Ank van der Moer: Biografie - De Nederlandse Comedie: ongekend productieve glorietijd

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Ank van der Moer, 1955. Fotograaf onbekend. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Ank van der Moer:

De Nederlandse Comedie: ongekend productieve glorietijd

Ank van der Moer als Cleopatra, 1963. Foto: Lemaire en Wennink/MAI. Collectie TIN.

"Dat is niets bijzonders." Met die woorden hield Ank van der Moer in 1964 de interviewers af die in groten getale hun bewondering uitspraken voor het spelen van twee hoofdrollen tegelijk: Shakespeare’s Cleopatra in Antonius en Cleopatra en Martha in Edward Albee’s Wie is bang voor Virginia Woolf? In beide stukken stond zij naast Han Bentz van den Berg. Voor de steractrice was een overvol speelschema niets nieuws en al helemaal niet iets om interessant over te doen. In haar langdurige glorietijd bij De Nederlandse Comedie speelde zij met gemak vijf rollen per seizoen, met in ieder geval om het seizoen de rol van Badeloch in de traditionele Gijsbreght van Aemstel-opvoeringen (zij wisselde deze rol af met Ellen Vogel). En dan was zij óók nog ruim vijfentwintig jaar docente op de Toneelschool. Ank van der Moer was niet moe te krijgen. Zolang zij die energie maar kon blijven steken in die naar verslaving neigende liefde voor het toneel. Ruim twintig jaar lang vierde De Nederlandse Comedie grote toneeltriomfen met Ank van der Moer als eerste actrice, een inmiddels doorgewinterde speelster die zich volledig vastbeet in haar rollen. Sommige ten tonele gevoerde vrouwen lieten hun sporen zichtbaar na op hun vertolkster.

Scènefoto Wie is bang voor Virginia Woolf? van De Nederlandse Comedie, 1964. Links: Han Bentz van den Berg. Rechts: Ank van der Moer.Foto: Lemaire en Wennink/MAI. Collectie TIN
Affiche Wie is bang voor Virginia Woolf?, 1964. Ontwerper onbekend. Collectie TIN

Zo verfde de actrice haar haar zwart en vrat zij zich vol om in de huid te kunnen kruipen van de schreeuwende Siciliaanse Serafina delle Rose uit De Getatoeëerde roos en raakte zij voorgoed verslaafd aan sigaretten ("Maar ik inhaleer niet hoor') door de kettingrokende Martha in Wie is bang voor Virginia Woolf?

Zeer verwant voelde Ank van der Moer zich met Masja uit Tsjechovs De drie zusters (1954), één van de hoogtepunten van De Nederlandse Comedie onder de onvergetelijke regie van de Russische Sjaroff (bijToneelgroep Comedia werd De drie zusters overigens al in 1950 opgevoerd, ook in de regie van Sjaroff). Dat Ank van der Moer Masja wás, werd ook door anderen gezien, onder wie collega (en jongste Tsjechov-zus ‘Irina’) Ellen Vogel: "Voor mij blijft de rol van Masja uit 'De drie zusters' aan Ank vastgebakken. Terwijl heus wel goede actrices het later ook hebben gespeeld. Maar het overlapt elkaar zo, Ank en die Masja. De manier waarop ze haar hoed van het hoofd plukte, rechtstandig, zonder te kijken, die op de lampekap zette en zei: "Ik blijf", toen Wersjinin, haar minnaar, binnenkwam. Een andere actrice zou dat voorzichtig doen met die hoed, voor ‘t haar en zo, nee Ank plukte hem gewoon van haar kop en bleef die man maar aankijken: "Ik blijf" " (Geciteerd uit: Verder is er niet zoveel: Herinneringen aan mijn moeder, 1985, Annemarie Oster).

Ellen Vogel, Mimi Boesnach en Ank van der Moer in De drie zusters, 1954. Foto Lemaire en Wennink/MAI. Collectie TIN.

Met precies dezelfde gedrevenheid waarmee zij ‘s avonds Masja, Martha, Badeloch en al die andere belangrijkste vrouwenrollen uit de toneelliteratuur speelde, stond de steractrice de volgende ochtend weer om negen uur voor de klas om acteurs en actrices in de dop op te leiden. Van 1949 tot 1974 gaf Ank van der Moer les op de Amsterdamse Toneelschool. Tot haar leerlingen behoorden onder andere Petra Laseur, Joop Admiraal, Kitty Janssen, Ramses Shaffy, Jeroen Krabbé en Rutger Hauer. Joop Admiraal herinnerde zich dat hij en andere leerlingen hun beroemde docente als "godin" bekeken. Dit kwam natuurlijk door haar staat van dienst, maar ook door haar zeer indrukwekkende verschijning. Zij kwam altijd prachtig uitgedost binnen in haar lessen, waardoor zij in eerste instantie wat afstandelijk overkwam. "Maar zodra ze dan had gezegd: "begin maar" dan gingen in het vuur van het spel, van een ander zijn spel, eerst die schoenen uit, dan haar hoed af, alles weg", aldus Admiraal. (Geciteerd uit: Verder is er niet zoveel: Herinneringen aan mijn moeder, 1985, Annemarie Oster).

Ook oud-leerling Peter Oosthoek (die als regisseur grote successen behaalde bij Toneelgroep Centrum) staat de passie van docente Van der Moer helder voor de geest. "Hoofd naar voren en vuisten gebald", zo omschrijft Oosthoek de grote gebaren waarmee zij in haar les een veelbelovende leerling wist op te stuwen tot onvermoede hoogten.

De grande dame van De Nederlandse Comedie genoot gigantisch van het lesgeven en haalde er altijd zeer veel voldoening uit om voorstellingen te zien, of in voorstellingen te spélen, waarin oud-leerlingen optraden.