Louis Bouwmeester: Biografie

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Louis Bouwmeester als Herodes. Foto: Frits Geveke. Collectie TIN.

Eenlevenlangtheater Louis Bouwmeester:


Biografie

Louis Bouwmeester. Foto B. Kamp. Collectie TIN.

Louis Bouwmeester maakt deel uit van één van de belangrijkste en meest vertakte toneeldynastieën van Nederland. Hijzelf was het belangrijkste lid van dit geslacht.

Enkele sprekende voorbeelden van aan het toneel verbonden familieleden zijn: Frits Rosenveldt, die zijn grootvader was, Theo Mann-Bouwmeester: zijn zus, Louis Bouwmeester jr.: zijn zoon, Wiesje Bouwmeester: zijn dochter,Louis Moor: zijn halfbroer, Henri de Vries: zijn neef, Frits Bouwmeester jr.: zijn neef, Theo Frenkel sr.: zijn neef en Lily Bouwmeester: zijn achternicht. Er zijn veel meer namen te noemen, maar niet iedereen heeft de tand des tijds doorstaan. Louis Bouwmeester wél.

Van zijn vader, acteur Louis Rosenveldt, kreeg hij al jong toneellessen, en op zijn negentiende debuteerde hij officieel bij het gezelschap van Boas en Judels in Amsterdam. Daarvoor had hij al her en der gespeeld, en ook daarna zou hij zich aan verschillende gezelschappen verbinden, als acteur, maar ook als leider/regisseur. Zijn carrière, die ruim zestig jaar besloeg, is grofweg in drie periodes onder te verdelen: die van het volkstoneel, die van Het Nederlandsch Tooneel en een periode als reizend acteur/directeur. Hij heeft succesvol in Europese hoofdsteden opgetreden, maar deed ook Nederlands Indië aan. Ook was hij niet bang om zich aan het nieuwe medium film te wagen. De rollen die hij speelde zijn ontelbaar, maar onsterfelijk is hij geworden met zijn vertolking van Shylock in De Koopman van Venetië, een rol die hij ruim 2000 keer op geheel eigen wijze wist te vertolken. Financieel ging het hem soms enorm voor de wind, maar hij heeft ook barre tijden gekend.

Niet alleen professioneel was hij een duizendpoot, ook zijn privéleven is afwisselend te noemen. Hij trouwde vier keer, scheidde eenmaal, had twee buitenechtelijke relaties en kreeg twaalf kinderen, van wie er zes op jeugdige leeftijd overleden. Twee van zijn echtgenotes stierven op jonge leeftijd.

Over Bouwmeesters carrière is veel geschreven, over zijn privéleven veel minder. Hieronder kunt u toch een indruk krijgen van het woelige leven van Louis Bouwmeester.

De ouders

Moeder Louisa Bouwmeester.

Op 5 september 1842 werd in Middelharnis Louis Frederik Johannes Bouwmeester geboren. Hij was de zoon van toneelspeler Louis Frederik Johannes Rosenveldt en Louisa Francina Maria Bouwmeester, eveneens toneelspeelster. Na hem kwamen nog twee meisjes: Louise (1846-1922) en Theo(dora) (1850-1939) en één broer, Frits (1848-1906). Zijn ouders waren niet getrouwd en alle kinderen kregen de achternaam van hun moeder. Bovendien had Louis' vader in 1837 al een zoon gekregen die hij ook Louis had genoemd, eveneens uit een buitenechtelijke relatie. Deze Louis zou later de achternaam van zijn stiefvader, Moor, aannemen, en eveneens een geslaagd acteur worden.

Lees meer: Louis Bouwmeester: Biografie - De ouders

De eerste schreden

Vader Louis Rosenfeldt.

Naar het schijnt had de jonge Louis Bouwmeester helemaal geen aspiraties om bij het toneel te gaan. Hij wilde aanvankelijk naar zee, maar zijn vader liet hem, niet altijd met de volle instemming van zijn zoon, zo nu en dan komedie spelen in stukken waarin hij ook zelf optrad. Bovendien gaf vader Louis Rosenveldt Louis en Frits bijna elke ochtend toneellessen. Hij liet zijn zoons vooral oefenen met declameren.

Lees meer: Louis Bouwmeester: De eerste schreden

De eerste vrouw

Louis Bouwmeester, ongeveer 20 jaar oud.

Louis Bouwmeester ontmoette zijn eerste echtgenote, Christine la Rondelle, rond zijn achttiende jaar. Vlak voor zijn achttiende verjaardag had hij het ouderlijk huis verlaten en was naar Amsterdam gegaan. Dat eerste jaar speelde hij bij vier verschillende gezelschappen. De eerste was Duport in de Nes, waar ook de zeven jaar oudere Christine speelde.


