser 1936/1937 1 februari 1937 Louis Saalborn
Leidens ontzet Auteur (schrijver libretto, scenario) Toneelgroep 5 mei 1945 1944/1945 6 juni 1945 Louis Saalborn
Het leven kan beter Auteur (schrijver libretto, scenario) Stichting Het Nederlands Volkstoneel 1949/1950 10 september 1949 Ferd Sterneberg
De wereld heeft geen wachtkamer Auteur (schrijver libretto, scenario) Amsterdams Toneelgezelschap (A.T.G.) 1949/1950 1 oktober 1949 August Defresne
De wereld heeft geen wachtkamer Auteur (schrijver libretto, scenario) Stichting Het Nederlands Volkstoneel 1951/1952 1 september 1951 Hans van Meerten
De andere wet Auteur (schrijver libretto, scenario) Amsterdams Toneelgezelschap (A.T.G.) 1951/1952 24 december 1951 Herman Sternheim
X.O.X... Wonderdrank Auteur (schrijver libretto, scenario) Speelgroep Phoenix 1952/1953 25 oktober 1952 Cruys Voorbergh
Naast u is mijn plaats Auteur (schrijver libretto, scenario) P.v.d.A. 1954/1955 17 september 1954
De wereld heeft geen wachtkamer Auteur (schrijver libretto, scenario) King Kong Collectief 1984/1985 4 mei 1985 Annemarie Prins


Externe links

Bronnen

  1. "Theater in de oorlog" Vrij Nederland, 21 augustus 1993 (p.49)