Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


De Academie van Coster, Amsterdam

T000074.000.JPG


Exterieur van de Academie van Samuel Coster te Amsterdam. Tekening, ongesigneerd, ongedateerd.

NaamDe Academie van Coster, Amsterdam
Latere naamAmsterdamse Schouwburg (1637-1664)
PlaatsAmsterdam
TypeTheaterzaal
Bouwjaar1617
Openingsdatum23 september 1617
Wikidata ID (Q-nummer)Q3048879


Bekijk de van Wikimedia / Wikipedia over De Academie van Coster, Amsterdam


De eerste schouwburg te Amsterdam.gif

Info Waarde
Afbeelding De eerste schouwburg te Amsterdam.gif
Postcode: Geen postcode beschikbaar
Openingsdatum: 23 sep 1617
Op de kaart: Ga naar kaart...
Wikimedia Commons: Galerie (Wikimedia Commons)
Gelegen in: Amsterdam (Q9899)


Bekijk deze en meer informatie op de website van Wikidata, of lees de pagina Eerste Nederduytsche Academie op Wikipedia.

Geschiedenis

Portret van Samuel Coster, gravure door R. Perzijn.

Na een onenigheid (in 1617) binnen de Rederijkerskamer De Eglantier, verlieten Samuel Coster, P. C. Hooft en Gerbrandt Adriaensz Bredero deze kamer. Coster – van huis uit medicus – besloot toen een oude wens te vervullen en stichtte een academie naar Italiaans model.

Hij liet daartoe aan de Keizersgracht, tussen de Berenstraat en de Runstraat, een houten gebouw met een vierkant dak bouwen. Het was van de straat gescheiden door twee ondiepe huizen, met daartussen een poortje waardoor men toegang kreeg tot de Academie; één waar buiten universitair verband allerlei takken van wetenschap zoals wiskunde, geschiedenis, wijsbegeerte, Hebreeuws en natuurkunde beoefend werden. Ook het opvoeren van ‘enige commediën, tragediën ende andere oeffeningen’ vielen hieronder.

De inwijding geschiedde met een spel van Suffridus Sixtinus, Apollo, over de inwijding van de Nederlandsche Academie de Byekorf. Al spoedig overheerste de beoefening van toneelpoëzie en de opvoering hiervan de andere activiteiten. Vanaf de dood van Bredero (1618) liep dit laatste evenwel terug, en in 1622 verkocht Coster het gebouw aan de regenten van het Burgerweeshuis, die dan reeds een derde van de opbrengsten der vertoningen ontvingen. In datzelfde jaar, na het vertrek van Coster, kreeg nu ook de Brabantse kamer Het Wit Lavendel het recht in de Academie te mogen optreden; in ruil voor twee derden van de opbrengst.

De bespeling van de Academie werd hoe langer hoe meer een commerciële aangelegenheid. In 1632 fuseerde Het Wit Lavendel met De Eglantier, en namen ook de regenten van het Oudemannenhuis voor een derde deel aan de exploitatie. Jan Harmenszoon Krul, op dat moment leider van De Eglantier, kon zich niet in deze fusie vinden; hij verliet in 1634 de nieuwe instelling en begon een eigen Musyckkamer aan de Oudezijds Voorburgwal, op de hoek van de Lombardsteeg. Hiermee begon de professionalisering van het toneel in Amsterdam vorm te krijgen.

In 1637 werd op de plaats van Costers Academie, op initiatief van de beide armenhuizen, de eerste steen gelegd voor de Amsterdamse Schouwburg (zie aldaar).

Bronnen

  • Theaters in Nederland sinds de zeventiende eeuw. Redactie Bob Logger, Eric Alexander, Menso Carpentier Alting, Nico van der Krogt, Nathalie Wevers. Theater Instituut Nederland, 2007