Lees meer: Louis Bouwmeester: Biografie - De eerste vrouw

De tweede, derde, vierde vrouw en kinderen

Louis Bouwmeester met zijn echtgenote Jeike Jans de Boer. Foto: J.L. van der Heijden, Collectie TIN.

In 1868 scheidt Louis Bouwmeester op 24-jarige leeftijd van zijn eerste vrouw, de actrice Christine la Rondelle. Datzelfde jaar huwt Bouwmeester opnieuw, ook weer met een toneelspeelster, Anna van Engers. Samen met haar krijgt hij zeven kinderen, waarvan er vier vroeg overlijden. Louise werd in 1872 geboren, Roosje in 1875 en zoon Rafaël in 1878. Rafaël was vernoemd naar het karakter Rafaël dat Louis Bouwmeester in 1862 speelde in Marmeren Beelden, IJskoude Harten. Het was zijn eerste grote succesrol, waar hij bijzonder trots op was. Rafaël zou in zijn vaders voetsporen treden en ook aan het toneel gaan.

Lees meer: Louis Bouwmeester: Biografie - De tweede, derde, vierde vrouw en kinderen

De andere vrouwen en kinderen

Louis Bouwmeester met dochter Wiesje. Collectie TIN.

In 1893 kreeg Louis Bouwmeester samen met Margaretha de Boer, zus van Bouwmeesters wettelijke echtgenote Jeike Jans de Boer, een dochter die zij Margaretha Louise Johanna noemden. Greetje was haar roepnaam. Zij ontmoette haar vader pas toen zij al volwassen was en zij de naam Mathilde had aangenomen. Die naam werd weer afgekort tot Tilly. Zij zou actrice worden en zich eerst Tilly Bouwmeester, en na haar huwelijk Tilly Périn-Bouwmeester noemen. Over haar moeder is weinig tot niets bekend.


Lees meer: Louis Bouwmeester: Biografie - De andere vrouwen en kinderen

Terug naar geboortedorp Middelharnis

Louis Bouwmeester voor zijn geboortehuis tijdens zijn bezoek in 1907. Collectie TIN.

Bouwmeester zou, eerst met zijn ouders, later ook zelf, een zwervend bestaan leiden. In de winter van 1907 kwam hij nog eenmaal terug naar zijn geboortedorp, en heeft daar als Shylock opgetreden. Naar aanleiding van dit bezoek verscheen in het Algemeen Handelsblad het volgende artikel:

t Was in 't jaar 1842. Herfstmaand had haar intrede gedaan. In vollen gang was "Menheersche" kermis' thans reeds lang ter ziele, toen nog in volle glorie. Op 't Vingervlug stont de tent van Chanteur en Compagnie, die uit de Rottestad was gekomen om de pret te verhoogen en te veredelen door 't "Spul". En tot dat gezelschap behoorde de 24-jarige aanstaande moeder van onzen Louis. De schalkse ooievaar was meegekomen over 't Haringvliet en op den vijfden September bracht hij de jeugdige moeder haar eersteling. Wie kon toen vermoeden, dat uit dien knaap Neerlandsch grootste acteur zou groeien?

Lees meer: Louis Bouwmeester: Biografie - Terug naar geboortedorp Middelharnis

Het einde van een magiër

De begrafenisstoet van Louis Bouwmeester; op de achtergrond Hotel American en de Stadsschouwburg.

Op 26 augustus 1923 werd Bouwmeester op het Roelof Hartplein in Amsterdam aangereden door een automobiel. Hij brak zijn been en enkele ribben en er waren vier maanden in het ziekenhuis voor nodig om te herstellen. De dag na het ongeluk zei Bouwmeester tegen zijn kinderen: "Ik heb ook nog een lichte hersenschudding gehad, vraag het maar aan dokter Van Campen, maar de Shylock ken ik nog uit mijn hoofd, ik heb hem vannacht even doorgenomen!"

Lees meer: Louis Bouwmeester: Biografie - Het einde van een magiër

Eerbetoon

Louis Bouwmeester. Foto B. Kamp. Collectie TIN.

Zowel tijdens zijn leven als na zijn dood heeft Louis Bouwmeester veel waardering voor zijn werk gehad: Genoeg volle zalen met een enthousiast publiek, tot in het buitenland aan toe, vaak bijzonder lovende recensies van de critici, en ook zijn vele collega's spraken vol lof over hem.

Ook op officiële wijze werd lof geuit: Bouwmeester was officier van de orde van Oranje-Nassau, was drager van de medaille van kunsten en wetenschappen van de Huisorde van Oranje en de Franse regering had hem, na Officier d'Academie, benoemd tot ridder in het Legioen van Eer. Tijdens het huwelijk van koningin Wilhelmina en prins Hendrik in 1901 hield Louis Bouwmeester een voordracht.

Lees meer: Louis Bouwmeester: Biografie - Eerbetoon