Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


UploadenAfbeeldingDef.png
NaamLion Contran
Volledige naamLion Vleeschdrager
Geboortedatum13 december 1898
Geboorteplaats Amsterdam, 13 december 1898
Overlijdensdatum1 april 1958
Overlijdensplaats Amsterdam
BeroepComponist, Musicus
DisciplineMuziektheater
Externe databases:
VIAF

Lion Contran (1898-1958) was een Joods Nederlands musicus, componist en vooraanstaand lid van de Communistische Partij in Nederland. Hij werd geboren als Lion Vleeschdrager en was de zoon van Louis Vleeschdrager, cabaretier, en Rosette Hoorneman. Op 19 februari 1925 trad hij in het huwelijk met Trijntje (Tine) van Walree, verpleegster, met wie hij een dochter kreeg.

Vleeschdrager nam van zijn vader diens artiestennaam over. Deze had onder de naam Louis Contran een zekere bekendheid in Amsterdam als komiek en conférencier. Lion Contran kreeg pianolessen, vooral met de bedoeling zijn vader bij diens optreden muzikaal te kunnen begeleiden. Maar de liefde van de zoon, wiens begaafdheid al spoedig bleek, ging meer uit naar het klassieke muziekleven. Hij bezocht het Amsterdamse conservatorium en slaagde 'met lof' voor het eindexamen. Dit leverde hem een buitenlandse studiebeurs op. In 1922-1923 werd hij geplaatst in de 'Meisterklasse' van Joseph Pembaur, leerling van Franz Liszt.

Communist

Contrans huwelijk met Tine van Walree veranderde zijn leven ingrijpend. Zowel de familie Van Walree waren politiek de Communistische Partij in Nederland (CPN) toegedaan. Toen Lion Tine leerde kennen, was zij reeds communiste. In ieder geval trad hij pas in 1930 toe tot de herenigde CPN. Zijn muzikaal talent stelde hij direct in dienst van de partij. Hij begeleidde de balletgroep Dynamo, die in de zomer van 1933 startte onder leiding van Ulco Kooistra en Maja Magobi en begeleid werd door beroepsartiesten. Collectieven van jonge amateurs drukten hun politieke visie uit in ballet en pantomime. Al eerder werkte Contran mee aan de naar Duits voorbeeld opgezette agitprop-groepen. Spreekkoren, muziekcorpsen, plastische bewegingsgroepen, kinderkoren en lekentoneel waren de middelen waarvan de agitpropgroepen zich bedienden. Op gechargeerde wijze werd het kapitalisme uitgebeeld. Joris Ivens nam hier ook aan deel en wist ervoor te zorgen dat er vaart in zat. Contran trad ook alleen op. Hij trok door het hele land, tot in de kleinste plaatsen waar vergaderingen van de CPN of de Vereeniging Vrienden der Sovjet-Unie belegd werden. In rokerige lokaaltjes speelde hij dan vóór en na de spreker strijdliederen, die de aanwezigen vaak meezongen. Altijd had hij een stemvork bij zich om een verwaarloosde piano nog iets op toon te brengen.

Zijn politieke overtuiging stak hij niet onder stoelen of banken. Dit maakte het hem onmogelijk een rol op de grote concertpodia te spelen. Ook solliciteerde hij vergeefs bij de radio-omroep. Wel gaf hij om den brode veel privé-muzieklessen. Eén van zijn leerlingen was de sociaal-democratische kunstenares Fré Cohen. Hoe vijandig sociaal-democraten en communisten ook tegenover elkaar stonden, zij tekende hem verschillende keren. Eén keer maakte zij een grote crayontekening van Contran zittend achter de piano. Deze is bewaard gebleven en hangt in het gebouw van het dagblad De Waarheid.

Contran was ook componist en maakte melodieën voor arbeiders- en strijdliederen zoals het 'Jeugdlied van de arbeid' (met woorden van Loe Tieman), Kriek aan de dag (met woorden van Ton Joustra) en na de Tweede Wereldoorlog het lied van het Algemeen Nederlands Jeugd Verbond (ANJV)

Onderduik

Aanvankelijk werd Contran door zijn huwelijk met een niet-joodse vrouw beschermd en veel niet-joodse leerlingen bleven hem trouw. Eind 1943 toen ook de met een niet-joodse vrouw getrouwde joodse mannen op Schiphol tewerkgesteld werden, meldde hij zich daarvoor. Maar na een paar weken drong de illegale CPN er bij hem op aan onder te duiken. Van begin 1944 tot het einde van de oorlog verbleef hij bij een gereformeerd gezin in Dedemsvaart.

Na de oorlog

In december 1944 werd bij Jan Musch thuis het plan geboren voor een links politiek cabaret onder de door Rolien Numan bedachte naam "t Gaat Goed', beter bekend als 'G.G.cabaret'. Het grote voorbeeld was 'Die Pfeffer-Mühle' van Erica Mann. Hetty Beck, Mary Smithuysen en Hans Tiemeyer maakten hiervan deel uit en weldra ook het door Rolien Numan ontdekte duo Uut en Ber Hulsing. Contran en Ru van Veen wisselden elkaar aan de piano af. Behalve op Communistische bijeenkomsten trad het G.G.cabaret van 1945 tot 1947 - ondanks de scherp politiek-satirische strekking - eens in de veertien dagen op zondagmiddag voor de VARA-radio op. Zakelijk leider van het cabaret was Co Dankaart. Voor het derde seizoencontract eiste de VARA dat het G.G.cabaret niet langer voor Communistische organisaties zou optreden. Hierop ging het gezelschap niet in. Op dezelfde wijze eindigde het contact met het NVV.

De Koude Oorlog zette in alle hevigheid door en de communistische gelederen slonken. Contran hield vol. Geen Waarheid-zomerfeest zonder zijn muzikale omlijsting. Tevens begeleidde hij het (communistische) Amsterdams Arbeiders Zangkoor 'Morgenrood', dat onder leiding stond van dirigent Cees Smulders. Jarenlang was Contran naast Wim Gaffel muziekrecensent van De Waarheid. Van alle meer lucratieve muzikale activiteiten bleef hij uitgesloten. Zijn brood moest hij verdienen met muzieklessen. Dit maakte zijn leven met alles wat hij voor de communistische beweging deed, zwaar en inspannend. Toen in november 1956 de Sovjet-troepen in Hongarije de opstand tegen het communistische bewind neersloegen, keerden in het kader van de anti-communistische hetze veel leerlingen van Contran hem de rug toe. Gelukkig kwamen zij allen na verloop van tijd terug met excuses. In zijn solo-optredens bracht Contran voornamelijk het werk van zijn geliefde componisten Liszt en Fréderic Chopin. In de jaren van de Koude Oorlog zorgde zijn communistische overtuiging ervoor, dat zijn muzikaal talent geen kans kreeg zich in het officiële Nederlandse muziekleven te ontplooien. Op zijn bescheiden wijze diende hij de communistische beweging tot zijn dood. Toen Contran in 1958 overleed, kreeg hij als een van de laatsten nog een officiële partijcrematie. Op Felix Meritis, toen nog het gebouw van De Waarheid en de CPN, hing de vlag halfstok.


Lion Contran heeft bijgedragen aan 1 productie(s).

Lion Contran heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Lion Contran heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Curriculum Vitae Theatrum
Productie Functie Producent Seizoen Premièredatum In regie van
Het gaat goed Muziek G.G. Cabaret 1945/1946 13 oktober 1945
Het gaat goed Muzikale uitvoering G.G. Cabaret 1945/1946 13 oktober 1945

Bronnen