Feike Boschma: Volgens anderen

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg


Foto: Ronald Glaudemans. Collectie: Feike Boschma


Eenlevenlangtheater Feike Boschma:


Citaten over Feike Boschma

Hieronder spreken enkele vakgenoten zich uit over de kracht en het talent van Feike Boschma. Hun blik biedt vaak een net iets andere invalshoek.

Volgens collega Aenny Verhaak

Het is 31 januari 1979 wanneer ik voor de eerste keer aanbel op de Kromboomssloot. Een schoenendoos onder mijn arm met daarin een marionet. Ik ging Feike laten zien wat ik gemaakt had en hij gaf mij aanwijzingen en opdrachten als: “laat hem eens stil staan” en: “helemaal stil.” Dat was echt spannend! Hierna toonde Feike enkele van zijn poppen, het was pure magie. Eén spotje en daarin gebeurde het! Van niets tot iets, van lap tot paard, van danseres tot pauw. Mijn fascinatie was direct daar, die magie, die betovering was iets dat ik nog niet eerder had beleefd. Vanaf die dag is het contact altijd gebleven. Ik kwam bij Feike in de leer, kreeg opdrachten mee naar huis en ging dan na een paar weken terug om te laten zien wat ik er van gemaakt had. De eerste opdracht was: “je maakt twee poppen, elk gevormd uit één lap en met maximaal drie draden. De ene is vreugde en de andere is verdriet." Tja … Op een dag fietste ik met wel 20 marionetten van Feike aan mijn stuur over de grachten terug naar huis. “Ga er maar mee spelen en maak ze na” was mijn opdracht.

In de jaren zeventig was Feike zowel verbonden aan Funhouse als aan het Amsteltoneel en voorstellingen gingen dubbel lopen. Zo kwam het dat hij eind zomer 1979 met de vraag kwam of ik onder zijn supervisie, zijn rol bij het Amsteltoneel wilde overnemen. Ik kon mijn geluk niet op. Maar Feike wilde eerst een gesprek.

“Voordat je “ja” zegt, moet je drie dingen weten en er heel goed over nadenken:

1) Je kunt je nooit ziek melden, de voorstelling moet altijd doorgaan. 2) Als je dit gaat doen en je vindt het echt leuk, is het verslavend. Je komt er nooit meer van los. 3) Je zal in dit beroep nooit rijk worden.”

Zo gezegd, zo gedaan. En alle voorspellingen zijn uitgekomen.

Na diverse perioden van intensieve samenwerking is het nu 2011. Feike werkt nog dagelijks in zijn atelier. Met enige regelmaat experimenteren we met film, om zo nieuwe ideeën en interessante marionetten op beeld vast te leggen. 
Werken met Feike is nog steeds nèt zo spannend en inspirerend als in het begin.

Aenny Verhaak, 21 april 2011

Volgens Hinderik de Groot

Kunstenaar Hinderik de Groot herinnert zich:

Het is 1950, ik ben acht en ga met mijn moeder naar ‘Damstad’, een festiviteit op de Dam in Amsterdam met nagemaakte oude huisjes waarin van alles gebeurt. Er is ook een poppenkast. Vreemd genoeg zit je binnen te kijken, niet buiten. De hoofden van de poppen zijn gemaakt van ballonnetjes en die gaan los en schieten omhoog. Ik ben verbijsterd.

Begin jaren zestig. Ik ben assistent van Jan Nelissen en leer wat theater is: reizen, opbouwen en afbreken van de kast, decors, coulissen en friezen, achterdoek en voordoek, voetlicht en spots met een dimmerkast, een loodzware Revox, zweetlucht tijdens het spelen, applaus. En tot slot de kroeg in. We spelen met handpoppen. Op een dag treedt Feike in Jan zijn theater op, met Peter Struycken nog als assistent, geloof ik. Moederliefde: een lap met heel veel handen en een verhalende tekst. En dan het ongelooflijke: een stukje met platte, elementair gekleurde, geometrische figuren. Het is een eye-opener voor mij: natuurlijk dit kan ook!

Ik zit met Feike aan het kikkerslootje langs de Kalfjeslaan. We komen van het Amstelveens Poppentheater of zijn daarheen op weg. Ik laat Feike een van mijn gedichten lezen. Eén regel luidt: ‘klop klop klop klop klop klop onderaan de dijk’. “Drie keer ‘klop’ is wel genoeg,” zegt Feike peinzend, “denk je niet?” Thuis werp ik me die avond op de kunst van het weglaten.

Een andere keer bespreken we een film die we alle twee hebben gezien. Verbaasd luister ik naar Feike die grinnikend uitlegt waarom de film zo leuk was, ik vond er niks aan! Mede hierdoor ga ik anders naar de dingen kijken.

Die ballonnetjes… was het nou wel of niet Feike die daar speelde? Het maakt niet zoveel uit. Ik werd gebiologeerd door een wereld waarin dingen anders waren en in die wereld heeft Feike een belangrijke rol gespeeld. Dank je wel Feike!

Hinderik de Groot Purmerend, 14 april 2011

Volgens Wim Kerkhove

"Met Feike Boschma heb ik regelmatig samengewerkt vanaf vrijwel het begin van mijn eigen carriëre als beroepspoppenspeler (1976). In 1980 zorgde Feike ervoor, dat ik door de Gemeente Amsterdam werd gevraagd om Poppenspeler van de Dam te worden. Sinds die tijd hebben wij elkaar niet meer uit het oog verloren en achter menig kopje koffie en borrel vele gesprekken gevoerd en plannen voor gezamenlijke projecten gesmeed.

