Dansonderwijs

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Is een algemene term voor onderricht in allerlei vormen van dansen, zoals gezelschapdans, religieuze- en folkloristische dans, educatieve dans en allerlei vormen van dans die autonoom of geïntegreerd in andere, in de podiumkunsten gebruikt worden. Over deze laatste vorm van dansen, de theaterdansen, gaat het in dit artikel.

Van belang is daarbij te onderscheiden op welk niveau en in welke situatie dit onderwijs wordt gegeven. Zo kan dansonderwijs gegeven worden in het gewone middelbare en voortgezet onderwijs, sinds de invoering van het vak CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming) in 1999. Daarnaast worden voor de amateuristische dansbeoefening overal cursussen aangeboden in allerlei theater-dansdisciplines, vaak binnen de meer traditionele lokale muziekscholen of in de particuliere scholen die door personen werden opgericht die hun sporen in de danswereld hebben verdiend of een opleiding als dansdocent hebben genoten.

Aan de andere kant bevindt zich het Kunstvakonderwijs, voor degenen die professioneel als danser werkzaam willen zijn. Bestond dat onderwijs in eerste instantie uitsluitend op het HBO-niveau, sinds het eind van de vorige eeuw ook op MBO-niveau. De meeste HBO-opleidingen geven bovendien theateronderwijs met het beroepspespectief om docent-theaterdans te worden ten behoeve van het onderwijs op MBO-niveau of op particuliere dansscholen.

Binnen het kunstvakonderwijs kan men kiezen uit onderwijs in verschillende dansvormen, gebaseerd op vastgelegde methodieken. Zo worden doorgaans onderscheiden: klassiek ballet, Moderne dans en de discipline Jazzdans en showdans. Daarnaast kunnen ook diverse andere dansvormen, die een weg naar het theater hebben gevonden, onderwezen worden, uit bijvoorbeeld de acrobatische dans, folkloristische dans en urban dance, zoals breakdance en hiphop. Vastgelegde methodieken voor klassiek ballet zijn bijvoorbeeld: Bournonville, Cecchetti, Royal Academy of Dancing of Vaganova. Voor de moderne dans zijn dat technieken van Graham, Humphrey-Weidman, Limon, Horton of Cunningham en voor de Jazzdance o.a. Luigi en Mattox

Historisch gezien waren balletscholen, gericht op de vorming van professionele dansers, in de praktijk vaak verbonden aan de grote theaters met een eigen balletgezelschap. Het oudste voorbeeld daarvan is het instituut van de Parijse Opera, dat in 1661 als de Academie Royale de Danse door koning Lodewijk de 14e werd opgericht. In Nederland vervulden ook de eerder genoemde particuliere scholen deze rol, voor hun meest talentvolle leerlingen. Tot de institutionalisering van het kunstvakonderwijs voor dans in de 2e helft van de twintigste eeuw, zijn dat o.a. scholen geweest van Iril Gadescov, Florrie Rodrigo, Jan Leo Zielstra, Yvonne Georgi, Nel Roos en Sonia Gaskell.

Zie voor een overzicht van linken naar huidige diverse dansvakopleidingen op HBO en MBO niveau en professionele dansonderwijs evenementen.

Categorie:Dansonderwijs