Feike heeft altijd grote interesse en waardering gehad voor de poppenkast van Jan Klaassen. Hij zei daarover ooit: “De poppenkast - hoezeer ook onderschat - vertoont de essentie van ons bestaan, gedompeld in een atmosfeer van sterke verbeeldingskracht en een paraatheid van geest die altijd lik op stuk geeft.”

Belangrijk thema van veel van onze ontmoetingen was dan ook Feike's relatie met het Jan Klaassenspel en het contrast tussen mij als Jan Klaassenspeler (down to earth / direct) en Feike als marionettenspeler (lyrisch in de wolken / indirect). Onze eerste geslaagde samenwerking resulteerde in de film 'De Marionetten van Cabalt' (TIN) (1986). In 2000 maakten wij de voorstelling 'Het leven van Jan Klaassen', in 2002 'Dansende Dood' en in 2004 'Sterrennacht' (oorspronkelijk 'Cirque des Etoiles'. In 2009 heeft Metje Blaak 'Dansende Dood' verfilmd.

Bij Feike en mij leven nog vele ideeën voor nieuwe stukken. Voor één hebben wij alvast de titel bedacht: Lappen en Leuren. Het uitgangspunt is, dat een poppenspeler in elk lapje wel de geschiedenis ziet, het leven, de beweging, een popje met een eigen verhaal. Een enkele keer is er een lapje waar het nooit wat mee lijkt te worden. Iedere keer als hij het tegenkomt, denkt hij: 'Nu moet ik er iets mee doen, anders wordt het nooit iets'."

Wim Kerkhove, Amsterdam, 30 januari 2011


Voor meer informatie over de samenwerking van Wim Kerkhove en Feike Boschma: zie deze Website.

Volgens Willy Brill

Performer en vertaalster Willy Brill werkte jarenlang samen met Feike Boschma en Pieter van der Staak in 'een soort Jiddisch theater'. Boschma illustreerde de liedjes en verhalen van Brill met zijn marionetten, Van der Staak deed dat met zijn gitaar en speelde ook solo's. Willy Brill over hun samenwerking:

"Feike deed het altijd op een heel bijzondere manier. Hij speelde niet het verhaal, hij illustreerde. Het heeft jaren geduurd voor ik doorhad hoe hij het deed." Het eerste verhaal dat ze ooit met hem deed was een chassidisch verhaaltje van een man die niet naar bed kan 's avonds, want als hij zijn kleren op een stoel heeft gelegd, kan hij zichzelf niet meer vinden. "Feike gebruikte daar lapjes voor. Feike deed alles met lapjes, die er dan zo uitzagen als een broek, of een jasje... Het was altijd een groot plezier om een programma in elkaar te zetten. We zijn er tot in de jaren '80 mee doorgegaan. Het was een groot plezier."

Uit: Kol Mokum, 2009 I 5770-1

Volgens Meike van den Akker

Collega poppenspeelster Meike van den Akker herinnert zich:

"In 2001 had ik, net afgestudeerd, de eer om samen met Feike Boschma in de Vaudeville voorstelling Hedenavond in de Roode Bioscoop te spelen. Een intieme, muzikale poppenshow van losse acts verzorgd door oude en jonge poppenspelers. Feike was die avond eregast. Die zwijgende, oude poppenspeler intrigeerde mij en ik zag hoe hij voor aanvang telkens weer naar zijn 'marionetmuizen' schuifelde om te zien of de touwtjes niet in de war geraakt waren. Toen zijn nummer eindigde in een climax van dansende muizen, gebeurde het alsnog: in een poging om de boel te ontwarren, verdween hij tussen de gordijnen."

Volgens Eliane Attinger

Eliane Attinger is artistiek leider van Feikes Huis, een productiehuis voor poppen- en objecttheater. Op de vraag waarom ze Feike Boschma heeft gevraagd of ze zijn naam mocht gebruiken voor het productiehuis, antwoordde Eliane Attinger de redactie:

"

Feike Boschma is een kunstenaar. Het poppenspel is zijn handwerk. Zijn hele carrière blijft hij zich afvragen wat de essentie van het poppenspel is. Hij schrijft er ook over en is zeer geïnteresseerd in (poppen)theatertheorieën en -wetmatigheden. Dat is uitzonderlijk, net zoals zijn open houding, zijn nieuwsgierigheid ten opzichte van andere kunstdisciplines en kunstenaars uit binnen- en buitenland. Zijn poppen zijn prachtig, het zijn kunstwerkjes op zich die - rafelig en vrij abstract - altijd een essentie weergeven. Door deze poppen met goed getimede en exact uitgevoerde, simpele bewegingen te manipuleren, ontstaat een perfecte illusie van leven. "Het gaat om de beweging!" is dan ook een gevleugelde uitspraak van hem. 
Feike Boschma is een vernieuwer pur sang en voor veel poppenspelers en andere theatermakers nog steeds een bron van inspiratie."

Volgens Jacques van Hattum

Gedicht door Jacques van Hattum (1955).
Foto van het gedicht van van Hattum voor Feike -TE.jpg